Dekt de vlag de lading?
Rita Peckelbeen
Noot van de redactie:
Ter gelegenheid van de vlaggententoonstelling van 21 december 1999 tot en met 16 januari 2000 maakte mevr. Rita Peckelbeen, coördinator van het museum, een uitgebreide studie van het vlaggenbezit. We geven hier graag de integrale tekst.
Naar aanleiding van de toch wel speciale jaarovergang 1999-2000 steekt het Museum Sincfala de vlag uit. Tot de museumcollectie behoren een aantal mooie vlaggen. Deze stukjes cultureel erfgoed worden nog weinig aan het publiek getoond, maar stonden ooit symbool voor een vereniging of hebben als herkenningsteken gediend.
Door de vlaggen van de plaatselijke verenigingen uit te hangen, tonen wij niet alleen een stuk van hun verleden maar toont het Museum Sincfala dat het de plaatselijke verenigingen en heemkundige kringen hoog in zijn vaandel draagt.
Het is zeker geen volledig overzicht geworden.
Verenigingen die zich geroepen voelen hun oude (niet meer gebruikte vlaggen) aan het Museum in bruikleen te geven of te schenken, kunnen verzekerd zijn van onze wil om dit stuk cultuur voor de toekomst te bewaren. Onze kinderen en kleinkinderen moeten dit stukje verenigingsverleden van de modale burger kennen.
Introductiezaal: Willy Theerens
Kast 1: Deelname “Klakkertjes” aan festiviteiten
De Heistse dans- en folkloregroep “De Klakkertjes” heeft in de loop van haar bestaan alle belangwekkende gebeurtenissen in Heist opgeluisterd met haar aanwezigheid. Anderzijds heeft zij ook deelgenomen aan talrijke volksfeesten in binnen- en buitenland. Hiervan getuigen de vele vaandeltjes.
Ter gelegenheid van de tijdelijke tentoonstelling tonen we fraaie handgeschilderde vaandels n.a.v. haar optreden tijdens de carnaval feesten in La Louvière (1955), de bloemencorso in Jambes (1955) en festiviteiten in Denain. Speciale prijzen kregen De Klakkertjes ooit in Knokke Het Zoute en in 1970 voor hun deelname aan een stoet in Schaarbeek.
Ook de kleurrijke vaandeltjes van Oostduinkerke en de stad Tienen krijgen een plaats.
Kast 2: Linten
De vis wordt duur betaald. Dat wist Herman Heijermans ook al. De harde vissersstiel heeft veel inwoners van onze gemeente het leven gekost.
Traditioneel worden zij tijdens een aantal jaarlijkse plechtigheden (o.a. de Zeewijding op 15 augustus) herdacht. Na de Eucharistieviering in de Sint Antonius-Abt-kerk leggen op carnavalszondag zowel officiële instanties als vertegenwoordigers van het verenigingsleven kransen neer aan het Vissershuldemonument op het Vissers huldeplein.
Op linten in de nationale driekleur prijken de namen van het Gemeentebestuur Heist, Gemeentepersoneel Heist, Broeders Xaverianen, Vriendenkring Personeel, leerlingen Rijkslagere- en Rijks-technische scholen en Rijksvisserijschool en het Ministerie van Opvoeding en Cultuur. Deze instanties behoren alle tot het verleden.
Het nationaal Ministerie van Cultuur is door federalisering reeds in 1982 een gemeenschapsmaterie geworden. De gemeente Heist fusioneerde op 19 maart 1971 met Knokke, Westkapelle en Ramskapelle tot de nieuwe gemeente Knokke-Heist.
De St.-Jozefsschool van de Broeders Xaverianen (gesticht op 1 oktober 1906) aan de Heistlaan is vervangen door een appartementencomplex. Door samenvoegingen met OLVO (eerst voor middelbaar onderwijs en later ook voor lager onderwijs) in de jaren ‘70 werd het onderwijs door de “Frères” gestopt. De school voor Bijzonder Onderwijs (opgericht in 1961) is er nog wel. De Rijkslagere School is door de federalisering nu een gemeenschapsschool. De Rijkstechnische school is door de rationaliseringsnormen in het onderwijs opgegaan in een grotere entiteit van het Gemeenschapsonderwijs. De Rijksvisserijschool fusioneerde in 1982 met de Vrije Visserijschool tot de Visserijschool van de Vlaamse Gemeenschap. Ondertussen is dit gewijzigd in het Provinciaal Maritiem Instituut. De vestiging is nog altijd in het fraaie “kasteeltje” van De Jonghe in de Kursaalstraat.
De Minister van Verkeerswezen, de Minister van Landbouw en Zeevisserij, de Gouverneur van West-Vlaanderen, de Koninklijke Belgische Hockeybond en het Nationaal Verbond der Invaliden Heist zijn nog hedendaags.
Linten met de gele en groene Heistse kleuren dragen de namen “Onderwijzend Personeel”, “Leerlingen Gemeenteschool Heist”, “Zeemeermin”, “Aan onze Vissers ter ere”, “Koninklijke Handbooggilde Duinengalm”, “Heistse Klakkertjes”, “Bond Grote en Jonge Gezinnen Heist”, “Oostkustvissers”, “Handelaarsbond Heist” en “Oud-Gloriën F.C. Heist”.
Vrije Visserijschool en Vissersvreugd zijn heel nauw met elkaar verbonden. In 1949 werd de oud-leerlingen bond “Vissersvreugd” in de Vrije Visserijschool opgericht. De gelden van Vissersvreugd kennen steeds een goede bestemming. Zo werd een premie van 400 fr. uitbetaald aan de leerlingen van de dagschool per behaald diploma. Er werd eveneens een aanmoedigingspremie gegeven aan de leerlingen die een brevet van zwemmer verwierven. Hun boekje “Albatros” was een goede bron om een en ander te vernemen over de visserij te Heist, en vooral over de Heistse vissers.
Aan de Muren
1. Supportersclub “De Zeemeermin”
K.F.C. Heist, dat in 1999 zijn 75-jarig bestaan vierde, kan een beroep doen op twee supportersclubs, fl1. “De Zeemeermin” en “De Strandleeuwen”. In 1929 werd de supportersclub “De Zeemeermin” gesticht. De supportersclub rekruteert zijn leden voornamelijk onder de vissersbevolking, is vooral befaamd voor zijn bal op carnavalsmaandag en de voetbalwedstrijd tussen de Vissers en de Plakkers, op carnavalsdinsdag.
In 1929 werd ook een vlag besteld voor 6500 fr. in Luik. Het ontwerp werd gemaakt naar een schilderijtje in het huis van Marie van Ludders. De oorspronkelijke zeemeermin kreeg een voetbal in haar handen en op de achtergrond tekende men enkele vissersvaartuigen. Een eerste prijs in een wedstrijd voor supportersvlaggen te Luik was het gevolg
Waarom de supportersclub de naam “De Zeemeermin” kreeg is niet juist te achterhalen. Tussen pot en pint is ooit verteld dat een van de stichters eens een zeemeermin heeft gevangen ! Wat er ook mag van zijn, de “meermin” heeft een lange cultuurhistorische en volkskundige geschiedenis achter de rug. Een zeemeermin verschijnt in de volksoverlevering op heel veel manieren : verhaal, lied, prenten, kunst, naamgeving...
Van meet af aan heeft de supportersclub K.F.C. Heist financieel gesteund : spelers werden betaald, vervoer werd bekostigd Maar een grote traditie bij de Zeemeermin is het doorspelen van de voetbaluitslagen naar de vissers op zee.
2. Supportersclub “De Strandleeuwen”
De vlag uit 1925 werd voor de tentoonstelling door Supportersclub De Strandleeuwen, in bruikleen gegeven.
3. Harmonie Sint Cecilia Heist aan Zee
Deze vlag werd door de vereniging aan Museum Sincfala geschonken op 20 november 1983 en stelt Sint Cecilia met het handorgel in de hand voor. Zij staat afgebeeld naast het Stadhuis van Heist en een wapenschild van Heist.
De Koninklijke Harmonie Sint Cecilia Heist werd op 4 februari 1908 boven de doopvont gehouden als “Katholieke Harmonie van Heyst aan Zee’. Deze vereniging mocht zich in 1966 “koninklijk” noemen.
Na een periode van aanwerving en opleiding van jonge muzikanten, het uitbreiden en herstructureren van het korps, het geven van enkele concerten in Heist en het maken van uitstappen naar Sluis, Blankenberge en Westkapelle werd in 1910 door het bestuur besloten tot de aankoop van een nieuw harmonievaandel.
Dit vaandel werd gemaakt door de Bruggeling Emile Catry (Sint Gillis) voor de prijs van 550 fr. Op een gele achtergrond waren enkele gebouwen van de Zeedijk, een vissersschuit, een kerk en het opschrift “Harmonie Sint Cecilia Heist 1908”, geborduurd. Dit vaandel overleefde echter WO II niet.
In 1949 moest de opbrengst van een tombola dienen voor de aankoop van een nieuwe vlag. Het is deze vlag die wordt tentoongesteld. In 1970 werd opnieuw een nieuw vaandel meegedragen.
Ondertussen behaalde de Koninklijke Harmonie Sint Cecilia Heist diverse titels (o.m. West-Vlaamse kampioenstitel in uitmuntendheid). Naast diverse optredens en concerten zijn zij de organisatoren van een zomermuziekfestival en een jaarlijks nieuwjaarsconcert. Als ambassadeurs van Knokke-Heist bezorgen zij zowel in Knokke-Heist als in het hinterland veel mensen aangename muziekmomenten en maken zij zich op om honderd jaar te worden.
4. Onderlinge Paardenverzekering Kust en Grens Knokke AIZ 1902
Deze vlag werd op 12 sept. 1999 n.a.v. Open Monumentendag geschonken door Harold Van Eeckhoutte.
5. Vlag Knokke, Heist en Knokke-Heist
Ramskapelle bezat geen schild. Westkapelle had sedert 29 juli 1963 een wapen dat beantwoordde aan dat van het Brugse Vrije, nl.: “van zilver met een rechter schuinbalk van lazuur, het schild gesteund en gehouden door een wildeman van natuurlijke kleur en omringd met twee distels van natuurlijke kleur, elk gebloemd met twee stukken van purpel”.
Al deze termen kunnen eigenaardig overkomen, maar zij zijn afkomstig uit de heraldiek. Heraldiek is de wetenschap die zich bezighoudt met het ontstaan, de ontwikkeling en de betekenis van de wapenschilden, met het juiste blazoen en afbeelden ervan.
Bij het ontwerpen van wapens of blazoenen gaat men uit van de historische gegevens, kenmerken van een of ander beroep of van een bepaalde streek. De Heraldische Commissie houdt zich aan strikte regels. Vandaar dat het bekomen van een goedgekeurd wapenschild zo moeilijk is!
Vlag van Knokke: Het Koninklijk Besluit van 9 mei 1914 schonk de voormalige gemeente Knokke een wapen van goud met keper van keel (= rood) beladen met drie zilveren schelpen en vergezeld in de punt van een ontwortelde duindistel in natuurkleur. Dit wapen was geïnspireerd op dat van het Ambacht Lissewege.
Vlag van Heist: Bij gemeenteraadsbesluit van 14 augustus 1895 werd een ontwerp van wapenschild van de gemeente voorgesteld. Het voorstel betrof het wapenschild van de Heer van Koudekerke, zoals dit beschreven werd in “Droit et Héraut d’Armes” van Cornelius Gaittard rond 1557 : “d’Or â l’esquierde douze pièces de synople”. Het blazoen bestond uit vierkante kwartieren in gele en groene kleur omringd door anker en koord. De vlag moest dan vermoedelijk de kleuren geel en groen krijgen. Heist heeft echter nooit een goedgekeurd wapenschild bekomen.
Vlag van Knokke-Heist: Daar de kleuren van het gemeentewapen bepalend zijn voor de gemeentelijke vlag, werd deze als volgt omschreven : “Drie even hoge banen van geel, van rood en van geel, met op het rood drie witte schelpen”. De heraldieke beschrijving van het gemeentewapen van Knokke-Heist willen wij u niet onthouden : “in goud een keper van keel, beladen met drie schelpen van zilver, in de punt vergezeld van een zeedistel van natuurlijke kleur”. Deze beschrijving stemt overeen met het bij Koninklijk Besluit van 9 mei 1914 goedgekeurd gemeentewapen van de voormalige gemeente Knokke.
6. Vrije Visserijschool 1904
Vlag geschonken door Gustaaf Vermeille op 1 december 1986. Op een roodgele vlag, afgeboord met galon in Belgische kleuren, staat een afbeelding van het verhaal van de wonderbare visvangst. De H. Petrus staat op een Heistse Schuit.
De Vrije Vissersschool werd in 1904 door E.H. Pastoor Froidure ingericht als avondschool. Zij werd gemiddeld door 50 â 60 leerlingen gevolgd, waarvan twee derde reeds met vader of broer als laver (leerling-visser) in zee staken. De leerlingen van 13 tot 17 jaar oud werden in drie leergangen verdeeld. Zij ontvingen er onderricht over wereldkennis, zeekaarten, kompas, koersverordeningen, log en lood, lichten en vuren, uitliggers en boeien, zeewetten en reglementen, gezondheidsleer aan boord. Zij leerden er ook splitsen, boeten, knopen leggen, breien en zeilen maken. De leerlingen die het tweede studiejaar voleindigd hadden, mochten zich tot de eerste leerproef (= laver-examen) aanbieden.
Toen in het begin van de jaren dertig een bekwaamheidsgetuigschrift werd vereist om het bevel te voeren over een schip, veroorzaakte dit heel wat opschudding in het visserijmilieu. Kort daarop werd ook het verplichte brevet ingevoerd. Het moment was rijp voor de oprichting van een dagschool. Maar WO II kwam de plannen dwarsbomen. Kort na de Tweede Wereldoorlog werden in Heist twee visserijdagscholen opgericht.
De leerlingen konden er terecht vanaf 12 jaar. In 1978 fusioneerden beide scholen. De fusieschool kreeg in 1983 de naam ‘Visserijschool van de Vlaamse Gemeenschap”.
Nu huist het “Provinciaal Maritiem Instituut” nog altijd in het “Kasteeltje” van de aannemer van strand- en havenwerken Gustaaf De Jonghe.
7. Visscherschool Heist-aan-Zee - Zeebrugge
Nadat in 1906 de vissershaven in Zeebrugge werd uitgebouwd, verhuisden een aantal Heistse vissers langzaam naar Zeebrugge. De meeste Zeebrugse boten bleven bemand door vissers, woonachtig in Heist.
De vlag stelt een vissersboot voor ter hoogte van het visserskruis in Zeebrugge.
8. Gemeenteschool Ramskapelle
De vlag uit 1930 werd in bruikleen gegeven aan het Museum Sincfala. De gemeenteschool in Ramskapelle werd opgeheven op 1 oktober 1989. In Ramskapelle bleef een afdeling van het Vrij onderwijs behouden.
9. Handboogmaatschappij Lissewege
10. Schuttersgilde Lissewege 1825-1879
De heemkundige kring Sint Guthago schonk deze vlaggen aan het Museum Sincfala. Hoe komen vlaggen van Lissewege in een museum in Knokke-Heist?
In 1960 werd op initiatief van de Heemkundige Kring Sint Guthago te Lissewege het embryo van een streekmuseum opgericht. Het richtte zich hoofdzakelijk op verdwenen landbouwfolklore en heette daarom Poldermuseum.
Samen met Lissewege vormden de gemeenten Heist en Knokke eertijds het Ambacht Lissewege, parochies binnen het "Brugse Vrije". Toen na tien jaar de stichters zich verplicht zagen (o.m. wegens gebrek aan lokale medewerking) een andere locatie te zoeken, zocht men vlug steun bij het bevriende bestuur van Heist. Met de fusie Knokke-Heist kreeg het museum een nieuwe naam: Sincfala.
De banier van de Sint-Sebastiaangilde van Lissewege is van zeer grote waarde. Hij dateert uit de eeuw met een vernieuwd schild uit 1879. Deze banier meet ongeveer twee meter op één. Het tussen bordeaux en cramoisie (donkerrood) zwemend doek is afgeboord met galon. Het ronde inzetschild vertoont een afbeelding van Sint Sebastiaan met op de achtergrond een kasteel. De keerzijde draagt een schild met het Jerusalemkruis, twee gekruiste bogen en een palmtak en de tekst: "Lisseweghe 1825-1879". De vlag hangt aan een drie meter lange stok. Het schild zou een restauratie uit 1879 zijn.
11. Vlag Schuttersgilde Westkapelle
In onze gemeenten zijn er diverse handboogverenigingen, waaronder de Sint Sebastiaangilde een toch wel speciale plaats inneemt. Zowel in Ramskapelle, Westkapelle, Heist als Knokke bestond een Sint Sebastiaan-gilde. Wanneer zij werden opgericht is niet met zekerheid te achterhalen.
Zeker is wel dat in 1648 een gilde in Knokke bestond. De stichtingsoorkonde werd bevestigd in 1650 door de magistraat van het Brugse Vrije. Daardoor werden twee oude handbooggilden (die van Knokke en Heist) verenigd in één gilde.
In Westkapelle is de gilde ten laatste in het eerste kwart van de 16de eeuw of misschien reeds onder het bewind van Maximiliaan van Oostenrijk (echtgenoot van Maria van Bourgondië) gesticht. In een aanvraag van 1526 waarin Jan de Baenst, deken van de Sint Sebastiaangilde te Oostkerke, Keizer Karel verzocht om het octrooi van zijn vereniging te vernieuwen, wordt er verwezen naar het feit dat de “confrérie St. Sébastien de Westcappelle” het bedoelde privilegie wel bezat.
Het driehoekig banier van de schuttersgilde Westkapelle stelt aan de ene zijde Sint Sebastiaan voor. De patroonheilige van de parochie Westkapelle staat op de andere zijde. Een staat van de kerkbedienaars uit 1455 verschaft de eerste inlichtingen over het kerkelijk leven in Westkapelle. Hierin was vermeld dat de patroonheilige Sint Nikolaas was.
In Ramskapelle liet het octrooi van 28 maart 1546 toe om een officiële vereniging te vormen, om op het Schuttershof naar doelen te schieten en telkens op 6 juli te “moghen schieten om hooghe naer die papegai”.
12. Bond der oude Rijnwacht 1918-1929
Vermelding 1946 en tekst Heyst aan zee met Leeuw
13. Verbroedering der oude Zeelieden
Deze vlag werd aan het Museum Sincfala geschonken op 24 mei 1981. In de nationale driekleur vermeldt ze aan de achterzijde “Fraternel des marins de la Guerre 1914-1918”.
14. Vlag “Société Royale des ex-Sous-Officiers de l’ Armée Belge”
De “Koninklijke Vereniging van de ex-Onderofficieren” van “Heyst-sur-Mer” bezat een vlag uit 1892. Deze vlag werd door het Museum Sincfala verworven op 23 juli 1999. Op de gele baan van de nationale driekleur staat een schild waarin een Heistse schuit is afgebeeld. De oude Heistse schuiten behoorden (samen met de Blankenbergse schuiten) tot de meest originele vaartuigen van de Vlaamse Kust. De oorsprong gaat terug tot in de Middeleeuwen. Heist had toen nog geen haven en de schuiten legden aan op het strand. De olmenhouten platbodem had een lengte van 10,30 m, een breedte van 4 m en was ongeveer 2 m diep. De schuit, die oorspronkelijk niet overdekt was, had een inhoud van ongeveer 20 ton. Heel typisch zijn de twee zwaarden, de trapeziumvormige borden die aan weerszijden van de schuit bevestigd waren. De bouw van de Heistse schuit duurde ongeveer drie maanden. In 1903 werd in de duinen de laatste Heistse schuit gebouwd.
Na de bouw van de vissershaven in Zeebrugge in 1906 werd het strandschip langzamerhand vervangen door een moderne sloep. Op de zolderverdieping kan men nog een maquette van een Heistse schuit bekijken.
N.a.v. Open Monumentendag werd in Blankenberge 11 september 1999 een Blankenbergse schuit, bijna identiek aan de Heistse schuit, te water gelaten. De Blankenbergse schuit wordt tijdens de kerstvakantie gepresenteerd op de Blankenbergse markt.
15. Nationale Strijdersbond 14/18 en 40/45
Vlag verworven op 22 juli 1999
Zoals in elke gemeente zijn er in Knokke-Heist diverse vaderlandse verenigingen die overkoepeld worden door de Federatie van de Vaderlandse Verenigingen. Volgende verenigingen maken hier deel van uit:
- Nationale Strijders Bond van Heist, Knokke en Westkapelle
- Verbroedering van het Geheim Leger van Knokke-Heist
- Unie der Politieke Gevangenen, afdeling Knokke
- Nationaal Verbond van de Weggevoerden en Werkweigeraars
- Verbroedering Passieve Luchtbescherming, afdeling Knokke
- Koninklijk Verbond der Veteranen van Koning Albert 1
- Vaderlandse Vrouwenbeweging
- Nationaal Verbond der Oorlogsinvaliden
- Veteranen van Koning Leopold III
16. Humorfestival
Het Humorfestival ontstond in 1965 in Heist op initiatief van Huib Gobert, de latere gemeentesecretaris (overleden op 4 november 1986).
Het Humorfestival was een positieve bijdrage tot het ontspanningsleven op verantwoord cultureel niveau aan onze kust. Het heeft in zijn tijd aangetoond dat amusement en cultuur kunnen samengaan en niet voorbehouden waren aan een bepaalde klasse. Het Humorfestival was een dagenlange kermis van lessen in levenskunst, waar geen enkele regenbui erin is geslaagd om de lachbuien weg te jagen.
Talrijke artiesten van de kleinkunst zijn in die jaren op het podium gekomen : Jan Dewilde, Miek en Roei, Hugo Raspoet, Lamp Lazarus en Kris, Della Bossiers, Gerard Vermeersch, de Elegasten, Jules De Corte, Ivo de Wijs, Miel Cools, Peter Blanker, Lenny Kuhr, Willem Vermandere, Urbanus,...
De vlag voor het Humorfestival werd ontworpen door Ton Smits. Samen met dit kleinkunstfestival vormde de Cartoonale de zomeraffiche van Heist. Beide hebben bijgedragen tot het verspreiden van het sympatieke imago van “riante badplaats”.
Eerste verdieping Stand Klakkertjes
In 1938 zat men in Heist te broeden op een aantal feestelijkheden, onder meer naar aanleiding van de komende inhuldiging van de nieuwe burgemeester Debra (op 21 mei 1939). Initiatiefnemer was Edgard de Fonseca, eigenaar van Hotel Astoria en voorzitter van de Heistse Hoteliersvereniging.
Het centrale thema was “vis en vissersleven”. Alle medewerkers moesten zich tooien in folkloristische visserskledij van rond de eeuwwisseling. De dames werden geacht schouderdoek, baaien rok en het typische Heistse kleppenmutsje (waarvan de oorlapjes klapperen als er een zuchtje wind passeert = klakkertje) incluis te dragen en de heren trokken visserskiel en zuidwester aan.
Het initiatief en de oproep kenden bijval. Er werd inderhaast een volksdansspecialist (Henri Eerebout, bijgenaamd de prof) aangetrokken om de jonge snaken vissersdansen (polka’s, mazurka’s, walsen...) aan te leren. De generale repetitie greep plaats naar aanleiding van de inhuldiging van de burgemeester van Westkapelle en de vuurdoop op 21 mei 1939 bij de inhuldiging van burgemeester Debra.
Toen van zaterdag 27 mei tot 5 juni een “Een Eerste Week der Vischpropaganda” werd georganiseerd (met de bedoeling de visverkoop te stimuleren) waren de “Heistse Klakkertjes” al niet meer weg te denken ! Toen een week later Minister van Verkeerswezen Marck er was, volgden horden fotografen en journalisten als schoothondjes en legden de prestaties van de spiksplinternieuwe dansgroepering vast.
Men besloot een gekostumeerde kindergroep op te richten die alle belangwekkende gebeurtenissen te Heist zou opluisteren. Het was een voldongen feit: Heist had een bloedeigen erg bloeiende folkloregroep, die ambassadeurs van Heist en de Vlaamse Kust werden.
De oorlog gooide roet in het eten en men zou opnieuw starten met 20 leden. Er kwam reeds in 1945 nieuw bloed in het bestuur : Omer Storm en zijn vrouw Maria. Maria van ‘t Kloeftje werd een Klakker met een extra opdracht, nl. de bekommernis om het onderhoud van de kleren. Lea Bailyu Boereboom (één van de stichtsters in 1938) en Maria Storm werden bezielende krachten.
Henri Eerebout werd opgevolgd door zijn dochter Henriëtte, later opgevolgd door mevr. Stubbe.
Het grootste probleem waarmee de Klakkertjes in al die jaren hebben te kampen gehad is een voldoende rekrutering voor de kindergroep. Uiteindelijk besloot men op een bepaald moment om volwassenen op te nemen.
Naast het opluisteren van alle grote evenementen in eigen gemeente (Zeewijding, Verbroederingsfeesten, Folkloremarkt ) en land (Expo ‘58, verlovingsfeest Albert en Paola, viering van koning Boudewijn op de Heizel, viering Stijn Streuvels in 1965) hadden ook optredens in het buitenland naar aanleiding van folkloristische festivals o.m. in Duitsland (Stuttgart, Bonn, Deidesheim, München, Frankfurt), in Frankrijk (Compiègne, Rennes), in Engeland (London, Maidstone) en in Nederland (Valkenburg) plaats.
De Heistse Klakkertjes schonken hun vlaggen aan het Museum Sincfala.
Drie vlaggen (met de gele en groene Heistse kleuren) werden ooit op de vlaggenstok meegedragen tijdens hun representaties en hangen nu boven de stand van de Klakkertjes.
Eerste verdieping Instrumentenzaal
De maquette van alle seinvlaggen werd ooit als didactisch instrument in de visserijschool gebruikt. Door het gebruik van de radiocommunicatie en de allernieuwste computertechnologie is het gebruik van seinvlaggen uiteraard sterk afgenomen.
Het gebruik van de seinvlaggen was aan vlaggenprotocol of vlaggenspraak onderworpen, maar iedereen kent wel een aantal gebruiken;
- witte vlag: teken van overgave; sein dat degenen die ze meevoeren niet vechtenden zijn
- blauwe vlag: de “Blue Peter” is het sein van afvaart rode vlag: sein van onveiligheid of het teken van voortzetting van een gevecht zwarte vlag: historisch het teken van besmettelijke ziekte, maar later werd dit het embleem van het anarchisme
Het vlaggenschip van een vloot betekent voor ons : het grootste schip van een rederij. Oorspronkelijk was het enkel het schip dat de vlag van de admiraal of viceadmiraal voert.
De term vlag wordt ten aanzien van schepen vaak gebruikt als synoniem voor nationaliteit. Spreekwoorden of gezegden in die zin hebben nu wel een dubbele betekenis:
- onder zekere vlag passeren
- onder valse vlag varen
- onder welke vlag vaart hij?
In oorlogstijd moesten neutrale schepen en ook hun lading door de oorlogvoerende partijen geëerbiedigd worden. Vandaar het spreekwoord “de vlag dekt de lading”, maar dat heeft nooit piraterij belet!
Hedendaagse seinvlaggen:
Als sein kennen we het gebruik ook in onder meer het voetbal wanneer de grensrechter “vlagt”. In de autosport wordt een bolide uit- of afgevlagd.
Aan onze kust kent elke inwoner en toerist uiteraard ook de signaalvlaggen die het baden al dan niet verbieden in de bewaakte strandzones. Is dit niet het geval, dan deze tip voor het volgend badseizoen:
- groene vlag: baden en zwemmen toegelaten
- gele vlag: baden en zwemmen is gevaarlijk. Alle drijvende voorwerpen (bv. luchtmatrassen, rubberen bootjes...) zijn verboden
- rode vlag: baden en zwemmen verboden
- groene vlag met een surfer: surfen toegelaten. Surfen is enkel toegelaten in de daarvoor voorziene surfzones en niet in de bewaakte zwemzones rode vlag met een surfer: surfen verboden.