Toponiemen te Lissewege

Germain Vandepitte

(zie Rond de Poldertorens 1988: nr 1 p. 19; en nr 3 p. 121)

V - Wulfsberge

Het Hof Wulfsberge in Lissewege behoorde bij de Baronie van Maldegem. Deze baronie omvatte twee grote leenhoven: a) het Hof van Reesinghe, b) het Hof van Allincx (of Hallincx).

Het leengoed "Wulfsberge" van Lissewege was afhankelijk van het Hof van Reesinghe. Wulfsberge had een foncier van 45 gemeten die indertijd hebben toebehoord aan "van Rooden", "de Grutere" en "d'Hamere".

Dit Lisseweegse Hof telde 9 achterlenen:

  1. het Hof te Zwankendamme, groot 7 gemeten, met 7 manschappen (in totaal 12 ½ gemeten) in 1710 gehouden door Jacques vande Walle;
  2. in Lissewege een leengoed van 12 gemeten met 2 manschappen: het ene van 2 gemeten, het andere van 205 roeden;
  3. in Houtave 20 ½ gemeten;
  4. in Uitkerke 9 ½ gemeten;
  5. in Lissewege 9 gemeten;
  6. in Lissewege 4 ½ gemeten;
  7. in Lissewege 3 gemeten;
  8. in Lissewege 4 gemeten;
  9. in Zuienkerke 5 ½ gemeten.

De achterlenen 6, 7, 8 en 9 waren gehouden om, boven hun normale verplichtingen, elk jaar een paar sporen te betalen op St.-Baafsdag, St.-Maartensdag of Kerstdag. (1)

"Chaerles van Wulfsberghe hout een leengoet twelcke es tmeedevat (2) van Lisseweghe ambacht ende licht inde waterynghe van eyensluus met vier ponden parisis ervelicke rente sjaers daertoe behoorende ligghende in Uutkercke ambacht tusschen den evendyck ende den zee dyck, staende te vullen coope."

Leenhouders: Chaerles van Wulfsberge; na zijn dood Jan de Visch door aankoop in 1511; Matheens Reynaert door koop in 1513; Pierkin zijn zoon bij zijn overlijden; nu Pieter Doens bij koop in 1541; Adolf, zoon van Pieter Doens, bij successie.

"Chaerles van Wulfsberghe hout noch een leen ende es twee deelen (3) van den ammanschepe van Lisseweghe ambacht met alle de heerlicheden daertoe behoorende ende van oudden tyden behoort hebben, gheldende jaerlicx te mijns heeren de lardiere van Brugghe vier coebuucken, 20 hennen ende 60 eyeren te lossene de voorseyde coebuucken met 7 sch. par. sjaers ende de hennen ende eyeren naerden slach jaerelicx, staende te vullen coope.

Zowel het Leenboek van ‘t jaar 1435 als dit van 1620, beiden maken melding van het feit dat de Heer van Wulfsberge in leen hield van de Grafelijke Burg van Brugge: "twee delen van het Ammanschap van Lissewege Ambacht". Daarvoor moest van Wulfsberge jaarlijks leveren aan de lardier van de Graaf in Brugge: 4 coebuucken (koeiebuiken), 20 hennen en 60 eiers. Deze levering mocht vervangen worden door een betaling: voor de koebuiken 7 schellingen parisis en voor de hennen en de eiers naar de prijs van de dag.

Leenhouders: Jan de Visch, joncvr Lowijse dochter van Mer Jacob van Ghistele heer van Dudzeele, bij koop in 1511. Nu Anthone van Ghistela huer neve bij haar dood in 1539. Nu joncheer Robert van Ghistele heer van Gheelwe (Geluwe) zijn broeder bij zijn dood in 1547; nu vrauwe Leonora van Douvrin bij de dood van haar oom Robert in 1569; nu Maximiliaan, zoon van Mer Gillis de Lens baron van Aubigny, bij het overlijden van Eleonora zijne moeder in 1583.

Nu vr. Marie, dochter van Mer Gillis de Lens, bij de dood van haar broer in 1590. (Marie, gehuwd met Charles, graaf Egmont, prins van Gavere). Nu vrouwe Magdeleene van Egmond, dochter van Charles en Marie de Lens, dit als huwelijksgift. Magdeleene huwde Alexander de Croy en Chimay d'Arenberg, prins van Chimay. Deze laatste verkocht het leengoed "met viachat voor xij jaeren volghende d’erfenesse" (4) op datum van 9 sept. 1614 aan Martin de la Faille, baron van Nevele. Bij diens overlijden kwam het aan zijn zoon Martin in ‘t jaar 1620. Deze was priester en proost van St.-Pieters in Kassel. Madeleene van Egmont kocht het leengoed terug in 1624.

Bronnen

Guilliodts van Severen, Coutumes du Bourg de Bruges, tomeI, p. 243.

SaB (Stadsarchief Brugge): a) Leenboek Burg van Brugge, 1435. b) Leenboek Burg van Brugge, 1620, nr 132, f° 96 v°.

Noten

  1. SaB, Brugse Vrije, Terrier Wulfsberge nr 297.
    N.b. Uit het Leenboek van 1620 geven wij u enkele uitreksels.
  2. Tmeedevat: het wettig meten van de maten meekrap werd uitgeleend of verpacht. Leenhouder of pachter mocht vergoeding vragen voor dat meten.
  3. Twee deelen ammanschap: twee derden. M. Coornaert, R.d.P. 5/4/155.
  4. Viachat: met recht op terugkkoop.

VI - Het Goed Zwankendamme

identisch met Ter Poorten

Met de hulp van "Rijksarchief Brugge, aanwinsten Sanders, legger nr 123" geven wij U wat volgt.

Het leengoed Zwankendamme ligt in het 47e begin van Eiensluis, aan de noordkant van de Lisseweegse Steenweg op zowat 19 m. ten noordoosten van de kerk "St.-Leo-de-Grote" in Zwankendamme. Twee hoeksteunen van een poort staan nog aan de ingang van de hoeve Feys waar de restanten van de vroegere walgrachten nog te zien zijn.

Zwankendamme hing af van het Hof Wulfsberge in Lissewege. Het was 7 gemeten groot, waarbij nog 7 manschappen kwamen, in totaal 12 ½ gemeten. Dese lagen west van het Hof, ten westen rakend aan de Lisseweegse Watergang.

Legger 123 geeft:

  • "Christoffel de Brune die het kocht. Pauwel de Brune bij erfenis. Jan Vynck bij koop van Francois Immeloot. Francois Bueneken koopt van Meester van Ecke over Anthone van Praet.
    Grenst noord aan Mr. Henijn's land, zuid aan zijn hofstede en aan de weduwe Renier Winckelman’s land... en es leen: 1 gemet 37 roeden.
  • "Christoffel De Brune enz. ...
    aan het oosteinde twee stukken met een dreve te midden, aan het oosteinde en noordeinde aan Corneel Pierens alias Paes land, zuid aan de heerweg ... en es leen: 2 G 2 L 15 R.
  • "Christoffel de Brune enz. ...
    aan de westzijde de hofstede met boomgaard en wal "genaemt tgoet te Zwanckendamme", zuid aan de heerweg ... en es leen 2G 2L 40R.

Dat geeft een totaal van 6 G. 2 L. 72 R., wat ons bij die 7 gemeten brengt, zoals opgegeven. In aanmerking dat er wat roeden afgedolven werden in de Lisseweegse Watergang. ‘t Volgende artikel brengt ons de ontbrekende rest van de 12 ½ gemeten.

  • “Mr. De Vos causa uxoris fa Christoffel de Brune die het kocht van M. Spronckholf anno 1637. Lenaert Gheylle door koop. Mr. Phil. Du Croix, heer van Henijn, over de erfgenamen van Ruebrecht Baudens, komende van Anthone Van Praet: 5 G. 1 L. 88 R.

Een perceel tegenaan het Sas en west aan de Watergang, heette “Den Wilden Boomgaard”.

En "Ter Poorten"??

Het Lisseweegse kerkregister van 1555 gaf ons op f° 143 r° te lezen dat Meester Van Eecke het Goed ter Poorte bezat: 47e begin Eiensluis. Let meteen op "Meester Van Ecke" en op "Phil du Croix heer van Henijn" in de legger 123 hierboven.

  • "Heer ende meester Joannes Van Volden bij koop 1681. Lenaert Gheylle bij koop. Jacques Henau causa uxoris Micheline Du Croix.

De kinderen van de heer van Henijn.

2 schell. Par. tsiaers, bezet op een gemet land N.O. van de kerk (van Liss.) en oost bij den goede Ter Poorte toebehorende aan Meester Van Eecke."

-"2 schell. par. sjaers bezet op 150 R land aan de westzijde van de landweg aan het oosteinde van het leen van Mr. Van Eecke.”

 

Daarmee blijkt duidelijk dat 't goed Zwankendamme identisch is met den goede Ter Poorte.

2021 03 09 123524

VII - Den Yseren Steghel

‘Te Lissewege Onder den Toren' vinden we de herberg "In den Ouden Toren". De aloude huisnaam was echter "Den Breeden Steegher” ... Maar nu vonden we een nog oudere variante, die luidde: "Den Yseren Steghel"!

Als bepaling voor 'Stegele' geeft Verdam (Middelned. Woordenb.): stoep of verhoging om over iets heen te stappen. De Bo (Westvlaams idioticon) zegt: "een reeks opklimmende of dalende treden; voor steger zegt men ook 'trap', hoewel trap eigenlijk maar eene trede van den steeger is".

In mijn jeugd heb ik dit huis in Lissewege weten ombouwen tot de herberg zoals ze nu voorkomt. Tevoren echter moest men een tweetal treden op, om over de drempel te stappen. Het hele terras werd op gehoogd. Het is ook wel mogelijk dat het huis zo genoemd werd omdat de "kerkestegele" er misschien naast lag.

Noten

a) Breeden stegher:
De Flou: Sem. Brugge, arch. ter Doest nr 111 f° 119 r°, 1567: … es dherberghe den breeden steegher.
RaB, Aanw. Sanders nr 123, Ommeloper (kopie 17e eeuw): ... een huus genaemt den Breeden Steghere.

b) Den Yseren Steghel:
SaB, nr 521, Renteboek Armendis Lissewege 1405-1447.

1405 blz. 13: Boudin f. Boudin Stasins ... Vid. Jacob Van Wulfsberghe, Heer Joris Deman (handschrift 1447?) - In de marge later bijgeschreven: (schrift 19e eeuw?) Breeden steger compt aen Jacob Haemers causa ux. Isabella Misselijn.

1447: Cornelius f. Jans Deynouds, Dheere Joris Deman ... beset staende op een huus ende upte hofstede ligghende binnen dorpe van Lisse ande noords(ide) vanden kerckhove an den houc vander cruusstrate, anden yseren stegel, tusschen kerchof ande zuuts(ide) ende de strate ande noords(ide) ende ande wests(ide).

VIII - De Cantijne van O.-L.-Vrouw

Zoals Brugge zijn Cantijne van O.-L.-Vrouw had en zijn Cantientje nabij de Maddelenekerk, dat pas voor enkele jaren werd opgedoekt, zo had ook Lissewege zijn Cantijne, zijnde een herberg dichtbij de kerk.

Als na de kerkdienst de deur van de kerk openging, stond men om zo te zeggen met zijn neus voor de Cantijne. "West van de kerke" staat er in het register; en "groot 4 roeden", zijnde zowat 60 m2.

Op 20 november 1648 werd de Cantijne aangekocht door Guillaume Lobbestaele.

Volgens de notulen van de gemeenteraad van 14 juli 1869 werd aangekocht "het huis van Sr Duysburgh, zijnde herberg met medegaand erf, gelegen op het dorp" om in te lijven in de steenweg naar het Sas van Lissewege (nu op Heist, of beter op Knokke-Heist!).

Dit goed werd, samen met het oude Sint-Jacobshuis, aangekocht om te worden afgebroken teneinde de straat en het dorpsplein opnieuw aan te leggen en geschikt te maken voor het toenmalige te verwachten drukke verkeer (zie Rond de Poldertorens 10 jg, blz. 107). 

Bron

RaB, Brugse Vrije, reg. nr 1648/7 f° 211.

IX - De Goeden Dag ende tSerminkels

De naamgeving voor het bekende restaurant "De Goeden Dag" dateert slechts uit de zestiger jaren. Een oudere naam werd tot nu toe niet gevonden. Wel geeft een renteboek van de Armendis van Lissewege uit 1405-1447 een interessant detail: bij dat huis stond namelijk een Mariabeeld (1).

Deze vermelding werd niet herhaald in latere teksten. Een legger uit 1501 (2) geeft een perceeloppervlakte van 29 roeden, d.i. ca. 426 m2. Dit perceel werd later opgedeeld in drieën, Noord eraan was er nog vóór 1405 een huis gelegen: het werd "tSerminkels" genoemd. Een uitleg voor deze naam hebben we niet; tenware het een eigennaam moest zijn; sHer Minkels huis = Mijnheer Minkels zijn huis.

Bronnen

  1. SaB, oud archief nr 521, Renteboek Armendis Lissewege 1405-47.
  2. RaB, Aanwinsten Sanders nr 9 (1501).
  3. RaB, Aanwinsten Sanders legger 123, 17e eeuw.

Noten

Renteboek Armendis:

1405: Lamsin van Axele; later Jan Wiestinc; beset up een huus ende hofstede ligghende int doorp van Lisse noordwest vander kerke an de oostside vander huellebrugghe up den houc daer de beelde van onser vrauwen staet.

1447: Jan f Jacobs Wiestincx, Pieter f Rijcquaert f Huugs Gillis.

Beset staende up een huus ende hofstede ligghende int dorp van Liss. Noortwest vander kerke, ande oosts(ide) vander huelebrugghe upten houc vander straete. Ende es thuus daer de beilde in staet van onser vrauwen, tusschen Boudins Vriesen huse ende lande an de oosts(ide) Ende de strate ande huelebrugghe ande wests(ide) Ende Adriaen f Pieters Gloyers huse ende lande ande noorts(ide).

  • Legger 1501:
    Eigenaer de weduwe van Rijcquaert f Huug Gillis. Perceeloppervlakte 29 roeden.
  • Legger nr 123:
    Geeft aan dat het perceel werd opgedeeld in drieën:
    1. 5 roeden de weduwe Jacques Scharre. Voordien M. de dochter van Govaert Ghyselyn die het kocht van Jacques vanden Beckene, die het verkreeg via Anthone de Schoenmaeckere.
    2. 14 roeden, makende de hoek: de wed. Jacq. Scharre, daarvoor Guill Coppeyn die het kocht van Coryne de wed. van Passchier ... ...aerdt, die het had van Jacques Vincke komende uit de nalatenschap van Rycquaert f Huug Gillis.
    3. 10 roeden oost eraan: Wed. Scharre, wed. Jan Denoot, Jan Huughe die het kocht per decreet in 1604 van de Watering, vordien Pieter van Dickele komende van Rijquaert Gillis.

Hiernaast (blz 182) in de bijdrage VIII 'De Goedendag ende tSerminkels' schreven we 'geen verklaring voor het woord tserminkels'. Navraag bij de heer F. Debrabandere, specialist naamkunde, gaf de doodgewone verklaring, zijnde aap. Dus het huis noemde ‘de aap’ of 'In de Aap'.

Verder zoeken bracht me ook bij L. Gilliodts in zijn Table Analytique: scominckelbergh, ten scominckele, scomincle, het scominkel, scimminckelkin.

Vooral dat laatste brengt ons dicht in de buurt van het Italiaanse woord 'scimmia' = aap.

vgl: Tarzan l'uomo scimmia of Tarzan, de aapmens.

Toponiemen te Lissewege

Germain Vandepitte

Rond de poldertorens
1988
04
177-183
Leonore Kuijken
2023-06-19 15:26:46