De uitzet van een postulante in 1936 om in het klooster te treden in Heist

Jacques Larbouillat

De Zusters van de Congregatie van de Onbevlekte Ontvangenis.

De in 1859 gestichte Congregatie van de Zusters van de Onbevlekte Ontvangenis uit Brugge zond in ditzelfde jaar twee zusters naar Heist om er een meisjesschool te openen. Ze vonden eerst onderdak bij een zekere Debrock in de Kerkstraat. Later kochten ze op de molenhoek twee kleine huisjes en in 1866 verwierven ze in de Kursaalstraat een herberg met danszaal. De percelen werden met elkaar verbonden. De Congregatie was ontstaan uit "De Dienstmaagden van den Zaligmaker”, gesticht in 1854 door juffrouw Anna Ludovica Serweyten, een dochter uit een rijke familie van handelaars uit Brugge en grondbezitters in Heist en Beernem. De Dienstmaagden leefden volgens een contemplatieve kloosterregel, door Mgr. Malou goedgekeurd. Het volksonderwijs te Brugge en in het ommeland stond in deze periode op een laag pitje en om deze reden stichtte juffrouw Serweytens, intussen Moeder Marie, een tweede gemeenschap : de Congregatie O.L.V. Onbevlekte Ontvangenis.

De nieuwe gemeenschap zou de kinderen helpen voorbereiden op de eerste communie, onderrichten in de spelling en het lezen, breien en de wijze om christelijk te leven. De zusters zouden ook zieken bezoeken en andere sociale taken verrichten. De aantrekkingskracht van deze nieuwe stichting was groot, hun ondernemingsgeest en werkkracht niet te stuiten. Ze openden of aanvaardden bijna de ene school na de andere. Het aantal geschikte kandidaten moet groot geweest zijn. Gelukkig vormden de bijhuizen -over een ruim gebied verspreid- een goede voedingsbodem voor nieuwe roepingen. In het totaal werden er achttien scholen gesticht of overgenomen in de eerste vijftien jaar, tot in Wallonie. In 1897 werd het bijhuis te Heist het nieuwe moederklooster ,dat toen eenentwintig filialen telde, zowel in Vlaanderen als in Wallonie. Benevens de school werd in Heist ook een meisjespensionaat geopend. Het pensionaat had zowel gedurende het schooljaar als tijdens de zomervakanties veel kostgangers.

Mettertijd zullen de zusters hun werkgebied verruimen tot de ziekenzorg (1947) en de missionering (1953)[1]

De intrede van een postulante

In 1936 was juffrouw Martha Christiaens tweeëntwintig jaar toen ze, met de toestemming van haar ouders, besliste om in het klooster te treden bij de Zusters van de Onbevlekte Ontvangenis in Heist.

Vooraf moest zij eerst de volgende documenten laten geworden:

  • "Extrakt van den geboorteakte op zegel”
  • "Doopakte en bewijs van vorming”
  • "Getuigschrift van goed gedrag door den pastoor der parochie afgeleverd”
  • "Getuigschrift van gezondheid door den geneesheer afgeleverd”

Zij werd aanvaard als postulante en trad op 26 maart binnen. Als "trousseau” (uitzet om in het klooster te treden) had zij een lijst ontvangen, waarbij zij volgende kledingstukken moest meebrengen:

  • "Trousseau nr. 139 [2]
  • 2 zwarte kleeren.
  • 2 zwarte schorten
  • 1 zwarte zomerrok
  • 1 winterrok zwarte of een donkerblauwe
  • 1 sajetten rok
  • 2 korsetten
  • 12 lijnwaden hemden
  • 12 witte zakdoeken
  • 12 gekleurde zakdoeken ( wit en purper )
  • 6 grauwe handdoeken
  • 2 witte handdoeken (gezondheidsservetten)
  • 2 paar lakens 2/5 m lang 10/4 breed
  • 1 of 2 kerkboeken
  • 1 gewoon rozenhoedje
  • 1 regenscherm
  • Schaar, mes en naaldenkoker
  • 1 zwarte” chale” (sjaal)
  • 2 flanellen "lijvetjes”
  • 2 ”siamoise” rokken
  • 4 paar kousen
  • 1 navolging van Christus
  • 1 rozenhoedje van de 7 weeen
  • Kleer- en tandenborstel
  • 6 witte slaapmutsen
  • 12 witte halsdoeken
  • 2 wollen "sargien” ( dekens)
  • 1 winterslaaplijf
  • 1 katoenen bedsprei .
  • 1 paar winterpantoffels
  • 1 paar zomerpantoffels
  • 2 paar leren schoenen
  • 2 nachtkleren (blauw katoen met witte streepjes)

De religieuze kledinq van Martha: van postulante tot kloosterzuster

Martha Christiaens bracht bij haar binnentreden op 25 maart 1936 ook een bedrag mee van 3000,00 Belgische frank, dat ook diende om haar verdere religieuze kleding te bekostigen.

Als postulante droeg ze een kort zwart kleed met een pelerine (kort schoudermanteltje) en een zwarte sluier die het haar gedeeltelijk bedekte. Als novice droeg ze tot aan haar professie een lang zwart kleed en een witte kap boven een kort schapulier (schouderkleed en alleen vooraan). Het volledige lange schapulier werd bij de professie opgelegd.

Bij de professie, een religieuze plechtigheid, wanneer de kloostergeloften werden afgelegd ging men over tot de plechtige kleding.

De kloosterzusters gingen dan verder door het leven met een lang zwart kleed, met daarbovenop een schort met links aan de riem de paternoster met de grote koperkleurige medaille van O.-L.-Vrouw Onbevlekt. Het schapulier met ronde halsuitsnijding was vooraan korter, namelijk tot aan de lenden en op de rug tot aan de rand van het kleed. Aan de hals droegen ze een kruisje. Boven de halsboord van het zwarte kleed was de witte boord van een onder het kleed gedragen halsdoek zichtbaar. Het hoofddeksel, de “kappe”, bestond uit een hard gesteven “guimpe” (kap) uit fijn lijnwaad, die onzichtbaar boven het haar was gebonden. Een hard gesteven witte “bandeau” (voorhoofdband) gespannen op hard karton, bedekte het voorhoofd en was boven de neus met een punt uitgesneden. De vierkante kap was op karton gespeld en genaaid. Om naar de kerk of op reis te gaan droegen de zusters een zwarte lange sluier, vastgespeld op de kap en hangend over het kloosterkleed.[3]

Zuster Appolonia

Na haar postulaat en noviciaat werd Martha Christiaens Zuster Appolonia. Wat haar taken in het klooster waren en ook haar overlijdensdatum weten we niet. Zij leidde zeker een leven van maatschappelijke dienstbaarheid.

rdp201401p024 028 page5 image3Deel van het klooster en ingang van “het pensionaat” in de Kursaalstraat in 1903.
In de loop der jaren heeft de Kursaalstraat en een groot deel van Heist een metamorfose ondergaan. Op de plaats van het vroegere klooster staat nu een uitgebreid en modern kloostergebouw met een grote school.

rdp201401p024 028 page5 image2Kleding van een postulante, uit de periode 1875-1953

rdp201401p024 028 page5 image1Aanvaarding van vijf postulanten (intrede) in september 1963.

rdp201401p024 028 page5 image5Kleding van vier novicen in juni 1959 in het kiooster in Heist.

Moeder Marie-Henriette, de tweede algemene overste (1922-1940)

rdp201401p024 028 page5 image4Eerwaarde Zuster Marie-Henriette was de algemene overste, toen Martha Christiaens in 1936 in het klooster trad. Zuster Marie-Henriette werd op kerstdag 1871 geboren te Kemmel. Vierenzestig jaar had ze zich onverdroten als kloosterlinge ingezet en als onderwijzeres verdienstelijk gemaakt, zowel in de bijhuizen in Wallonie als in Vlaanderen. Toen haar leerlingen van Masnuy St Jean haar eens in Heist kwamen groeten, klonk het geestdriftig als uit een mond: “ Vive Soeur Henriette, notre maitresse d’autrefois -elle etait severe, mais elle etait bonne".

In 1922 werd ze tot moeder overste gekozen. In September 1925 en 1928 werd ze als Algemene overste herkozen. Na vijftien jaar dienst begon ze op 15 augustus 1937 aan een derde termijn als Algemene overste. In 1940 trad ze af, mentaal gebroken door de panische angst die haar overmeesterde toen in Wereldoorlog II op 17 mei twee zware bommen door de Duitse luchtmacht geworpen, op weinig afstand van het klooster neerkwamen.

Ze overleed op 16 januari 1952 in de gezegende leeftijd van eenentachtig jaar.

 Voetnoten

[1] E.Zr.Jean-Marie Bleyaert, Dirk Callewaert, Fons Theerens, Marcel Vanparijs: Jubileumboek: De Zusters van de Onbevlekte Ontvangenis Heist 1897-1997 Het Ziekenhuis O.L.-Vrouw Ter Linden Knokke 1947-1997, p. 328, p. 17-20, Uitgave V.Z.W. Gezondheidszorg Oostkust,Graaf Jansdijk 162, Knokke-Heist. Ontwerp en druk Verdographic Knokke- Heist D/1997/8170/1

[2]

Met dank aan Mevrouw Rosa Christiaens, weduwe van de heer Germain Vandepitte (|), erebestuurslid van de Sint-Guthagokring, nu zelf hoogbejaard, die mij deze handgeschreven lijst bezorgde van haar in het klooster getreden zuster.

[3] Idem noot 1, p. 89-90

4  dem noot 1, p. 91 en p. 48. Foto "pensionaat” in 1903 komt uit : Dekeyzer Maurits, Heist van Vissersdorp tot Badstad, Eddy-Druk, Heist 1969, p. 80 .

De uitzet van een postulante in 1936 om in het klooster te treden in Heist

Jacques Larbouillat

Rond de poldertorens
2014
01
024-028
2023-06-19 14:48:19