B. De oudste molens alhier
René De Keyser
De oudste molens op Oostkerke stonden blijkbaar langs een nog oudere verbindingsweg, nl. de weg die twee bezittingen van de St.-Pietersabdij van Gent verbond. Die weg begon bij het bezit van deze abdij te St.-Pieters bij Brugge en liep ten noorden van Koolkerke over de Pycavetsbrug waar hij het Oud Zwin dwarste, langs de noordkant voorbij Oostkerke-dorp, naar de Heernis die dezelfde abdij zeer vroeg heeft gehad bij de molen van Hoeke (2). In Oostkerke en Hoeke is die straat, sinds de nieuwe straatnamen in voege zijn, gekend onder de volgende namen: Pompestraat, Zuidbroekstraat, Hoekestraat en Heernisstraat.
(Schets uit Rijksarch. Brugge, Ommelopers Mestdagh 707)
1. De Oude Molen, door ons bijgetekend. 2. De Spegelsweg vóór 1939. 3. De huidige Zuidbroekstraat. 4. Lantwech verdonckert = de verdonkerde Spegelsweg. 5. De Eienbroekstraat. 6. De Hoekestraat. 7. De Sint-Kwintensstraat. 8. De weg aangelegd in 1939, door ons bijgetekend.
Langs die straat lagen op Oostkerke en Hoeke de volgende molenwallen:
- de Snipsmolenwal vermeld in 1522 (3)- die zo goed als zeker identiek is met de in 1325 in de parochie Oostkerke vermelde "moelne die wilen was Jan's Groten" (4). De Snipsmolenwal lag in de zuidhoek van het 128ste begin van de Watering van Groot Reigaarsvliet op de noordkant van de hier besproken straat, tegen het Oud Zwin. Ook het land dat bij de in 1325 vermelde molen lag, paalde aan het Oud Zwin.
- de molenwal die lag in de Kerkwatering te Oostkerke in de oostelijke hoek van de plaats waar de Pompestraat het Leugenzwin kruiste. Deze molenwal wordt voor het eerst vermeld in 1482 en behoorde voordien aan de stad Monnikerede (5).
- de molenwal in het 3de begin van de Watering van Sheer Baselishoek op de noordkant tegen de Hoekestraat. Oudste vermelding: 1481 (6).
- de huidige molen van Hoeke in het 22ste begin van de Watering van Sneer Baselishoek. Oudste vermelding: 1481 (7).
Op deze molens komen we verder terug.
Tenslotte is er nog de oudste vermelding van 'n molen op Oostkerke, nl. "delebaex molen" die vernoemd wordt in 1288 in het cartularium van het Ste-Klaraklooster te Brugge (arch. bisd. Br., reeks C 220,hs. Cart. St. Clara). Jammer genoeg is uit de bewuste tekst niet uit te maken waar ergens op Oostkerke deze molen heeft gestaan. Zodat we alleen weten dat er in 1288 een molen op Oostkerke bestond.