Verslagen en Mededelingen
3. Studiereis naar Frans-Vlaanderen

Zondag 24 juni 1984. Alhoewel de weersvooruitzichten eerder somber waren, hebben we bet voor deze reis getroffen: fris maar helder en zonnig weer. Men fluisterde dat bestuurslid en inrichter van de reis, Albert De Keyser, de zaterdagavond een mand eieren naar de Arme Klaren te Brugge had gebracht.

Meer dan 106 Leden hadden ingeschreven, en met twee volle autobussen, trokken we "over de Schreve". Inmiddels hadden we ergens te velde de heer Michel Casert, medelid en onze gids voor de eerste bus, opgepikt. De gids voor de tweede bus, de heer Deduytsche uit St.-Michield, was reeds van uit de Breidelstede meegereisd.

Te Abele aan de Belgisch-Franse grens was het uitkijken geblazen om de verschillen in de huisnummers te zien. Zo trokken we Frans-Vlaanderen binnen. In de verte ontdekten we de hoge toren van de St.-Pieterskerk van Steenvoorde. Hier begon de Beeldenstorm op 10 augustus 1566 in het Sint-Laureinsklooster.

Door de weidse Vlaamse vlakte ging het verder via Hazebroek en Steenbeke naar Ariën-aan-de-Leie, gelegen in de vruchtbare Artezische vlakte. In dit typisch oude stadje, gesticht in de 7de eeuw door de grote Forestier Liederik, werd gestopt op de Markt. Na een verfrissing of een opkikker begon het bezoek aan de merkwaardigheden.

Rondom de Grote Markt, het barok stadhuis en veel 18deeuwse huizen. Het Baljuwgerecht (1599-1603), een mooi renais­sance gebouwtje, trok de aandacht. Het was tot aan de Franse Omwenteling de hoofdwacht van de stad. Aan de marktzijde en de Atrechtstraat bas-reliëfs: aan de noordgevel de vier hoofddeugden voorzichtigheid, rechtvaardigheid, matigheid en sterkte; aan de oostgevel de drie goddelijke deugden geloof, hoop en liefde; aan de zuidgevel de vier elementen water, vuur, lucht en aarde. verder attributen van Sint Jacob en emblemen van de Guldenvliesorde.

Het 45 m hoge belfort, met ajuinvormige koepel, deed ons denken aan Bergen; De beiaard werkt automatisch. Aan de rand van de stad bezochten we de St.-Pietersstiftkerk. In de middeleeuwen verleende Filip van de Elzas deze kerk belangrijke bescherming. Ze telde 39 kanunnikenprebenden tot in 1792. Het kerkgebouw blijft een der indrukwekkendste laatgotische en renaissance bouwwerken uit de Zuiderlijke Nederlanden. De toren is 62 m hoog met 8 hoektorentjes. Deze kerk werd gebouwd tussen 1569 en 1760.

Ze is binnen 103 m lang, 40 m breed en 23 m hoog. Op 8 aug. 1944 werd bij een luchtaanval de kerk zwaar beschadigd. De restauratie in nog steeds bezig. De prachtige eiken orgelkast (1633) werd door monniken gebeeldhouwd en komt uit de abdijkerk van Kleremeers. In de weekkapel: empire O.L.V.altaar met zeer mooie Vlaamse Madona uit de 16de eeuw, In de rechterzijbeuk: kapel toegewijd aan het H. Hart en thans gebruikt als sakristie; 16 panelen (1594) die de lotgevallen verhalen van de schedel-reliek van Sint Jacob de Meerdere. Aan de noordwestpijler van de viering: verguld houten beeld van 0,L.Vrouw-met-de Broden (Notre Dame Panetiere) uit het begin van de 17de eeuw. Ieder jaar novene in augustus en schilderachtige processie. Bovenaan de linker dwarsbeuk: schilderingen uit de 16de eeuw, betreffende de H. Isberga en grafzerken uit de 17de en de 18de eeuw. Bij de kerk: "Maison des Devotaires" van 1622 (huis van toewijding, armenhuis).

Na Ariën reisden we verder door het prachtig heuvelland bezaaid met kleine dorpjes, lage huisjes en hoevetjes met lemen schuren. De tijd stond hier honderd jaar stil!

We aanschouwden de uitgestrekte hoogvlakte van Enguinegatte. Waar nu de korenvelden wiegen onder de noorderbries, had hier in augustus 1479 de eerste veldslag plaats tussen het leger van Lowijk XI en dat van Maximiliaan van Oostenrijk. De Fransen bleven in ‘t nadeel. Aug. 1513, tweede veldslag: de Fransen vluchtten zonder strijd te leveren tegen Hendrik VIII van Engeland en Max. van Oostenrijk.

Aan de horizon zien we Terenburg (Thérouane) hoofdplaats van de Morienen; daarna Keltisch en Romeins stadje. Belangrijke oude bisschopsstad uit de eerste kerstening. Behoorde vóór het Verdrag van Atrecht (1191) tot het graafschap Vlaanderen, kwam nadien in de Franse invloedssfeer. In 1553 werd de stad met de grond gelijkgemaakt en met zout bestrooid op bevel van Karel V.

Door schilderachtige valleien en langs kronkelende wegen, afgezoomd met groene beken- en meidoornhagen, bereikten we de bronnen van de Leie te Lisbourg. Met bezoek aan de 16de eeuwse St.-Omaarskerk viel in het water wegens de hoogmis.

Zo liep het stilaan tegen de middag, tijd om de inwendige mens te versterken, Tegen dat we bekomen waren van onze hilariteit om de scheve verdraaide kerktoren van Verchin, reden we Fruges binnen, waar ons in het "Auberge du Cheval Noir" een stevig maal werd opgediend.

Na de middag reden we verder door de vallei van de Course naar Desvres. Onderweg werden we verrast door de prachtige panoramische vergezichten. We waren in de buurt van Wierre-Effroy, het geboortedorp van onze Vlaamse H. Godelieve van Gistel.

Door Licques, stadje gekend om zijn Internationale ganzenbeurzen. We zagen er de hekkens voor de ganzenmarkt„ Het ging er verder op stap door het stadje, omwille van de "Jaarmarkt".

Te Klarken gunden we het beeld van de zaaier een vliegensvlugge blik. Te Gimmeke (Guémy) stapten we uit op de top van de Mont Saint-Louis: 122 m boven de zeespiegel. We hadden er een wijds en mooi vergezicht tot aan Kales (Calais) en de kuststreek. Op de top van de heuvel bezochten we de overblijfselen van de St.Lodewijkskapel, gotisch bouwwerk uit 1470, dat men nu aan het herstellen is. Tot in 1790 kwamen hier de zeelieden talrijk de "Ster der Zee" vereren. Een oud beeld van de H. Lodewijk uit de kapel, wordt bewaard in de kerk van Grimmeke,

Naar Doornem (Tournehem) langs de bunker van Sperleke (Esperlecques) uit de W.0.II. Watten: begin van de westhoek van Frans-Vlaanderen, juist over de Aa. Op de berg torenruïnes van de Augustijnerabdij, gebouwd door Robrecht de Vries. Van op de heuvelweg bemerkten we, verdoken in het groen, de kapel van Sinte Mulders, d.i. de Heilige Mildreda.

Te Ekelsbeke, waar Sint Volkwin, bisschop en voile neef van Karel de Grote, stierf in 855, vonden we de poorten van de kerk gesloten. We bewonderden niettemin de vieringstoren uit de 13de eeuw, en de sinds 1610 typische herbouwde bakstenen hallekerk. Tegenover de kerk een mooi bakstenen kasteel, begin 17de eeuw.

Dit renaissance waterslot met zeshoekige slottoren en negen gotische torentjes, heeft in muren merkwaardige versieringen, dit zijn metselaarstekens.

Na het avondmaal in Poperinge, dankte de Voorzitter René De Keyser de twee gidsen voor de uitstekende begeleiding; de bestuursleden die de reis organizeerden voor de degelijke voorbereiding en de leden voor hun deelname aan deze prachtige reis.

De avond begon reeds te vallen toen Michel Casert ons opnieuw de plaats aanduidde waar tijdens de Eerste Wereldoorlog dokter Mac Crae zijn onvergetelijk gedicht opstelde: "In Flanders fields where poppies grow / Among the crosses row by row / That mark our place ... ".

Verslagen en Mededelingen - 3. Studiereis naar Frans-Vlaanderen

Redactie

Rond de poldertorens
1984
03
151-154
Charlotte Bogaert
2023-06-19 15:26:46