Verslagen & Mededelingen
3. Achthonderd jaar Damme?
Maurits Coornaert
Op zondag 27 juli waren 45 leden van onze Kring op de zon overgoten markt van Damme samengekomen, om het Zwinstadje te bezoeken ter gelegenheid van de tentoonstelling "Achthonderd jaar Stadsrechten". De gids, nl. onze Voorzitter, was echter verhinderd om de leiding van de wandeling op zich te nemen, zodat de aanwezigen zich moesten tevreden stellen met het commentaar van ondergetekende en van andere.
Vooreerst wezen we er op dat de schippersnederzetting "ten Damme" ontstaan is enkele jaren voordat Filips van de Elzas in 1180 stadsrechten verleende aan de bedoelde aanlegplaats. Vervolgens keken we naar de overgebleven herenhuizen van rijke kooplieden uit de 15de en 16de eeuw, en naar het prachtige gotische Stadhuis dat in 1464 gebouwd werd op de plaats van een vroegere marktkalle.
Men kan dus niet langer geloof hechten aan de steeds weder opduikende fabel, dat Damme reeds in de 15e eeuw een verarmd stadje was. Het is immers een feit dat alle koopwaren, die het Zwin binnen kwamen, langs geen andere vaarweg, dan de Speie van Damme,Brugge konden bereiken, voordat ca. 1550 de Verse Vaart gegraven werd. Daarbij kwam nog dat, volgens het toenmalige stapelrecht, bepaalde goederen te Damme moesten aangevoerd worden.
Daarna bezocht de groep de tentoonstelling in het huis "de Sterre". Daar schonken enkele leden grote aandacht aan de vele kaarten, die de oudere en de jongere situatie van de stad weergeven. Door de documenten met elkaar te vergelijken, begrepen ze dat de middeleeuwse omwalling van Damme opgeslorpt werd door de bastions van de verschansing, die in 1616 door de Spanjaarden opgeworpen werd, en die nog bestaat onder de vorm van een zevenpuntige ster.
Anderen lazen de oude handschriften die de stadsrechten van Damme bevestigen, of ze keken naar tekeningen en foto's uit de 19de eeuw, allerlei schilderijen, oude meubelen, gebruiksvoorwerpen, wapens, werktuigen, aarde, tin- en koperwerk. Ook de openhaarden van het huis kregen veel commentaar. Allen spraken de hoop uit dat zulke interessante en veelzijdige verzameling binnenkort zou ondergebracht worden in het Stadhuis, dat nu gerestaureerd wordt.
Omstreeks 16 uur wandelde de groep langs ket huis van de baljuw, waar in 1468 Magareta van York, de bruid van Karel de Stoute, ontvangen werd nadat ze over zee en over het Zwin te Damme aangekomen was. Even verder zagen we het opgegraven deel van het Sas van de Lieve. Dit kanaaltje behoorde aan Gent en mondde aanvankelijk buiten de wallen van Damme in het Zwin uit.
Bij de bouw van de vesting van 1616 werd de monding van de Lieve binnen de stad verlegd. De plaats waar de waterloop door de stadswal binnenkwam, werd met een waterpoort beschermd. Jaren later zijn de Lieve en haar sas in onbruik geraakt. De waterpoort diende verder als een verschansing, die nu enigszins ten onrechte de Kazemat heet.
De oude Haringmarkt is een hoekje dat door zeer weinig toeristen bezocht wordt. We herinnerden de leden aan het feit dat verscheidene goederen te Damme moesten aangevoerd worden, vooral de gekaakte haring en de Franse wijn, en verder teer en houtas. Daar de genoemde goederen in tonnen verpakt en verhandeld werden, bestond er te Damme een grote behoefte aan alle slag van vaten en kuipen.
Geen wonder dat de Dammenaars de bijnaam "Kuipers" kregen.
De Kazemat werd grondig bekeken en besproken. In dit gebouw toonde de Uilenspiegelvereniging op dit ogenblik dia’s over de Zwinstreek. Ons medelid, Danny Heyneman, lid van het inrichtend Comité, nodigde de Kring uit om de voorstelling bij te wonen.
Toen ontstond er een tijdelijke scheiding. Ongeveer 15 leden, die we groep A zullen noemen, gingen de Kazemat binnen. Anderen moesten omwille van bepaalde bezigheden, naar huis terug; of ze geraakten door de dorst uitgeput...
De overige, nl. groep B, verkozen verder Damme te verkennen totdat groep A weer opdaagde. Ze stapten naar het einde van de Kerkstraat, waar de 0.-L.-Vrouwpoort gestaan heeft. Ze beklommen een aangrenzende bastion van de vroegere Spaanse vesting. Om de O.-L.-Vrouwkerk heen, wandelden ze naar het kerkhof, en daarna gingen ze door de stille zijstraatjes naar de Kazemat terug. Daar ontmoetten ze de groep A, die zich zeer tevreden verklaarde over de diavoorstelling.
Uit de twee herenigde groepen bleven tenslotte een twintigtal personen waaronder enkel Dammenaars over die wensten te weten waar men de beroemde Brugse Speie te Damme moet zoeken. Daarop leidde ondergetekende hen naar de plaats waar het Speihuis boven het bedoelde sas gestaan heeft, en waar dit sas in het Zwin uitgemond heeft. Die sluis hield het peil van de Reien gescheiden van de getijden van de zee.
Samen gingen we naar Het punt van waaruit Napoleon ca. 1810 de huidige Damse Vaart dwars door Het stadje deed graven. Door dit werk verdween de Koornmarkt met enkele handelshuizen. Binnen de wallen werden de Reien en de saskom opgevuld met aarde uit het nieuw gegraven kanaal. Op de gevulde Reien staat sedert anderhalve eeuw een rij huizen. Het Speihuis is verbouwd. Nadat de aanwezigen dit allemaal gezien en begrepen hadden, vertrokken ze tevreden huiswaarts.
Zegel van Damme. XIIIe eeuw