Een zelden geziene kruik uit W.O.1

Jan Tilleman

Een tijdje geleden ten huize van Marc en Caroline Dhaens - Claeys te Moerkerke hadden we het over het ouderlijke thuis van Marc op St. Rita, ook Den Hoorn genoemd. Marc ‘s vader is daar nog steeds woonachtig in de Haringgat straat. Dit is een oude verbindingsweg naar Lapscheure toe. Op het erf lagen nog flink wat oude bakstenen die Marc kon gebruiken. Dus haalde hij deze op samen met een eigenaardig deksel van een pot. In de kelder van zijn vader had hij al een soort kruik gezien waar dat deksel wel eens bij kon horen. Aldus nam hij deze kruik ook mee naar huis. "Volgens mijn ouders is dit iets van de laatste oorlog” wist Marc te vertellen.

"Ben je er iets mee dan mag je hem hebben”, voegde hij er nog aan toe. Met verwondering nam ik de kruik aldus in ontvangst. Aan heel wat mensen liet ik het stuk zien maar niemand bleek zoiets te kennen, zelfs mensen uit de Westhoek (de geboortestreek van mijn echtgenote) niet. Meteen had ik dus een hele zoektocht naar het hoe en wat van deze kruik, voor de boeg.

Beschrijving

Het betreft een cilindrische kruik in steengoed. (Afb. 1.) Dit wil zeggen, hard gebakken op een temperatuur van 1200 °- 1300° C. Het deksel, de rand en een strook van de romp zijn lichtbruin geschilderd. Het onderliggende gedeelte is beige of vuil wit van kleur. Zowel de binnenkant als de buitenkant zijn geglazuurd. Het deksel klemt vast bij middel van een plaatstalen klem met drie haken. Doorheen drie uitsparingen in de rand van de pot wordt het deksel geplaatst. Door 1/3° toer te draaien spannen de klemmen op en sluit de pot. De dichtingsring die geplaatst wordt tussen het deksel en de kruik ontbreekt.

rdp201502p055 059 page5 image1Afb 1. De gehele kruik.

rdp201502p055 059 page5 image3Afb.2. Het deksel met twee van de drie haken zichtbaar.

rdp201502p055 059 page5 image2Afb. 3. Het fabrieksmerk en andere gegevens die in de kruik gestempeld zijn.

Tevens is er een hengsel voorzien om de pot te dragen. De totale hoogte met het hengsel bedraagt 29,5 cm. De kruik zonder deksel is 23,5 cm hoog en heeft een buitendiameter van 15,2 cm. Als inhoud kon ik 3,785 l. bepalen. Dit stemt overeen met een “Amerikaanse Gallon” als inhoudsmaat. Onderaan de flank is een afstempeling met merknaam aan gebracht: “DOULTON & Co LIMITED LAMBETH.” (Afb.3.)

Het zijn de gegevens van de producent en de plaats van productie, met name Doulton compagnie uit het Engelse Lambeth, een district van het Graafschap Groot London wat ook London Borough genoemd wordt. Dankzij deze stempel kon ik mijn zoekwerk naar specificaties omtrent deze kruik aanvatten.

De firma Doulton werd in 1815 opgericht en is nu nog bekend voor de productie en distributie van tafelgerei.

In de pot zijn ook twee cijfers gegraveerd: 5 -       43 en de hoofdletter C . Fig. 3.

Men zou vermoeden dat het cijfer 43 verwijst naar het productiejaar; 1943.

Na het inwinnen van informatie bij de desbetreffende firma kwam ik te weten dat de cijfers 5 - 43 echter van technische aard zijn en verwijzen naar het fabricatiemodel van de pot. Nog volgens de firma dateert de pot van vel vroeger werden er naar aanleiding van de eerste W.O. slechts in de duizend exemplaren gemaakt.[1]

Ten slotte is er nog de opdruk onder de schouderband: OINTMENT ANTI-GAS N° 5. (Afb. 4.)

rdp201502p055 059 page5 image4Deze vermelding verwijst naar de zalf (ointment in het Engels) die in dergelijke kruiken getransporteerd werd. Specifiek betreft het hier anti-gaszalf Nr. 5. Bij nadere opzoeking kwam ik te weten dat er in feite zeven types voorkomen, gaande van N° 1 tot en met N° 7.

Wat is antigaszalf Nr. 5?

Om meer te weten te komen over antigaszalven moeten we logischer wijze de in de oorlog gebruikte gassen zelf weten te achterhalen. Hiervoor ben ik te rade gegaan bij de mensen achter de schermen van het "In Flanders Fields Museum” te Ieper. Een kruik zoals hierboven vermeld is er vooreerst al onbekend en wekte meteen heel wat belangstelling. Mevrouw Annick Vandenbilcke (wetenschappelijk medewerker voor de stedelijke musea in Ieper) was meteen bereid om informatie op te zoeken in het plaatselijk archief. Dat kostte wat tijd, maar het loonde.[2] Annick diepte een Engelstalige brochure op met informatie i.v.m. chemische oorlogsvoering.[3]

De zeven verschillende gassen die als wapen gebruikt werden, zijn weergegeven in een tabel. Hierin worden de kenmerken zoals herkenning en symptomen van de vergiftiging aangehaald. Verder wordt ook de geneeskundige verzorging na contact met gifgas uit de doeken gedaan.

Om de burgerbevolking te informeren over de gevaarlijke gassen in oorlogstijd publiceerde de "Vlissingse Courant” op 11 maart 1936 een lijst in het Nederlands die wellicht gebaseerd is op de voorgaande brochure.[4] Hier volgt een overzicht van de 7 gassen die gebruikt waren bij de oorlogsvoering.

1: FOSGEEN:      Kleurloos dat ruikt naar oud hooi. Dodelijke werking na 0 tot 24 uur.

2: CHLOORGAS: Groenachtig, dodelijk na 0 tot 24 uur. Werd gebruikt bij de eerste gasaanval tegen Belgische en Franse soldaten te Steenstrate op 28 april 1915.

3. NIESGAS:  Kleur- en reukloos, veroorzaakt niezen en brandende pijn in borst, hals en neus. Werking reeds na 0 tot 5 min.

4. TRAANGAS:  Kleurloos en reukloos. Prikkelt aanstonds de ogen zodat deze gaan tranen.

5. K.S.K. :  In gasvorm onzichtbaar, maar vloeibaar is het donkerbruin. De werking is gelijkaardig aan dat van traangas.

6: MOSTERDGAS: In vloeibare toestand olie-achtig en bruine kleur. Het ruikt naar knoflook. Veroorzaakt binnen het uur blindheid en na twaalf uur, huidverbranding waartegen geen hulp meer mogelijk is.

7: LEWISIETGAS: Kleurloos in vloeibare toestand. Het gas is te herkennen aan de geraniumgeur. Er kunnen grote brandblaren ontstaan alsook blindheid na contact met de ogen. Werkzaam na 1 tot 3 uur.

Het K.S.K. gas is in wezen "Ethyliodoacetaat”.[5] Sommige bronnen vermelden dat dit Brits gas voor het eerst zou gebruikt zijn in 1916.[6] Begin maart 1915 werd aan het Brits Algemene Hoofdkwartier in Frankrijk voorgesteld om 1000 granaten te vullen met dit gas en op te slaan voor in geval de vijand gelijkaardige methoden zou toepassen.[7] In januari 1916 besliste de Britse Generale Staf echter dat irriterende gassen niet langer een militaire waarde hadden. Het is dan ook niet echt duidelijk of Ethyliodoacetaat effectief gebruikt werd.[8] Medegaand met de ontwikkeling van K.S.K. heeft men ongetwijfeld ook de beschermende antigaszalf hiertegen, ontwikkeld. Vandaar dat deze kruiken met vermelding “Ointment Antigas Nr. 5” geproduceerd werden maar best wel een andere type antigaszalf kunnen bevat hebben.

Slotbeschouwing

Iedere soldaat had in zijn basisuitrusting een gasmasker en een set tubes met antigaszalf bij zich. Bij gasexplosies of driftwolken moesten de blootgestelde lichaamsdelen zo spoedig mogelijk ingestreken worden met de zalf.

Het lijkt logisch dat de hier beschreven kruik gediend heeft om antigaszalf van Groot-Brittannië over te brengen naar de Engelse troepen op het Europees vasteland. Aangezien mijn grootvader zaliger Kamiel Tilleman destijds wist te vertellen dat de Engelse soldaten grof waren in tegenstelling met de Duitsers die hoffelijk bleken te zijn, neem ik aan dat er in onze contreien dus wel Engelsen moeten gepasseerd zijn. Op die manier valt de aanwezigheid van de antigaszalfkruik op St. Rita wel te verklaren.

In een adem wil ik hier tevens een Engels type kruik vermelden waarmee rhum onder de soldaten verdeeld werd. (Afb. 5.) In licht beschonken toestand waren de manschappen stoutmoediger om stootaanvallen uit te voeren. Je kan het je inbeelden zo de gedachte van “We gaan ze een keer kort en klein maken.”. De hierbij afgebeelde kruik werd vervaardigd door “Pearson & Co. Ch The Potteries WHITTINSTON MOOR 2 in CHESTERFIELD. Typisch bij de Engelse producten is de bruine beschildering van het bovenste gedeelte ervan .

rdp201502p055 059 page5 image5Afb 5; Onze erepenningmeesteres wijlen Margriet De Keyser heeft nog weet gehad van mijn opzoekingen omtrent de antigaszalfkruik. Het was de aanleiding om het hoederecht over deze “Rhumbarrel” aan mij te verlenen.

Voetnoten

[1]  Informatie van Chris Jackson; design studio Doulton, waarvoor beste dank.

[2]  Hierbij wil ik Annick Vandenbilcke van harte danken voor de medewerking.

[3]  Royal Artillery Institution WOOLWICH; Defence against gas 1935.

[4]  www.krantenbankzeeland.nl. De oorlogsdreiging die toen heerste lag aan de basis van deze publicatie.

[5]  General Description of wargases: www.vlib.us/medical:HMSO/chapter1 .htm.

[6]  Gas Warfare; www.worldwar1.com/arm006.htm.

[7]  The Chemical Weapons taboo; Richard MacKay Price; Cornell University Press 1997.

[8]   Hierbij wil ik onze kringarchivaris Marc De Meester hartelijk danken om mij bij te staan met het opzoekingswerk i.v.m. het K.S.K.-gas.

Een zelden geziene kruik uit W.O.1.

Jan Tilleman

Rond de poldertorens
2015
02
055-059
BV
2023-06-19 14:48:19