Duitse oorlogsgraven te Knokke-Heist - WO I

Eddy Lambrecht

Uit registers bewaard in het Koninklijk Legermuseum te Brussel blijkt dat tijdens WO I er te Knokke en te Heist Duitse militairen werden begraven.

Knokke

2020 01 21 144334

Algemene aanduiding ligging oude begraafplaats bij de Sint-Margaretakerk (Koninklijk Legermuseum Brussel).

2020 01 21 144402Duitse schets met aanduiding ligging van de kerk en plaats waar de Duitse militairen begraven lagen op het oude kerkhof nabij de Lippenslaan. Het wachthokje in de Lippenslaan voor de kusttram staat ook aangeduid.
De nummers op de graven duiden de volgorde van teraardebestelling aan. (Koninklijk Legermuseum Brussel). 

2020 01 21 144427De officiële Duitse lijst met de grafnummers die eveneens op de eerste tekening aangeduid staan. (Koninklijk Legermuseum Brussel).

Drie militairen waren bij het 1ste Matrosen Artillerie Regiment (Müller, Schülze en Babl) en één was bij het 2de Matrosen Artillerie Regiment (Dehne). Deze eenheden bemanden de marinebatterijen in het bezette deel van de Belgische kust.

Süssmilch was lid van het 5de Matrosen Regiment, wielrijderscompagnie.

Alhoewel Wites Jos. al op 17 december 1914 overleden is staat hij maar als vijfde ingeschreven. De namen bij zijn overlijdensdatum klinken niet Duits. Wites zijn rang noch zijn regiment worden vernoemd, ook geen geboortedatum.

Dehne Fritz kwam om bij een vliegtuigbombardement te Blankenberge. Ortskommandant Jahncke vorderde met Kommandanturbefehl voor de begrafenis een almoezenier van de marine, muzikanten uit Zeebrugge en marinesoldaten voor de begeleiding naar het kerkhof.

Het stoffelijk overschot van Schülze werd na de oorlog overgebracht naar Duitsland.

Liggen begraven op de Duitse militaire begraafplaats te Vladslo, blok 1: Müller Paul: graf 1058, Dehne Fritz: graf 1093, Wites Jos.: graf 1091, Babl Josef: graf 1094, Süssmilch Otto: graf 1092.

2020 01 21 144519Enkele van de graven op het kerkhof bij de St. Margaretakerk.

2020 01 21 144501Lippenslaan. De begrafenisstoet voor Matrose Süssmilch, verdronken tijdens het baden in zee. Süssmilch was lid van het 5de Matrosen Regiment, wielrijderscompagnie.

In tegenstelling met de Duitse lijst van de oorlogsgraven te Heist werd op deze van Knokke geen melding gemaakt van de twee Britse graven (zie ook ‘Cnock Is Ier’ nrs 41/2004 en 42/2005).

2020 01 21 144547Aanduiding van de ligging van de Duitse begraafplaats te Heist bij de Ramskapellestraat en detail van de plaats van Duitse graven op het kerkhof. (Koninklijk Legermuseum Brussel).

Deze plannen moesten door de Duitse overheid na WO I overgemaakt worden aan de Belgische regering om deze laatste toe te laten zicht te krijgen over de diverse verspreide Duitse begraafplaatsen.

De graven van twee Britten op dezelfde begraafplaats, komen niet voor op de schets.

2020 01 21 144602Duitse lijst met oorlogsgraven. Het gaat hier om 6 graven van Duitsers en 2 Britten. (Koninklijk Legermuseum Brussel).

3 Duitsers maakten deel uit van Matrosen Artillerie Regiment 1 of 2 (Barche, Kaiser en Seeliger). Eén was bij het Matrosen Regiment 5 (Sternberg), één was bij het Marine Infanterie Regiment 1 - wielrijderskompagnie (Rechlin).

Eisemann Otto was arbeider bij de firma Schlüter-Zimmermann, die waarschijnlijk gecontracteerd was voor de aanleg van verdedigingswerken aan de kust.

Rechlin Wilhelm stierf te Heist door ziekte, Sternberg overleed op 15 juni 1918, één dag nadat zijn regiment de sector Hollandse grens-Blankenberge verlaten had.

Liggen nu begraven op de Duitse militaire begraafplaats te Vladslo, blok 1:

  • Barche Otto, graf 1088
  • Kaiser Otto, graf 1089
  • Seeliger Bruno, graf 1090
  • Sternberg Ernst, graf 1087
  • Rechlin Wilhelm, graf 1085

Heist

Te Heist lagen ook 2 Britten begraven die sneuvelden op 23 april 1918 tijdens de raid op Zeebrugge:

  • Sneyd Thomas, private, Royal Marine Light Infantry, 4th Battalion Royal Marines
  • Lee Ralph, able seaman, HMS North Star

Beiden liggen thans begraven te Langemark, ‘Cement House Cemetery’, graves XX.A 25 en XX.A.26.

Thomas Sneyd behoorde tot de eenheden Royal Marines die via de ‘Vindictive’, ‘Daffodil’ en Iris de havenmuur bestormden. Velen geraakten niet eens tot daar, maar werden al gedood op hun schip of op de loopplanken naar de havenmuur.

Vanaf de smalle wandelgang op de muur waren zij een uitstekende schietschijf voor de verschanste Duitsers en het vuur vanaf aangemeerde Duitse schepen.

Ralph Lee was lid van de bemanning van de destroyer ‘HMS North Star’ die de haveningang binnen stoomde maar bij het verlaten ervan na intense beschietingen door Duitse landbatterijen en vanaf de havenmuur, tot zinken werd gebracht buiten de havenmuur.

2020 01 21 144630De ingang van het Kanaal Brugge-Zeebrugge, foto genomen de dag na de Britse aanval.

De 3 Britse blokschepen zijn duidelijk te zien. Door de Britten werd de aanval voorgesteld als een grote overwinning, voor het Britse volk was het op dat ogenblik een welgekomen morele opkikker. Een dag later echter voeren Duitse oorlogsschepen terug naar open zee via het kanaal.

De aanval werd voor de Britten een bloedbad, maar hun moed, doodsverachting en opofferingsgeest staan buiten kijf. Acht ‘Victoria Cross’ onderscheidingen werden verleend tijdens de aanval, wat nog nooit eerder gebeurd was met de hoogste Britse onderscheiding voor moed en zelfopoffering.

De Britse verliezen bedroegen 214 doden, 383 gewonden en 19 gevangenen. De Duitsers telden 6 doden en 16 gewonden.

2020 01 21 144645De graven van Lee en Sneyd werden in 1956 overgebracht naar de Britse concentratiebegraafplaats ‘Cement House’ in Langemark.

2020 01 21 144705Deze Duitse kanonniers van land- en zeemacht lieten zich op 10 januari 1915 fotograferen te Heist. Blijkbaar werd de oversteek naar Engeland (Partie London) toen nog als een formaliteit aanzien.

2020 01 21 144720Uit deze brief van het Gemeentebestuur Heist blijkt dat er in 1921 nog een stoffelijk overschot van een onbekende soldaat aanspoelde te Heist. Hier zou het om een Duitser gaan. (Koninklijk Legermuseum Brussel).

(Koninklijk Legermuseum Brussel).

(SCHILD)
Gemeentebestuur Heyst-aan-Zee
Administration Communale de Heyst-sur-Mer

Heyst-aan-zee, 13 april 1921

Mijnheer de bestuurder
Van den Krijgsbegravingsdienst te Brugge

Als gevolg aan uw schrijven van 14n dezer heb ik de eer U hierbij laten geworden een afschrift van de overlijdensakte van een onbekend persoon aangespoeld op ’t zeestrand op het grondgebied onzer gemeente. De tatoueering op het lichaam laten vermoeden dat het het lijk was van een duitsch soldaat.

Gelief te aanvaarden, Mijnheer de Bestuurder, de verzekering onzer bijzondere hoogachting.

(STEMPEL: Gemeentebestuur van Heyst-aan-Zee, West-Vl.)

…De burgemeester,
(HANDTEKENING)
Schepen
Annexe n’a pas été trouvée.

Bronnen: Koninklijk Legermuseum Brussel.

Foto’s: verzameling auteur.

Duitse oorlogsgraven te Knokke-Heist - WO I

Eddy Lambrecht

Cnocke is Hier
2013
50b
017-024
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:49:21