Bisdommen. Oorlogsverslagen WO I

Gerrit Vanden Bosch

http://search.arch.be/nl/tips/132-oorlogsverslagen-wo-i

  1. Inleiding

Honderd jaar na de start van de Groote Oorlog worden talrijke projecten gelanceerd, die de geschiedenis van deze oorlog proberen te duiden. Verhalende bronnen, die tijdens of vlak na de oorlog tot stand kwamen, zijn voor historici van cruciaal belang. Uiteraard persoonlijke aantekeningen en dagboeken, maar ook bronnen die de ontwrichting van het dagdagelijkse leven in dorpen en steden tonen. Pastoors waren bevoorrechte waarnemers om verslag te doen over de impact van de oorlog in hun parochies.

  1. Situering

De oorlogskardinaal Joseph Desire Mercier (1851-1926)

Kardinaal Joseph Desire Mercier gaf na het einde van de Eerste Wereldoorlog de aanzet tot het ontstaan van een herinneringscultuur in België. Geen toeval... De Belgische regering was naar Le Havre uitgeweken en koning Albert I lag met zijn leger achter de IJzer, waardoor Mercier de enige gezagsdrager was, die de hele oorlogstijd door in het bezette België verbleef. Hij belichaamde het morele verzet van poor little Belgium tegen Duitsland. Mercier wakkerde in zijn herderlijke brieven het door de Duitse bezetting opgewekte Belgische patriottisme aan en plaatste dit binnen een religieus kader. Hij steunde daarmee resoluut de Entente-mogendheden Frankrijk, Engeland en Rusland.

De Belgische kardinaal was voor de geallieerde propaganda een ideale figuur om de onverzettelijkheid van het dappere kleine België te verzinnebeelden - het onschuldige slachtoffer van de brutale Duitse agressie. Mercier werd na de oorlog een waar cultfiguur - als een oorlogsheld in Frankrijk, Groot-Brittannie en de Verenigde Staten bewonderd en bejubeld.

Herinnering of propaganda

Een maand na het officiële einde van de oorlog (december 1918) richtte le Grand Cardinal een interdiocesane commissie op die hij met een drievoudige opdracht belastte: het opstellen van een waarheidsgetrouw relaas van wat er zich in België tijdens de oorlogsjaren had afgespeeld, het verankeren van de oorlogsgebeurtenissen in het collectieve geheugen (Wat we nooit mogen vergeten...) en het in de verf zetten van de rol van de Belgische kerk in het verzet tegen de Duitse agressor. Deze doelstelling - getuigenis, herinnering en propaganda - moest in een prestigieus boek ‘Histoire de l’Eglise belge pendant la Grande Guerre (1914-1918)’ gestalte krijgen.

De eerste stap in de realisatie van dit project was een uitgebreide bevraging van de parochiegeestelijkheid. Alle pastoors kregen in het voorjaar van 1919 een vragenlijst toegestuurd die als leidraad moest dienen bij het schrijven van hun parochierelaas. Deze verslagen werden per bisdom ingezameld en moesten het materiaal leveren waarmee het gedenkboek gestoffeerd zou worden. Dit liep echter niet van een leien dakje - discussies over de opzet en indeling van het boek, ontbrekende of zeer onvolledige verslagen, gebrek aan financiële middelen, desinteresse van de bisschoppen en werkoverlast van de commissieleden zorgden voor praktische problemen en vertraging. De doodsteek voor het initiatief was het plotse overlijden van de commissievoorzitter Alfred Cauchie (1922).

  1. Inhoud en structuur van de verslagen

Het gedrukte enquêteformulier bevatte veertien vragen, waarvan sommige in een aantal deelvragen onderverdeeld. Na een inleidende vraag over de bestuurlijke en geografische ligging van de parochie waren de zes eerste vragen gewijd aan de Duitse inval in 1914. De volgende zeven vragen peilden naar de verschillende aspecten van het bezettingsregime, waarbij de klemtoon op de weerslag van de Duitse bezetting op het religieuze leven lag - de evolutie van het aantal kerkgangers en communies, opeisingen van parochiekerken met het oog op lutherse kerkdiensten voor Duitse soldaten en de ‘openbare zedelijkheid’. Daarnaast moesten er ook inlichtingen verschaft worden over de verplichte tewerkstelling, de deportatie van arbeiders naar Duitsland, het lot van de politieke gevangenen. Geestelijken die in het leger hadden gediend als aalmoezenier of brancardier, de onder de wapens geroepen parochianen en de gesneuvelden dienden eveneens te worden opgesomd. Tenslotte moest ook over het einde van de oorlog, de terugtrekking van het Duitse leger en de terugkeer van krijgsgevangenen en politieke gevangenen bericht worden.

Tegen 20 april 1919 (Paasdag) moesten de pastoors hun verslag opgestuurd hebben. Aan deze bevragingsoproep werd door de parochieclerus in wisselende mate gehoor gegeven. Sommige verslagen zijn nauwgezet volgens de opgegeven vragenlijst gestructureerd, andere zijn eerder een ‘vrije oefening’. De lengte van de verslagen varieert - van zeer uitgebreid tot een of twee velletjes. Hier en daar stuurde een pastoor een laconiek briefje naar het bisdom met de mededeling dat er tijdens de oorlogsjaren in zijn parochie niets bijzonders gebeurd was.

  1. Bewaarplaatsen

De bevraging van de clerus werd door elk bisdom afzonderlijk georganiseerd. De archivarissen van de bisdommen waren belast met het verzamelen en verwerken van de verslagen. In 1918 bestonden in België zes bisdommen: de Vlaamse bisdommen Brugge en Gent, de Waalse bisdommen Doornik, Namen en Luik en het tweetalige aartsbisdom Mechelen. De grenzen van de bisdommen vielen min of meer samen met de provinciegrenzen. Enkele bisdommen strekten zich uit over twee of meer provincies. Het aartsbisdom Mechelen omvatte de huidige provincies Vlaams- en Waals-Brabant, de provincie Antwerpen en het huidige Hoofdstedelijk Gewest Brussel. Het bisdom Namen omvatte de provincies Namen en Luxemburg. Het bisdom Luik tenslotte besloeg zowel de gelijknamige provincie als de provincie Limburg. De verslagen kwamen uiteindelijk terecht in de archieven van het bisdom waartoe de betrokken parochies behoorden.

Heden ten dage worden de originele verslagen in de archiefdepots over heel België verspreid bewaard. Voor Vlaanderen en Brussel bevinden zich verslagen in de bisschoppelijke archieven van Brugge, Gent, Mechelen en - in beperkte mate - Antwerpen. Voor Wallonië zijn verslagen terug te vinden in de archieven van het bisdom Luik en Namen, het Rijksarchief te Namen en het kathedraalarchief te Doornik.

  1. Digitaliseringsproject

Inspelend op de hernieuwde belangstelling voor en de herdenking van de Groote Oorlog hebben de Belgische bisdommen en het Algemeen Rijksarchief het initiatief genomen om de bewaard gebleven verslagen te digitaliseren. Dit project verhoogt de mogelijkheid tot consultering en draagt tegelijk bij tot de conservering van de originele verslagen op de langere termijn.

Het digitaliseringsproject verloopt in verschillende fasen. In 2013 werden de verslagen van het aartsbisdom Mechelen en het bisdom Gent gedigitaliseerd. In het voorjaar van 2014 waren de verslagen van het bisdom Luik en het bisdom Brugge aan de beurt. Nadien zullen ook de verslagen van het bisdom Doornik worden gedigitaliseerd. In principe is het de bedoeling om hetzelfde te doen voor de verslagen uit het bisdom Namen. Daar stelt zich echter het probleem dat de verslagen in de jaren na de Eerste Wereldoorlog thematisch werden verknipt. Om ze te kunnen digitaliseren en voor onderzoekers raadpleegbaar te maken zouden de verknipte verslagen eerst in hun originele vorm moeten worden gereconstrueerd.

  1. Toelichting voor het raadplegen van de oorlogsverslagen

  • U ziet de lijst van de zes toenmalige bisdommen. Indien u op zoek bent naar een verslag moet u natuurlijk weten tot welk bisdom deze parochie tijdens de Eerste Wereldoorlog behoorde.
  • U klikt vervolgens op het gekozen bisdom en u krijgt nu de lijst van de gemeenten waarvan een verslag bewaard werd. De parochies zijn alfabetisch gerangschikt. Tussen haakjes wordt de huidige fusiegemeente vermeld, vaak komt dit overeen met het decanaat. Voor elke gemeente zijn de beschikbare parochieverslagen (voor grotere gemeenten / steden gaat het om meer dan een parochie), de kloosterverslagen en de verslagen van de kloosterscholen en bisschoppelijke colleges opgesomd. Wat het aartsbisdom Mechelen betreft, zijn voor 1915 decanale verslagen bewaard - deze bevatten informatie over alle parochies van dit decanaat. Bij ‘Belgische bisdommen’ vindt u de vragenlijsten die naar de parochies en kloosters werden opgestuurd.
  • Via het Rijksarchief kan tegen betaling een reproductie verkregen worden. Contactgegevens van de rijksarchieven en de tarievenlijst vindt u op de website van het Rijksarchief.: http://arch.arch.be/

 

Auteur van dit artikel is Gerrit Vanden Bosch, archivaris van het Aartsbisschoppelijk Archief te Mechelen. Voor meer informatie zie http://www.heemkunde-vlaanderen.be/images/Bladwijzer_2014_1_parochie- verslagen.pdf, Bladwijzer 10 - Methodologisch tijdschrift van Heemkunde Vlaanderen, p. 17-26.

Bisdommen. Oorlogsverslagen WO I

Gerrit Vanden Bosch

Rond de poldertorens
2016
01
022-025
BV
2023-06-19 14:48:19