Knokke en de Atlantikwall
Fliegerhorst Knocke

Eddy Lambrecht

In 1929 werd het vliegveld te Knokke aangelegd op de gronden van de ‘Compagnie Immobilière Het Zoute’. Dit gebeurde door het Ministerie van Verkeerswezen, Bestuur der Luchtmacht, voor een concessie van 30 jaar.

Bij het vliegplein was een stationsgebouw voorzien met opschrift ‘Zoute’, een douanekantoor, een clubhuis en een vliegtuigloods. Private en commerciële vliegtuigen konden er landen.

Het vliegveld strekte zich uit tussen het vogelreservaat en de Hazegraspolderdijk, de huidige Graaf Leopold Lippensdreef en Ooievaarslaan en was gelegen op 600 meter van de zee en 5 meter boven de zeespiegel. Verantwoordelijke was een stationschef, afgevaardigd door de Regie der Luchtwegen. Kleine reparaties konden uitgevoerd worden, benzine en olie waren voorradig. De douane was aanwezig op het vliegveld van 1 juni tot 30 September.

Op 18 juli landde het eerste toestel op het vliegveld van Knokke. Het was een Fokker van ‘Sabena’.

De luchtvaartmaatschappij ‘Société Anonyme d’Exploitation et de Représentation d’Aéronautique’ (A.E.R.A) uit Deurne die luchtdopen, rondvluchten en vlieglessen verstrekte, streek gedurende de zomermaanden neer op het vliegveld van Knokke. Later volgde ook de ‘K.L.M.’.

De Britse firma ‘Hillman’s Airways Ltd’ kwam eveneens passagiers afhalen in het Zoute. Vliegfeesten met internationale deelneming ten bate van het Rode Kruis moesten het sportvliegen bekender maken bij het grote publiek.

Op 10 mei 1940 om 05.00 uur werd het Knokse vliegveld brutaal uit zijn slaap gewekt. Een Duitse bommenwerper bestookte het vliegveld met bommen en machinegeweren. Door deze verrassingsaanval was in Knokke ook de ‘Blitzkrieg’ een feit. Vier Belgische soldaten sneuvelden voor het vaderland, andere soldaten en ook burgers raakten zwaar gewond.

Verschillende (verouderde) Belgische jachtvliegtuigen die opgesteld stonden tussen de vliegtuigloods en het Zwarte huis werden zwaar beschadigd. In de vliegtuigloods werden door een brand in totaal 5 militaire en burgervliegtuigen vernield.

Twee dagen later werd tegen de middag opnieuw een luchtaanval uitgevoerd op het vliegveld. Vader en zoon Eggermont die op het vliegplein woonden en werkten raakten zwaar gewond en overleden later.

Na de capitulatie van het Belgisch leger werd het vliegplein bezet door eenheden van de Duitse overweldiger en kreeg het de nieuwe benaming ‘Fliegerhorst Knocke’. Zij hadden grootse plannen om Engeland binnen te vallen (Operatie Seelöwe) en alle vliegvelden konden daarbij van dienst zijn.

Uitbreidingswerken werden aangevat, putten werden gedempt, graszoden aangevoerd. Er werden ook nieuwe startbanen aangelegd. De Knokkenaars die zonder werk zaten hadden geen andere keuze dan voor de Duitse bezetter te gaan werken, wilden ze brood op de plank hebben. Aanpalend aan het noordelijk deel van het vliegveld werden nieuwe vliegtuighangars opgericht.

Toen echter later bleek dat de invasie van Engeland een droom zou blijven verminderde het belang van het vliegveld en werd het gebruikt voor het stationeren van de vliegtuigen die de doelzakken moesten slepen voor de luchtafweer. Dit was een voltijdse taak, tussen de Appelzakstraat en verder naar het Zwin toe was namelijk de ‘Flakschule Belgien’ opgericht en het was een komen en gaan van luchtafweereenheden die van heinde en verre kwamen om te oefenen en onderricht te krijgen.

Op 17 september 1941 werd de Ju 34 die de doelzak sleepte neergehaald door Britse ‘Spitfires’ die een verrassingsaanval uitvoerden. De Ju 34 werd neergeschoten nabij het vliegveld. Een ‘Fieseler Storch 156’ werd eveneens op de korrel genomen en stortte neer in de Golf nabij de Helmweg.

Toen een ploeg arbeiders op 7 november 1942 aardappelen loste in één van de burgervliegtuig- loodsen sloeg het noodlot toe. Deze hangar was het doelwit van een Britse jachtbommenwerper. Een bom ontplofte in de loods en doodde vijf arbeiders: Gustaaf Boulion, René Hemschoote, Medard Waeghe, Sylverius De Vinck en Constant Timmerman. Anderen raakten zwaargewond.

2020 01 12 133939

Sylverius De Vinck overleed een dag later aan de opgelopen verwondingen.

Sylverius De Vinck

Bidt God tot zielerust van echtgenoot van Magdalena Costers geboren te Hoeke, den 18 April 1899, jammerlijk getroffen bij een vliegeraanval te Knokke a/z, den 7 November 1942, 's anderdags, gesterkt door de H.H Sakramenten der Stervenden, godvruchtig overleden te Brugge, en begraven te Knokke a/z.

*****

Dit uittreksel uit het oorlogsdagboek van de ‘712 Infanterie Division’ leert ons dat op 7 november 1942 de Britse RAF zeer bedrijvig was en niet alleen het vliegveld van het Zoute het doel was.

Brugge en Sluis werden eveneens aangevallen. Op het strand bij ‘Widerstandsnest Badhuis’ te Cadzand viel ook een bom. De tram van Sluis naar Retranchement werd beschoten met als gevolg één zware en zes licht gekwetste soldaten.

2021 02 10 081955

7.11.42

Wieder sehr rege englische Fliegertätigkeit. Die Flugwache des Widerstandsnestes Brücke wurde um 15.30 Uhr von einem englischen Flieger angegriffen. Der Posten wurde nicht getroffen. In Brügge warf ein englischer Flieger eine Bombe. Es entstand kein Sachschaden. Nach 15 Uhr wurden 2 Bomben 4-5 km südlich, 1 weitere 4-5 km nordostwärts von Sluis geworfen. Eine Bombe wurde um 16.20 Uhr bei Badhuis auf den Strand geworfen. Um 16.22 Uhr wurde die Werfthalle auf dem Flugplatz Het Zoute mit Bomben und Bordwaffen angegriffen. 4 Belgier wurden getötet, 10 verletzt. Um die gleiche Zeit wurde der Personenzug von Sluis nach Retranchement beschossen, 1 Angehöriger der Luftwaffe wurde schwer verletzt, 6 weitere leicht verletzt.

2020 01 12 134021Deze schets van kort na WO2 getekend door de Belgische genie toont de militaire constructies (in het zwart) opgetrokken kort voor en tijdens WO2 op de zuidelijke kant van het vliegveld. Deze constructies werden opgericht om de bestaande burgerlijke gebouwen aan te vullen. Rechts de vooroorlogse dubbelloods (arcering) en in het midden het schuin geplaatste stationsgebouw.

  • Nrs. 231 en 237 zijn barakken van het Belgisch leger met afmetingen 15 m x 5 m.
  • De nrs. 232 en 235 zijn schuilplaatsen van 8 meter lengte voor het personeel van het vliegveld, en die opgetrokken zijn met betonnen wanden en dak. De constructie is bedekt met aarde. Er zijn twee ingangen.
  • Nr. 233 is een hoogspanningscabine die nog steeds in werking was.
  • Nr. 234: houten barak met afmetingen 15 m x 8 m, gebruikt voor burelen en verblijven met elektrische verlichting.
  • Nr. 236: groot gebouw naast het stationsgebouw in baksteen gebruikt als kazernering, bestaande uit lokalen, magazijnen, kantine, 2 garages voor auto’s, met afmetingen 29 m x 10 m. Er is centrale verwarming en elektrische verlichting aanwezig.

Daaraan palend was er een gebouw opgetrokken uit betonsteen met douches.

Constructie nr. 238 was in baksteen, afmetingen 29 m x 10 m. Deze garage met opslagruimtes, atelier en burelen was zwaar beschadigd door een luchtbombardement en voor de helft met de grond gelijk gemaakt.

De burgerlijke gebouwen nodig voor de uitbating van het vliegplein en die nog in goede staat waren werden evenals de militaire gebouwen nrs. 231, 234, 236 en 237 betrokken door eenheden van de ‘Royal Air Force’.

De Duitse verdedigingswerken rond het vliegplein en de gebouwen op het zuidelijk gedeelte van het vliegveld waren wel talrijk maar niet indrukwekkend noch sterke constructies. Het waren eenvoudige veldversterkingen of lichte niet-permanente constructies.

De bunkers van WO I nabij het vliegveld, boden als enigen de beste bescherming tegen bombardementen.

Kortom, de verdedigingswerken van het latere ‘Stuetzpunkt Fliegerhorst’ stelden niet veel voor in vergelijking met de andere steunpunten in de duinen van Knokke.

2020 01 12 134141Op het vliegveld van het Zoute werden twee waterbronnen aangelegd. De uitvoering van de constructie was ‘feldmässig', bestand tegen lichte bommen en granaten.

2020 01 12 134124Tegen het noordelijke deel van het vliegveld bij de Koninklijke Villa (aangeduid op deze naoorlogse schets) werden 7 vliegtuighangars opgetrokken in bebost terrein om hen te onttrekken aan luchtwaarneming. Deze vliegtuigloodsen waren verbonden door een betonweg met de Ooievaarslaan, toen dienstweg van het vliegveld. Het geheel werd door de Duitsers ‘Stp Königliche Villa’ genoemd.

In 1945 was de situatie daar de volgende:

  • Nr. 221: vliegtuighangar van 26 meter x 20 meter, met 3 muren uit baksteen opgetrokken en schoormuren.
  • Nrs. 222-223 waren houten barakken van 32 m x 8 m, voor verblijf en burelen ingericht met elektrische verlichting.
  • Nr. 224: zelfde als nr. 221, maar met een schuilplaats 6 m x 1 m in beton aan de achterkant voor het personeel.
  • Nrs. 225-226: idem als nr. 224.
  • Nr. 227: idem als nr. 221, was buiten dienst als loods, maar door afscheidingen in baksteen ingericht met kleine ruimtes voor opslag van brandstoffen en oliën.
  • Nr. 228: opstelling voor machinegeweer dat in tegengestelde richting kon vuren naar het landingsterrein op het vliegveld.
  • Nrs. 229-230: zoals nr. 221, maar nr. 230 werd niet afgewerkt, dak ontbrak.
  • Nr. 218: Nabij het verblijf van de huisbewaarder was een houten uitkijktoren opgericht van 12 meter hoog, opgetrokken met 4 palen, dwarsliggers en schoren, platvorm van 2 meter diameter.
  • Nr. 214 was een ontsmettingslokaal 5 m x 4 m bij gasaanvallen, nr. 213 een vernielde constructie opgetrokken uit betonnen blokken en nr. 215 een vernielde houten barak.
  • Nr. 216: garage met betonnen dak en muren voor vier voertuigen.
  • Nr. 217: keuken 20 m x 5 m met elektriciteit en centrale verwarming.

Aan de noordzijde van ‘Stp Königliche Villa’ was de verdediging samengesteld ondermeer uit beddingen voor zware machinegeweren, schansen voor mortieren te bereiken door een verbindingsloopgraaf en een platform voor licht stuk veldgeschut.

Op de Internationale Dijk waren er twee betonnen platforms gebouwd met daarop metalen steun voor affuit lichte Flak op wielen. Ten westen van het vliegveld was het uitgestrekte mijnenveld ‘Odette’ aangelegd en enkele stellingen lichte Flak.

 

2020 01 12 134141Bij de vliegtuigloodsen nabij de Koninlijke Villa werden 4 waterbronnen aangelegd. Deze waterputten waren nodig voor het blussen van branden in de loodsen of aan de vliegtuigen.

 

2020 01 12 134153Toen het vliegveld opgeheven werd in 1943, veranderde de benaming ‘Fliegerhorst Knokke’ in ‘Widerstandsnest Fliegerhorst Knocke’ en uiteindelijk werd het ‘Stuetzpunkt Fliegerhorst Knocke’. Aan de noordzijde werd het begrensd door steunpunt “Königliche Villa’ en links door het mijnenveld ‘Odette’ (Duitse stafkaart 1944).

 

Om landingen van geallieerde parachutisten of zweefvliegtuigen te verhinderen werd het vliegveld bezaaid met ‘Rommelasperges’, dit zijn boomstammen in de grond geplant (‘pit en stoake’) en verbonden met prikkeldraad. Een deel van het vliegplein was zelfs een mijnenveld geworden.

2020 01 12 134205Deze foto werd genomen op het steunpunt (Stuetzpunkt) ‘Schiessplatz’ dat zich bevond aan de Zeedijk ten oosten van de Appelzakstraat. De naam van dit steunpunt vond zijn oorsprong in de Flakeenheden die daar kwamen oefenen.

Op de achtergrond zien we de dubbele vliegloods van het vliegveld te Knokke. Een Belgische arbeider slaat links het tafereel gade.

 

2020 01 12 134219Een 88 mm Flakkanon op het ‘Stp Schiessplatz’ in het Zoute. De Ju34 van het vliegveld in het Zoute trok over zee tegen de kustlijn een zak voort die vastgemaakt was aan een kabel van 250 meter lengte en die diende als doelwit voor de ‘Flak’.

 

2020 01 12 134244Foto van Duitse infanterie op weg naar het strand nabij het Zwin voor schietoefeningen met scherpe munitie. Op de achtergrond de vooroorlogse vliegtuigloods.

 

2020 01 12 134300Vergroting voorgaande foto. Rechts van de vliegtuigloods staat een ‘Opel Blitz’ stafwagen van de Luftwaffe die een eigen wagenpark had op ieder vliegveld, en we zien daarnaast nog net het staartstuk en de rechtervleugel van een Duitse laagdekker. Het is de ‘Junkers 34’ die gebruikt werd voor het slepen van luchtdoelen. De antennes van de Ju 34 zijn duidelijk te zien, dit toestel werd neergeschoten op 17 september 1941 door Britse toestellen. De piloot vloog op te lage hoogte en zijn valscherm ging niet meer open, zodat hij 2 meter diep in de grond sloeg zoals getuigen later vertelden.


2020 01 12 134316De ‘Junkers 34’ was ontworpen voor vervoer van personen en vracht. In het toestel konden een piloot, co-piloot en 6 passagiers plaats nemen ofwel kon er 1500 kg vracht meegevoerd worden. Met een motor BMW 132 van 660 pk kon de Ju 34 een maximum snelheid van 265 km/uur halen (toestel op foto is niet dat van Knokke).

2020 01 12 1343332020 01 12 134343Enkele van de betonbaantjes door de Duitse genie aangelegd naar de verdwenen vliegtuighangars bij de Koninklijke Villa (foto Tristan Cools).

 

Deze zeldzame foto toont een jachtvliegtuig ‘Messerschmitt 109’ op het grasveld van het Zoute vliegplein met op de achtergrond de twee gecamoufleerde vliegtuigloodsen.

Dit betekent niet dat er ooit Duitse jachtvliegtuigen op dit vliegveld gestationeerd waren. Het gaat hier om een jachtpiloot in opleiding die tijdens een oefenvlucht een tussenlanding maakte te Knokke. Hij noemde zijn kist ‘Krähe’ (kraai). Duitse geniesoldaten in witte kledij zijn bezig met het onderhoud van het grasplein.

Interessant is het vliegtuig opgesteld achter de vrachtwagen. Dit is een Henschel Hs 126, toestel dat gebruikt werd voor waarneming, verkenning maar dat ook zweefvliegtuigen kon slepen.

Na het begin van W02 raakte dit type gaandeweg verouderd en niet meer geschikt voor operationele opdrachten. De Henschel 126 was uitgerust met een ‘Bramo 323’ motor of een ‘BMW 123 Dc’ motor van 850 pk en haalde en maximum snelheid van 356 km/uur. Het toestel werd geprezen voor zijn mogelijkheid om op korte afstand te kunnen opstijgen.

Nu zijn er 3 veronderstellingen mogelijk wat de Henschel op de (ongedateerde) foto betreft:

  • De Henschel 126 had geen vaste standplaats op het vliegveld.
  • Het toestel verving de ‘Fieseler Storch’ nadat dit laatste toestel neergeschoten was.
  • Het blijft ook mogelijk dat de Henschel 126 verward is geworden met een ‘Fieseler Storch’. Beiden zijn hoogdekkers met een lang landingsonderstel, en de Henschel 126 kon zoals de ‘Fieseler Storch’ 156 (zijn opvolger bij het leger) op korte afstand landen en opstijgen.

De verouderde Henschel 126 kan op het vliegveld te Knokke een tweede leven gekregen hebben, namelijk het slepen van de doelen voor de luchtafweer of als lestoestel. Nieuwe toestellen zoals de Fieseler Storch werden liever aan het front ingezet. Er wordt aangenomen dat het toestel dat in de Golf neerstortte een ‘Fieseler Storch 156’ was (door de Knokkenaars de ‘mug’ genoemd), maar sommige getuigen meenden zelfs een dubbeldekker te hebben zien vallen.

Na WO II werd het vliegveld terug geopend, echter zonder internationale verbindingen, om definitief te sluiten in 1960 bij de beëindiging van de concessie.

Bronnen

  • Atlantikwall in Zeeland en Vlaanderen - Sakkers en Houterman - Middelburg 1990.
  • Etat Major de destruction, opmetingen Atlantikwall door Belgische genie 1945-1948, Evere
  • Knokke onder de oorlog 1939-1945 - deel 2- André D’Hondt - Cnock is Ier 1984
  • Luchtvaart en Golf te Knokke-Zoute - Constant Devroe -1986
  • Bijlage Stuetzpunkt Oostburg - J. Houterman en H. Sakkers - Middelburg 1996.

Foto’s

  • Verzameling auteur

 

In april 2014 verschijnt van dezelfde auteur het boek
“Knokke en Westkapelle bezet 1914-1918”.

Knokke en de Atlantikwall - Fliegerhorst Knocke

Eddy Lambrecht

Cnocke is Hier
2014
51a
013-021
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:49:21