De promotie van de Noordzeevis
André Desmidt
Eeuwen lang was het eten van Noordzeevis een voorrecht voor de kustbewoners en de rijken uit het nabije hinterland (Brugge). De vissers vaarden ’s avonds uit met hun platbodems en kwamen ’s morgens terug met de vangst. Die werd aan wal gebracht en op de markt te koop aangeboden. Een deel werd met paard en kar vervoerd naar het binnenland als het niet te warm was.
Een van de redenen waarom men zegt dat er geen mossels moeten gegeten worden in de maanden zonder R is precies omdat dat de zomermaanden zijn en het veel te warm is om de mosselen te transporteren (mei, juni, juli, augustus).
Met de komst van de auto’s veranderde een en ander. Het vervoer kon gebeuren in betere omstandigheden en vooral veel vlugger.
Stilaan maar zeker veroverde de verse zeevis het binnenland... maar daar was geen traditie om lekkere vis te eten en de huisvrouw had ook niet de kennis om de vis goed klaar te maken.
Dit in tegenstelling met de vissersvrouwen die de vis konden koken met toevoeging van wat kruiden, of bakken in de pan met heet smout, of inleggen als voorraad voor de winter.
In het binnenland maakte men de vergelijking tussen vis en vlees. Vis scheen arme mensenkost, was smaakloos en men kreeg rap terug een hongergevoel... allemaal vooroordelen die kant noch wal raakten.
Velen associeerden ook vis met het verplicht vlees derven opgelegd door de katholieke kerk op vrijdag en tijdens de vasten.
De vrijdag at men dan meestal “kerrepap” als vervanger van de soep en dan gekookte vis (kabeljauw) in plaats van vlees. En als men bedenkt dat kabeljauw nu een dure delicatesse is op restaurant...
De vismarkt te Heist (begin 20ste eeuw) gelegen tussen de Vissersstraat en Garnaalstraat.
Met de opkomst van het toerisme half weg de 19de eeuw kwamen de toeristen niet alleen in contact met zee en strand maar ook met de voedselrijkdom van de Noordzee. Zeker de toeristen die tijdens hun lange vakantieperiode in een hotel verbleven konden genieten van de magistrale visbereidingen van de lokale chefs.
’s Morgens begon het culinaire feest al met broodjes met vers gepelde garnalen en een glas champagne. Deze garnalen werden gepeld (uitgedaan) door de lokale vissersvrouwen die een zeer grote vaardigheid hadden en vliegensvlug de garnalen van de pel konden ontdoen. Een spektakel om naar te kijken.
’s Middags bereidde de chef dan de beste seizoensgebonden Noordzeevis en het was een verademing voor de toeristen om op die wijze kennis te maken met de lokale visspecialiteiten.
Lokaal ontstonden er heel wat initiatieven om de vis te promoten. In Heist startte men reeds in 1938 met een vis- en gamaalweek waarbij het vooral de toeristen liet kennis maken met de Noordzeeproducten. Het is precies naar aanleiding van dit initiatief dat de folkloregroep De Heistse Klakkertjes werd opgericht en dat de eerste Heistse reus Pier geboren werd.
Dit initiatief kende grote bijval en werd ondersteund door de handelaars die hun uitstalraam ook aanpasten aan dit thema.
Helaas kwamen de oorlogsjaren en was er geen ruimte meer voor dergelijke initiatieven.
Dank zij de overvloedige haringvangst werd de week van de vis nu het jaar van de vis.
De haring zorgde voor enige rijkdom in de visserij en behoedde veel Heistenaars van honger en ellende.
Schepen Robert De Corte nam het initiatief (1971) om de Heistse visbakkers op te richten. Hij verzamelde een aantal Heiste vissers-families rond zich, voorzag hen van een uniforme kledij en liet hen gefileerde pladijs bakken in smout.
Wat een lekkernij ... tussen twee sneetjes brood.
Tijdens de folklore-markt op De Bolle was dit een topattractie en men schoof aan in lange rijen om een visje te proeven. En veel toeristen namen het ook mee naar hun appartement. Heerlijk, een warm gebakken visje zonder graten.
De promotie van de Noordzeevis gebeurde niet alleen in Heist maar ook regelmatig op verplaatsing De Heistse visbakkers waren niet alleen ambassadeurs van Heist maar ook van de verse Noordzeevis.
In 1997 nam UNIZO het initiatief om VISTIVAL in te richten. Bedoeling was opnieuw de visserij in een bijzonder daglicht te plaatsen. Hier niet alleen het aspect folklore maar ook de moderne visserij.
Een initiatief dat tot op heden zeer succesvol is mede dank zij Martin en zijn vissoep!
Verse vis...
We geven een tekst weer in de oude spelling over hoe men de huisvrouw attent maakte op de kenmerken van verse vis.
Kenteekenen der versche visch
De kleur der versche visch geeft ons warme en levendige tinten. Deze tinten gaan dikwijls weg nog voor de visch bederft. De vinnen der versche visschen moeten geheel zijn, ongeschonden en vochtig. Het oog is klaar, levendig en blinkend en moet de geheele oogholte vullen. De kieuwen zijn rood en vochtig.
De buik is goed gevuld, ongeschonden en blinkend, en niet ingevallen en gevlekt.
Het vlees van versche visch is hard en vast en de vingerindrukken mogen niet zichtbaar zijn. Versche visch is stijf en onbuigzaam.
Bij het openen van den buik zijn de ingewanden blinkend en zonder de minste geur. De doorgesneden buikspier is paarlemoerachtig en reukeloos. Deze eigenschappen hebben niet allen dezelfde waarde en verdwijnen allen niet ineens. In ’t algemeen mag men zeggen als een dezer kenmerken van verschheid aanwezig is de visch goed is voor verbruik.
Visschen die volgende kenmerken dragen moeten onverbiddelijk geweigerd worden:
Het oog van niet versche visch is dof en troebel, de kieuwen zijn roodachtig of grijs, het vleesch is flets en behoudt de vingerindrukken, de buik is gescheurd en de binnen zijn in slechten staat.