Verslagen & Mededelingen
C. Heilige-Bloedkapel en Stadhuis in Brugge

Jacques Larbouillat

Het mystieke en het mysterieuze van Brugge, spreekt blijkbaar het meest tot de verbeelding op een half-duistere herfstdag.

Zondagnamiddag 8 november 1987: er hing nog een lichte nevel tussen de grillige takken van de platanen, die nu de plaats innemen van de verdwenen St.-Donaaskathedraal op de Burg. En alhoewel het vrij killig was, waren er talrijke Leden van St.-Guthago met familie en vrienden opgekomen voor dit dubbel monumentenbezoek.

E.H. Van den Heuvel leidde het bezoek aan de St.-Baselisbasiliek en de Heilig-Bloedkapel; om verder de rondleiding toe te vertrouwen aan de Jongeheer Kervijn.

Alvorens de H.-Baselisbasiliek binnen te gaan, wees onze gids op de mooie monumentale H.-Bloedsteger. Dit trapgebouw met kantengevel, vormt eigenlijk een afzonderlijk gebouw, los van de bedehuizen. De eerste steen werd gelegd in 1533. Gedurende de Franse Revolutie werd het trapgebouw vernietigd en in 1832-37 terug opgebouwd. Deze restauratie werd betaald door Nikolaas de Roovere, de laatste Cisterciënzermonnik van de Abdij ter Duinen. Na een uitvoerige uitleg over de prachtige beelden en medaillons die de gevel versieren en een verklaring over de heraldische delen daarvan, trokken we het oudste gebouw van Brugge binnen.

De donkere atmosfeer en de schaarse verlichting geven onmiddellijk een mysterieuze indruk aan dit eeuwenoude kerkgebouw.

Het werd vòòr de 12de eeuw gebouwd: de stichting wordt wel eens toegeschreven aan Dirk van de Elzas en Sibylla van Anjou. In 1184 werd het door brand geteisterd en heropgebouwd door Filips van de Elzas. In 1923 werd de St.-Baseliskapel tot basiliek verheven.

Reeds in de 15de eeuw vierden de metsers en de kaarsengieters daar hun kerkelijke diensten. Vooraan in de linkerbeuk staat een indrukwekkende Piëta. Het geklede beeld van de Moeder Gods draagt op de knieën het levenloze Lichaam van Christus. Bij de ingang van het koor bewonderen we het beeld van de Zalige Karel de Goede, die vermoord werd in de Sint-Donaaskerk ten jare 1127.

In het halfronde romaanse koor werden we op de kolommetjes en het onderste gedeelte van het altaar gewezen: zij dateren uit de tijd van het ontstaan van de kerk. Door een halfverscholen deur, links van het altaar, kwamen we vervolgens in de kapel van De Vierschaar terecht. Deze gotische kapel werd gebouwd in 1503 voor de advokaten en de schrijvers van het Vrije. Deze kapel leunt aan tegen de gevel van St.-Baselis en sluit deze af van de Burg.

In deze hoge, niet symmetrische kapel, waar de middeleeuwse strengheid nog uit de muren straalt, vergastte E.H. Jozef Van den Heuvel ons op een vrome anekdote: Op de hoek van de buitengevel van deze kapel staat het beeld van de Heilige Laurentius. Laurentius was destijds de patroon van de "lieden van de penne" ofte klerken, omdat hij als aartsdiaken de registers bijhield van de armen. Volgens de legende werd hij gemarteld op een gloeiende rooster, omdat hij de schatten van de kerk uitdeelde aan de armen in plaats van ze aan de Keizer te geven. De advokaten die arme mensen gaarne op de rooster leggen om hun centen af te doen, vonden deze heilige minder passend voor hun beroep, en ze kozen in 1531 een andere patroon. Het werd de Heilige Ivo, een Bretoens advokaat. Zij verantwoordden dit met een oude kerkhymne over St. Ivo: Advocatus, et non latro, res miranda populo (Vrij vertaald: advokaat en toch geen dief: wat een echt mirakel is).

Door de rechterbeuk van St.-Baseliskapel, die vroeger de kapel van de kaarsengieters was, werd het bezoek vervolgd. Het O.-L.-Vrouwbeeld met de lelie en de duif, waar het Kindje naar grijpt, behoort tot de oudste beelden van de stad.

Door de oorspronkelijke ingangsdeur kwamen we in bijgebouwen die nooit als kapel werden gebruikt. Vroeger liep hier een nauwe straat waar de vier huizen van de kapelanen stonden. Boven de ingebouwde poort bevindt zich aan de buitenkant in een boogveld een primitief beeldhouwwerk: het stelt het Doopsel van Christus voor en is het oudste beeldhouwwerk van Brugge.

In de buitenmuur steken ook oude stenen in niet verklaarde vorm. In het half-duister van de tweede plaats ontwaarden we een Ecce-Homobeeld, gekleed met een purperen mantel: een beeld dat een bijzondere verering van de Bruggelingen en de bezoekers geniet.

Via de monumentale trap kwamen we vervolgens in de ruime bovenkapel. Deze is nu grotendeels in neo-gotische stijl. Aanvankelijk was deze kapel ook romaans. Bij het binnentreden is men aanstonds getroffen door de negen mooie gekleurde glasramen. Zij beelden de vorsten uit, die over Vlaanderen regeerden in de Boergondische, de Spaanse en de Oostenrijkse periodes. Deze glasramen werden vervaardigd naar de originele vensters van 1483-1644, die nu in het Victoria en Albert museum in Londen bewaard worden. Een oude mooi bewerkte communiebank uit de 17de eeuw sluit het koor af.

Het neogotische hoofdaltaar werd in 1858, naar tekeningen van Baron Jan de Bethune gemaakt. De muurschilderingen van het koor werden naar aanwijzingen van Sir Thomas King en van Brangwijn uitgevoerd. Zij stellen taferelen voor in verband met de geschiedenis van de relikwie van het Heilig Bloed.

In het koor staat ook het "tintinnabulum" en het "conopeum" opgesteld. Dit zijn de eretekens van een basiliek: het eerste is een stok met een zilveren bel; het tweede een draaghemel in rood-en-geel fluweel. De originele predikstoel uit 1728, door Hendrik Pulinx, trekt eveneens de aandacht. Die stelt de wereldbol voor en werd in één blok hout vervaardigd. Het klankbord draagt de zegevierende Christus met zijn Kruis.

In de kruiskapel trekt het witmarmeren altaar in barokstijl onmiddellijk de aandacht. Op het prachtige zilveren tabernakel uit 1767 staan de passiewerktuigen afgebeeld. Achter dit altaar, in de sacristie, wordt de reliek van het H. Bloed bewaard. Verschillende schilderijen uit de 16de en de 17de eeuw sieren deze kapel. Glasramen in dit gedeelte verhalen episodes uit de geschiedenis van de H. Bloedreliek.

Na de uitleg over het groot glasraam uit 1856, met taferelen uit Jezus’ lijden, en met onderaan de wapenschilden van de toenmalige leden van de "Edele Confrerie van het Heilig Bloed", werd het bezoek besloten aan dit prachtige en unieke Kapellen-complex.

Voorzitter René De Keyser dankte onze begeleiders.

De avond viel reeds over de stad, toen de groep zich terug verzamelde op de Burg voor het voorzien bezoek aan het Brugs Stadhuis. Daar ons bestuurslid Johan Ballegeer weerhouden was op de boekenbeurs in Antwerpen, werd beroep gedaan op de heer Luc Beukels, auteur van een merkwaardig boek over het Brugse stadhuis, om dit bezoek te leiden.

Na onze aandacht te hebben getrokken op verschillende mooie gebouwen op de Burg, schetste hij de geschiedenis van het Stadhuis. Wij vatten kort samen: Het Stadhuis van Brugge werd gebouwd tussen 1376 en 1420. De voorgevel telt 48 nissen waarin oorspronkelijk een reeks beelden stonden.

Deze werden door het Frans Bewind weggehaald en vernietigd. Sindsdien werden, met wisselend resultaat, herhaaldelijk nieuwe beelden geplaatst en om de één of andere reden weggenomen.

De voorgevel wordt verder versierd met een reeks kleurrijke wapenschilden van vroegere "subalterne" steden.

Na in de benedenzaal, de kaart van het Vrije, geschilderd naar de beroemde kaart van Pieter Pourbus, bewonderd te hebben, gingen we naar de gotische zaal op de eerste verdieping. Deze zaal vindt op kunsthistorisch gebied zijn weerga niet in Vlaanderen. Onze gids gaf uitvoerig uitleg over de prachtige zoldering, bestaande uit een dubbele rij van zes hangende spitsbooggewelven en waaraan van 1385 tot 1402 werd gewerkt. De gewelfribben lopen samen in twaalf houten gewelfsleutels met taferelen uit het Nieuwe Testament. De bogen eindigen langs de muren op zestien consoles, die de twaalf maanden en de vier natuurelementen voorstellen.

De twaalf historische muurschilderijen werden verder ook uitgelegd; alsook de personages en de wapenschilden boven deze muurschilderijen.

Na een te snel bezoek aan de aanpalende historische zaal, werd deze namiddag afgesloten met een gemeend dankwoord van Voorzitter René aan de heer Luc Beukels voor zijn interessante uitleg.

Verslagen & Mededelingen - C. Heilige-Bloedkapel en Stadhuis in Brugge

Jacques Larbouillat

Rond de poldertorens
1988
01
038-040
Leonore Kuijken
2023-06-19 15:26:46