Henry Van de Velde en Knokke (1863-1957)

Danny Lannoy

2020 01 21 151436Henry Van de Velde aan zijn werktafel. (Klassik Stiftung, Weimar).

De wereldbefaamde architect-kunstschilder Henry Van de Velde was ooit te Knokke gedomicilieerd. Wat was de reden?

Zoals reeds dikwijls beschreven, was Knokke een onbezoedeld schilderachtig dorp aan de Belgische kust en moeilijk bereikbaar vanuit het binnenland. Theo Van Rysselberghe verbleef er in 1883, het jaar waarin de kunstenaarskring ‘Les XX’ werd gesticht in Brussel. Hij was de leider van een groepje schilders in Knokke met Schlobach, Charlet, Wytsman en Regoyos (1).

Voordat Henry Van de Velde zich toelegde op de Sierkunsten was hij een verwoed luminist. Hij had vanaf 1880 zowel aan de Academie van Antwerpen als in het privé atelier van Karel Verlat (2) lessen gevolgd. Hij voelde zich aangetrokken om in de natuur te schilderen waarbij zijn voorkeur uitging naar aardetinten en hij aandacht kreeg voor atmosferische effecten. Dit alles sloot volledig aan bij wat hij in Parijs en Barbizon ontdekte. De kunstenaars schilderden er eenvoudige thema’s op het platteland met de landbouwer als symbool van de primitieve eenvoud.

In 1885 vestigde hij zich in Wechelderzande (3), een klein dorp in de Antwerpse Kempen. In de zogenaamde ‘Grijze School’ van Dendermondse schilders ontmoette hij Heymans en Rosseels. Hij vond er toch het heldere palet en zou zich er verder op toespitsen.

Nog voor Van de Velde lid werd van de kunstkring ‘Les XX’ had hij, net als Van Rysselberghe, bewondering voor de nieuwe schildertechniek van Seurat (4). Hij zou zelfs deze stijl of het ‘pointillisme’ (divisionisme) hanteren, net zoals Anna Boch en Georges Lemmen. De neo-impressionistische techniek liet toe grote vlakken met lokaalkleurstippen te bedekken, iets wat Van de Velde sterk ging toepassen in zijn werk.

Eind 1887 had, door tussenkomst van Octave Maus (5) en de schilder Adrien-Joseph Heymans (6), Van Rysselberghe samen met Emile Verhaeren een bezoek gebracht aan de jonge schilder Van de Velde. Hij antwoordde aan Maus: Talentvolle jongen - dat is duidelijk. Handig, dat is nog duidelijker. Onweerlegbaar veel aanleg. Slecht beraden, slechte invloeden - dat is ook duidelijk. Persoonlijk, speciaal, dat nog niet, maar dat kan misschien nog komen. Eerlijk gezegd vind ik dat niet buitengewoon, zeker niet. Maar onder ons, de XX-isten, zijn er veel minder goed begonnen... Ik zag de studie van deze jonge man met Emile. Onze indrukken waren dezelfde. Ik sprak er gisteren met Willy over. Hij vindt ook dat we voorzichtig en niet te gemakkelijk moeten zijn voor de nieuwkomers, maar dat we tolerant moeten handelen - in die zin dat het goed zou zijn enkele studies van hem bij Les XX te tonen... we kunnen hem binnen halen of buiten gooien. Wat denkt vriend Octave daarvan?’ (7). Dit was de eerste kennismaking van Henry Van de Velde met Theo Van Rysselberghe. Daar zou het niet bij blijven!

In 1889 stelde Henry een eerste maal tentoon bij de groep ‘Les XX’ met een doek ‘Laurent Van de Velde op een terras’ (1888), zijn broer zittend op het overdekt terras van een villa op de zeedijk in Blankenberge. Het venstermotief was een geliefd thema bij de kunstenaars. Het divisionisme kwam hier volledig tot uiting.

In 1889 verbleef hij in de zomer opnieuw te Blankenberge met Charles Van Lerberghe, Maurice Maeterlinck, Stephan Mallarmé en Max Elskamp (8).

2020 01 21 151506

Laurent Van de Velde op een terras, 1888. Olie op doek 44 x 34 cm, Collectie ‘Groeninge’ museum, Brugge, (tentoongesteld Scharpoord Knokke-Heist ‘Van het Atelier naar de Kust’ 2012).

In 1890 werd Henry Van de Velde ingeschreven in het bevolkingsregister van Knokke (9). Het adres was villa ‘Ten Anker’ op de pas aangelegde zeedijk naast het ‘Grand Hôtel de Knocke’. Eigenaars waren scheepskapitein Guillaume De Paepe (1834-1901) en zijn echtgenote. De villa was eerder in het jaar 1890 gebouwd en afgewerkt. De vorige verblijfplaats van het echtpaar was Laken.

Van de Velde was 27 jaar en had onlangs zijn moeder verloren waar hij een heel goede band mee had. In 1887 werd vastgesteld dat ze aan terminale kanker leed. Jeanne Aimée Aurore overleed in juli 1888. Verscheidene schetsen en tekeningen tonen aan dat hij erg veel van zijn moeder hield. Hij verloor zijn dichtste bloedverwante en verzonk in een vijfjaar durende melancholie wat in de volgende jaren een invloed had op zijn leven en werk. Tussen 1888 en 1893 verbleef hij op diverse locaties tot hij in Knokke terecht kon bij zijn tante Maria Elisabeth echtgenote van Guillaume de Paepe. Samen met zijn tante werkte hij in Knokke aan een borduurwerk op groot formaat. Het ontwerp was een symbolisch religieus landschap dat tot stand was gekomen gedurende het verblijf bij zijn zieke moeder. Het borduurwerk ‘De wacht van de Engelen’ stelde vier knielende meisjes met gevouwen handen voor die waakten over de slaap van het goddelijk kind liggend in het zachte gras van een boomgaard.

2020 01 21 1515232020 01 21 151536Het ‘Grand Hôtel’ in zijn oorspronkelijke staat met drie verdiepingen en rechts de villa ‘Ten Anker’.

De villa was een rijwoning met een ‘sous sol’, en ‘belle etage’ rechts toegankelijk met enkele arduinen traptreden. Door de grote glaspartij had men ‘een venster op de zee’. Meestal was dit in die bouwtrant een overdekt open terras afgewerkt met tegelmotieven. Achter het salon bevond zich de eetkamer en keuken. Een watercloset gaf uit aan de achtergevel, verbonden met een septische put. Op de overige verdiepingen bevonden zich de slaapkamers. (verzameling ‘Cnocke is hier’).

 

2020 01 21 151558Uittreksel uit het bevolkingsregister van Knokke met vermelding Zeedijk Villa ‘Ten Anker’. Van de Velde, 5de lijn, gehuwd met Marie-Louise Sèthe 30 april 1894.

Zoals Van de Velde later in zijn memoires schreef, hielp dit hem om zijn onmacht en zwakheid te overwinnen.

2020 01 21 151613

Brief van Van de Velde aan Maus, met de opgave van de afmetingen voor de schilderijen en het borduurwerk, alsook de prijs (Knocke, 1893).

Tante Maria was de dochter van Joseph Arnold Van Halle (1838-1878) uit Antwerpen, die in België een der grootste fabrikanten, gespecialiseerd in goud borduurwerk, was. De Paepe was een gewezen zeekapitein en de broer van Van de Veldes moeder. Henry schreef: ‘Wij zaten aan de grote tafel in het atelier van het huis te Knocke tegenover het grote raam met zicht op die onmetelijke zee. Mijn tante en ik waanden ons op een schip dat ons naar verre landen bracht (…)’.

Hij verbleef er in de winter van 1892-93 en werkte gestadig verder aan zijn wandtapijt. Henry plande zijn ontwerp af te hebben tegen februari 1893 en wilde het tentoonstellen met een drietal schilderijen op de eerstvolgende expo van ‘Les XX’. In een brief aan Octave Maus, secretaris van de tentoonstelling, schreef hij dat hij nog steeds met het ‘verdomde borduurwerk’ bezig was. Twee dagen voor de opening van 16 februari 1893 bracht hij het borduurwerk persoonlijk naar Brussel. Het kreeg de titel ‘La Veillée d’anges’. De verkoopprijs legde hij vast op 2500 fr. Paul Verlaine had alle lof voor het kunstwerk maar het werd niet verkocht....en het bleef bij de kunstenaar gedurende zijn hele verdere leven! De primitieve techniek, de archaïsche tekening en ritmische beweging van de compositie viel niet in de smaak bij het kunstminnend publiek in de hoofdstad. Het is waarschijnlijk het enige textielwerk dat Van de Velde met de hand vervaardigde in samenwerking met zijn tante. Antje Neumann schreef daarover: ‘Die Engelwache darf daher nicht nur als Gesellenstück eines Kunsthandwerkers und Wiedergeburt der dekorativen Künste angesehen werden, sondern gleichermaßen als Neubeginn und Ende des Lebens’ (10).

2020 01 21 151632

Borduurwerk ‘De Wacht van de Engelen (1892-1893), (Museum für Gestaltung, Zurich).

Zeekapitein en scheepsschatter Guillaume de Paepe (°Gent 1834) overleed te Knokke op 14 februari 1901. Maria Boonen (°Antwerpen 1813), schoonmoeder van de Paepe, verbleef in de villa op de dijk vanaf februari 1893 tot haar dood op 7 december 1894. Weduwe Maria van Halle (° Antwerpen) verliet Knokke in 1901, ze overleed te Ukkel in 1913.

De villa werd vermoedelijk vrij vlug verkocht en gesloopt in 1925 voor de uitbreiding van het ‘Grand Hôtel’.

Henry Van de Velde had ondertussen zijn kennissenkring uitgebreid. Eén van zijn vrienden was Theo Van Rysselberghe. Theo verbleef in de beginjaren bij het echtpaar Picard (11) op de zeedijk in Heist. Later huurde hij villa ‘Duivenkot’ in Knokke om er de zomermaanden door te brengen.

In Knokke startte Van de Velde een relatie met Maria Sèthe (1867-1942) die hij reeds kende van de artistieke en sociale kringen in Brussel. De toenadering gebeurde tijdens een uitstapje van Knokke naar Sluis op 1 april 1893. Eén jaar later trad hij met haar in het huwelijk.

Uit het dagboek van H. V.d.V. (vertaald uit het Frans) (12).

‘Ik was enkele dagen in Knocke toen een boodschapper uit Cadzand arriveerde. Cadzand is het eerste Nederlandse dorpje aan de overkant van de Zwinmonding die nu verzand was maar vroeger de verbinding vormde tussen Brugge en Damme met de zee. Theo Van Rysselberghe liet me weten dat hij aangekomen was met Matata, zijn vrouw, en enkele vrienden, in het enige hooggelegen huis, een herberg, boven op de duinen van Zeeuws-Vlaanderen.

Hij vroeg me hem daar de volgende dag ’s morgens te ontmoeten. Tussen Knocke en Cadzand was er geen andere verbinding dan te voet langs de zee te wandelen. Ik werd verwelkomd met vrolijke kreten van zodra ik Cadzand naderde. Matata, Theo, een jong meisje (Maria Sèthe), Emile Verhaeren, Willy Finch, en Pierre Olin zwaaiden met hun zakdoeken. Ze hadden het middagmaal nog niet beëindigd. Men vertelde me dat een boerenkar ons naar Sluys zou brengen: een klein stadje, hoofdplaats van Zeeuws-Vlaanderen...’.

Van Rysselberghe was goed bevriend met de familie Sèthe. Hij had reeds Irma en Alice Sèthe geschilderd. Op de tentoonstelling van ‘Les Indépendants’ schreef een anoniem journalist in ‘L’Art Français’ van 12 april 1890 dat de Belgische inzendingen tot de beste werken behoorden. Van Rysselberghe was de revelatie van de tentoonstelling waar het pointillisme centraal stond met onder meer het portret van juffrouw Sèthe. Men vond zijn werk beter dan dat van Signac en Seurat!

Maria heette Marie-Louise Sèthe geboren in 1867 als dochter van zakenman Gerard en Louise Frederique Seyberth, met Duits-Nederlandse familiebanden. Gerard had diverse textielbedrijven, eerst in Amsterdam en dan in Parijs en Brussel. In 1893, het jaar dat Maria trouwde met Henry, overleed haar vader. Maria’s broer, Walter, nam de zaak over. Maria was vertrouwd met de textielindustrie.

2020 01 21 151647

Maria Sèthe aan het harmonium, 1891. (Olie op doek, 118 x 84, 5 cm, KMSK Antwerpen).

Nog voor ze gehuwd was, had ze in Londen kennis gemaakt met de ‘Arts and Crafts movement’ en zou gedurende haar tweede reis contacten leggen met William Morris (13). Maria werkte ook een korte periode in het atelier van de Belgische kunstenaar Frank Brangwyn (14).

Ze speelde piano-harmonium en schilderde. Ze kreeg wat private lessen van Theo en stond model op enkele doeken van de neo-impressionist (15). In 1891 portretteerde hij Maria Sèthe aan het harmonium.

In 1896 namen Van de Velde en zijn echtgenote hun intrek in een nieuwe woning ‘Bloemenwerf’ te Ukkel. Hij had bewust gekozen voor de ideale woning; een scheiding tussen de intieme levensruimte en het openbare leven. De moeder van Maria had grotendeels de villa gefinancierd.

Ze had twee zusters: Alice Adolphine Sèthe (°Saint Mandé, Fr 1869, + Ukkel 1944) en Irma die ook ooit door Theo geschilderd werd.

Tijdens haar reis naar London bracht Maria Engelse stoffen en behangpapier mee op verzoek van Henry. Maria verschafte diverse adressen van firma’s aan haar man alsook originele patronen voor zijn studies aan de Academie van Antwerpen.

Ondertussen had Henry een stap gezet in de richting van de ‘toegepaste kunsten’.

Planten gingen een belangrijke rol gaan spelen. Het herkenbaar gewas was het toonbeeld van de vruchtbaarheid. Tijdens zijn strandwandelingen had hij de lineaire arabesken opgemerkt die de golven achterlieten en die de wind had getekend in het natte zand.

In al zijn ontwerpen streefde hij naar een standaardisatie met een individuele creativiteit. Hij creëerde woonplaatsen voor de kunst. Het huis was een uitdrukking van twee persoonlijkheden. Wat het ornament was voor een huis, was de handtekening voor een schilderij. Zijn visie was dat kunst en leven niet van elkaar konden gescheiden worden.

2020 01 21 151705

Maria Sèthe, als model, in een tuinkleed, ca. 1898. (private collectie/ C. Bild-Kunst, Bonn).

In 1887 was Van de Velde de drijfveer bij de oprichting van ‘L’Association pour l’Art Indépendant’ in Antwerpen. Leden waren: Léon Abry, Florent Crabbeels, Maurice Hagemans, Alexandre Marcette, Isidore Meyers, Georges Morren en Jacques Rosseels. De dichter Max Elskamp fungeerde als secretaris. De eerste en enige expo liep van 29 mei tot 19 juni 1892. Het concept was gebaseerd op ‘Les XX’. Toen heette de kunstkring ‘L’Association pour l’Art’.

Zoals reeds vermeld was Van de Velde een uitstekend schilder die het Divisionisme beheerste. Hij zou zich echter vanaf 1892 toeleggen op het ambacht en zich profileren als groot binnenhuisontwerper en industrieel vormgever.

De kunstambachtelijke techniek was in Engeland reeds ruim vertegenwoordigd door de ‘Arts & Craft’ beweging met als voornaamste vertegenwoordigers William Morris en John Ruskin (16).

Van de Velde zocht een breder arbeidsveld en specialiseerde zich in de vormgeving van boekbanden, letters, titels, ornamenten en... behangpapier.

Rond 1894 verruimde hij zijn horizonten tot driedimensionale zaken als juwelen, meubels, tafelserviezen en kandelaars.

Rond de jaren 1900 zocht hij naar nieuwe vormen met de industrialisering die in volle expansie was. De Art-Nouveau vormgeving zou hij ruilen voor een soberder stijl.

In 1899 voerde hij in Duitsland een opdracht uit voor het ‘Folkwang Museum’ in Hagen. Daar zou het echter niet bij blijven.

Hij ontwierp ook kledij, publiceerde het in het ‘Album de Robes des Dames’; Maria stond model voor diverse ontwerpen en schreef het voorwoord voor de uitgave.

2020 01 21 151722Tweedelige wandelkleding met aangepaste hoed, 1901. (Franz Kullrich, Berlin/ C Bild-Kunst, Bonn).

De ontwerpen getuigden van een nieuwe visie op de moderne kledij en werden in 1900 te Krefeld tentoongesteld.

Het echtpaar kreeg tussen 1895 en 1904 vijf kinderen (17).

In Duitsland had Maria goede contacten met Sophie Herrmann, echtgenote van de kunstschilder Curt Herrmann (18). Henry zorgde voor het interieurontwerp van hun woning. Voor heel wat kledingstukken stond Sophie, net zoals Maria, model.

Een heel goede vriend van de Van de Veldes was Graaf Harry Kessler (19).

Tussen 1901 en 1914 vond hij in Duitsland verscheidene opdrachtgevers. Hij kreeg de titel van artistiek adviseur in Weimar wat leidde in 1904 tot de ‘Kunstgewerbeschule’. Van de Velde werd er als een van de meest toonaangevende figuren op vlak van decoratieve of sierkunsten aanzien.

Hij was voorstander van een nieuw onderwijssysteem gebaseerd op een spontane scheppingsdrang.

Zijn contacten met enkele Belgische kunstenaars bleef bestaan.

In 1898 had Theo kunnen tentoonstellen in Berlijn door Van de Velde. Een jaar later nam hij deel aan de “Wiener Sezession’ en een expo in Dresden.

In 1903 bracht Van Rysselberghe een bezoek aan de familie Van de Velde in Weimar. Hij schilderde Maria met de drie kinderen. Op de wereldtentoonstelling te Gent in 1913 werd dit doek tentoongesteld.

2020 01 21 151743

Mevrouw Van de Velde en haar drie kinderen, 1903. (olie op doek 105,5 x 125,5 cm, ‘Musée du Petit Palais’, Geneve).

Op een reizende tentoonstelling van neo-impressionisten te Weimar, Berlijn en Hamburg stelde Van Rysselberghe 7 doeken tentoon.

In 1925 werd hij benoemd aan het Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde van de Rijksuniversiteit Gent. Hij doceerde er bouwkunst en toegepaste kunsten. Hij kreeg als opdracht de ‘Boekentoren’ te bouwen (1936) voor de bibliotheek van de Universiteit.

In de Abdij ter Kameren werd, naar het model uit Duitsland, in 1926 het ‘Institut des Arts Decoratifs’ opgericht. Van de Velde stond in voor de reorganisatie van het onderwijs van het kunstambacht en de nijverheidskunst tot 1935.

In 1938 ontwierp hij een deel van het prestigieuze museum Kröller-Müller in Otterlo, Nederland.

Hij koos zelf voor een vorm van ballingschap in 1947 en vestigde zich in Zwitserland omdat sommigen hem van collaboratie verdachten. Zijn artistieke carrière had hij grotendeels in Duitsland verwezenlijkt. Het is dan ook meer dan normaal dat hij als Belg in Duitsland zich neutraal moest opstellen in oorlogstijd.

Henry van de Velde was een denkend kunstenaar met uitzonderlijke kwaliteiten als vormgever, interieur ontwerper, als kunstpedagoog maar ook als schilder. Hij was een man met een kritische geest, gevoelig voor het sociale karakter van de kunst.

In het Duitse museum ‘Klassik Stiftung’ in Weimar (Duitsland) loopt momenteel een meerjarenprogramma rond Henry Van de Velde. Men is er bezig met de opmaak van een overzichtstentoonstelling en een inventaris van het werk van de ontwerper. Er verschijnen niet minder dan zes volumes (meer dan 450 blz.) of een ‘Catalogue Raisonné’ van Van de Velde. Onlangs verscheen Volume II ‘Textilien’ over binnenhuisdecoratie en decoratieve kunst. Deel I handelde over de metaalbewerking van Van de Velde. Auteurs van dit indrukkend werk zijn Thomas Föhl en Antje Neumann. Door contact met deze laatste werden gegevens uitgewisseld met betrekking tot zijn tijdelijke verblijfplaats in Knokke. De boeken zijn tweetalig opgemaakt, Duits en Engels.

Het Design Museum van Gent verleende haar medewerking. Zij bezitten immers een grote collectie meubels en voorwerpen van Van de Velde. Eén van de auteurs zocht meer informatie over de familie en zijn verblijf in Knokke. De heemkundige kring ‘Cnocke is hier’ verleende zijn medewerking en kwam zo in het bezit van andere belangrijke informatie over deze grote ontwerper.

In 2013 was er in het KMSK te Brussel een tentoonstelling over de architect-vormgever.

2020 01 21 151801De dubbele villa op de zeedijk in Knokke naar een ontwerp van Henry Van de Velde.

In 1931 kwam Van de Velde nog eens naar Knokke om de plannen te tekenen voor een dubbele villa op de zeedijk. Dit gebouw werd in 1994 geklasseerd. Opdrachtgevers waren Maurice Colman, koffiemakelaar en Albert Savereys, kunstenaar. Dit was zijn enige modernistische project in het Zoute.

Knokke-Heist is Henry Van de Velde niet vergeten. Onlangs kreeg hij een straatnaam in de nieuwe verkaveling Duinenwater aan het station van Knokke.

Voetnoten

  1. Theo Van Rysselberghe (Gent 1862 - Saint Claire (F) 1926), Belgisch Neo-impressionist, leider van een schilderskolonie te Knokke.
    Willy Schlobach (Brussel 1864 - Nonnenhorn (D) 1951), belangrijk impressionist, lid van ‘Les XX’.
    Frantz Charlet (Brussel 1862 - Parijs 1928) impressionist en goede vriend van Van Rysselberghe.
    Rodolphe Wytsman (Dendermonde 1860 - Linkebeek 1927), behoorde tot de eerste groep schilders te Knokke.
    Dario de Regoyos (1857-1913), Spaans kunstenaar die te Brussel verbleef, medestichter van ‘Les XX’.
  2. Karel Verlat (Antwerpen 1824-1890), romantisch-realistisch schilder, leraar aan de academie van Weimar (1869-74), directeur van de academie van Antwerpen (1885).
  3. Welchelderzande, dorp in de Kempen tussen Zoersel en Herentals, sedert 1977 bij Lille gevoegd. Was naast Kalmthout een geliefd schildersoord voor onder meer Jaak Rosseels, Meyers, Baron, Crabeels en Heymans. Van de Velde verbleef er van 1886 tot 1890. De heide, dennenbossen en vennen waren het geliefkoosd onderwerp voor de kolonie.
  4. Georges Seurat (Parijs 1859-1891), Frans post-impressionist. 
    Paul Signac (Parijs 1863-1935), Frans neo-impressionist.
  5. Octave Maus (Elsene 1856-1919), secretaris van ‘Les XX’, kunstminnaar en verdediger van jonge kunstenaars.
  6. Adrien Joseph Heymans (Antwerpen 1839-Schaarbeek 1921), lag aan de basis van de Dendermondse school, oprichter van Vie et Lumière’.
  7. Brief AHKB Bundel 1887, Inv. 4814 (vertaling uit het Frans)
  8. Charles Van Lerberghe (Woumen 1889-1953), volgde lessen in de academies van Brugge en Gent, landschapsschilder.
    Maurice Maeterlinck (Gent 1892 - Nice(F) 1953), letterkundige, dichter, schrijver; won de Nobelprijs Literatuur in 1911. Stephan Mallarmé (Parijs 1842- Vulaines-sur-Seine 1898) dichter, symbolist.
    Max Elskamp (Antwerpen 1862-1931), Franstalig dichter symbolist, grafisch kunstenaar.
  9. Archief Gemeentebestuur Knokke-Heist, bevolkingsregister 1890-1900.
  10. Henry Van de Velde, Volume II ‘Textilien’, Weimar museum, 2014.
  11. De Brusselse advocaat Edmond Picard huurde een villa op de dijk te Heist. Daar verbleef gedurende de zomer Theo Van Rysselberghe. In 1887 had hij Picard vergezeld naar Tanger op officiële Belgische missie naar Baron Whettnal, ambassadeur van België. Picard zou zich ontfermen over Belgische kunstenaars.
  12. Briefwisseling Henry Van de Velde, MSKB, AHK, ...
  13. William Morris (Walthamstow 1834-London 1896), grondlegger van de Arts & Crafts beweging, ontwerper van boeken, tegels, textiel, glas in lood en tapisserie.
  14. Frank Brangwyn (Brugge 1867- 1956), Brits illustrator, schilder, aquarellist en graveur. Zoon van een architect William Brangwyn. Werkte voor Morris als glazenier.
  15. Conté-tekening: in 1891 tentoongesteld bij Les XX, ‘Intimiteit’ Maria bij haar naaiwerk. Schilderij: ‘Familie in een boomgaard’ wordt ze rechts afgebeeld bij Maria Van Rysselberghe, tentoongesteld onder de titel ‘En Juillet, avant-midi’.
    Conté-tekening: Intérieur, Le Soir, les trois filles Sèthe, toont Maria met handwerk.
  16. John Ruskin (1863-1900), veelzijdig kunstenaar, aquarellist, essayist, filantroop en architect.
  17. -Cornelie Jenny of ‘Nele’ (1897-1965), oudste dochter, bleef kinderloos, was grafisch ontwerpster, verbleef bij haar ouders, vergezelde haar vader naar Zwitserland in 1947.
    - Hélène Johanna Rosina (1899-1935), huwde in 1923 met een bankier uit Hamburg Joachim von Schinckel (1895-1976). Het echtpaar kreeg twee kinderen, Cecile (1923-1983) en Clemens (1927-2009). Ze woonden in Blankenese. Hélène overleed aan kanker in 1935.
    - Anne Sophie Alma (1901-1944), huwde met Joachim van Houweninge (1899-1969), hadden 3 kinderen, Nele, Lucy en Gerard. Ze woonde een tijdje in Indonesië en stierf er in Surabaya in een Japannees concentratiekamp in 1944.
    - Thylbert of ‘Thyl’ (1904-1980), tweeling, werd ingenieur, huwde met Leentje Teirlinck en een tweede keer met Rachel van den Berghe, bleef kinderloos, werd eigenaar van de fabriek Van de Velde.
    - Thylberte of ‘Thylla’ (1904-1955), tweeling, modeontwerpster, vanaf 1926 gaf ze les in ‘Ter Kameren’. Huwde met Pierre Janlet (1900-1991) en later in een tweede huwelijk met Robert Kröller (1897-1954), professor in 1930 in Ter Kameren’.
  18. Curt Hermann (1854-1929) Berlijns kunstschilder gehuwd met Sophie Herz (1872-1931) schilderes, meter van Anne dochter van de Van de Veldes.
  19. Graaf Kessler (1868-1937), was dokter-jurist, verzamelaar, kunstcriticus, uitgever en later diplomaat. Hij was een cliënt van V.d.V. in 1897; deze ontwierp het interieur van zijn woningen in Berlijn en Weimar. Kessler schreef in ‘Das Tagebuch’ (1880-1937) over Van Rysselberghe te Knokke. (Marbach, Deutsches Literaturarchiv).

Bibliografie

  • St. Jacobs, Henry Van de Velde, Wonen als kunstwerk, een woonplaats voor kunst, Van Halewyck, 1996.
  • D. Lannoy, Knokke en de Belle Epoque, De Distel, Knokke-Heist, 1993.
  • D. Lannoy, F. Devinck, T. Thomas, Impressionisten in Knocke & Heyst, tentoonstelling en catalogus, Scharpoord, Knokke-Heist, Stichting Kunstboek, 2007.
  • D. Lannoy, F. Devinck, T. Thomas, Van het Atelier naar de Kust, tentoonstelling en catalogus, Scharpoord, Knokke-Heist, Stichting Kunstboek, 2012.
  • Thomas Föhl/Antje Neumann, Henry Van de Velde, Textilien/Textiles, Volume II, Klassik Stiftung, Weimar.
  • Theo Van Rysselberghe, overzichtstentoonstelling Paleis voor Schone Kunsten, Brussel, 2006.

Henry Van de Velde en Knokke (1863-1957)

Danny Lannoy

Cnocke is Hier
2014
51b
001-009
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:49:21