Op zoek naar de beer van Lissewege

Johan Ballegeer

In zijn voortreffelijk werk over Lissewege schrijft Van Hollebeke    1 dat er zich in het gewelf van de noordelijke zijkapel, de Mariakapel, een sluitsteen bevindt met “Un ours passant”.

Wij waren hoogst geïntrigeerd. Voorheen hadden wij nooit op dat beestje gelet.

Een beer is een weinig christelijk motief. Bovendien is de gotiek gekenmerkt door florale motieven. Let wel dat de gotiek haar gnosis haalde bij de moslimarchitecten.

Dus mocht men geen levende wezens afbeelden. Soms zal men een draakachtig wezen zien als een symbool van de overwonnen satan. En in het hoofdkoor zien we wel sluitstenen met een duif en een lam als symbolen van de H. Geest en van Christus.

Maar dat gewelf kwam er pas na 1890, toen men het niet meer zo nauw nam met de symboliek.

Reeds in 692 gebood het concilie van Constantinopel Christus enkel op het kruis af te beelden en niet als een lam.   2

Nu schreef Van Hollebeke zijn werk in 1860 en bij beweert dat die ‘beer’ er toen al was.

We zijn die beer gaan bekijken met sterke schijnwerpers en een verrekijker. Van Hollebeke moet slechte ogen hebben gehad.

Was het nu eens een beer geweest ! De beer is de gezel van Artemis, de Griekse maangodin. Ziet men de H. Maagd soms niet op een maansikkel ? Soms verscheen Artemis in de gedaante van een beer, vergezeld van jonge meisjes in berenvellen gehuld. In de alchemie komt de beer overeen met de “materia prima”. De geheimzinnige adem van de beer walmt uit de duisternis van een spelonk. Zou hij ons de weg wijzen naar de spelonk. Naar de crypte? (Hij zit daar dicht bij de chauffagekelder !).

Bij nader onderzoek leek het helemaal geen beer!

Het leek eerder een liggend schaap, maar de gotiek kent geen animale motieven. En een schaap staat nergens voor symbool.

Een lam misschien ? Maar waar was dan het boek der zeven zegelen waar het op diende te liggen? Of het vaantje van de verrijzenis?

Een hond? Volgens de eerste christenen uit Syrië weigeren de engelen een kerk te betreden waar zich een hond bevindt. Misschien daarom hing er in de Middeleeuwen in onze kerken een bordje met “Canis ad forum”! Honden buiten! Ooit gehoord dat je niet met een ezel, een os, een paard of een duif in de kerk mocht komen?

Wel is de hond, zowel als de wolf, de “psychopompos”, de zielenleider in de onderwereld, maar daarvoor hebben wij christenen tenslotte de engelen.

Als het nu eens een vos was?

Bij de godin “Nehalennia” die voor wij Maria kenden in onze streken werd vereerd zat een hondje. Was het geen vosje? “Nehalennia” was de Keltische godin van de vruchtbaarheid en de vos is toevallig ook het symbool van de vruchtbaarheid! En ook de vos is een maandier.

Toch verwierpen wij deze vergezochte hypothese.! Of de Grote Vos!

Bij de “Compagons du Tour de France”, de rondreizende bouwgezellen die onze gotische kathedralen en stadhuizen bouwden, werd de leider van de werkzaamheden “De Grote Vos” genoemd, terwijl de leer- jongens de bijnaam van “aap” kregen. Het waren ook zij die het meest in de stellingen moesten klimmen 3 Denk aan het Metsershuis in de Steenstraat dat de naam De Grote Vos draagt.

Dat een kerk als deze van Lissewege met het geld van de Tempeliers  4  door de Compagnons werd gebouwd lijdt geen twijfel.

Wat onze brave onderwijzers ook beweerden, dat de ganse bevolking na hun dagtaak (een dagtaak van morgenschemering tot avondduisternis) de kerk van Lissewege bouwden is noch min, noch meer een fabel die o.m. weerlegt wordt in de “Chanson de geste” over de Vier Heemskinderen. En van hen, Reinout van Montauban, wilde om zijn zonden uit te boeten meebouwen aan een kathedraal. Hij wilde alleen maar het minimumloon. Maar zo’n onderkruiper en prijsbederver wilden de metsers (= compagnons) niet. Ze grepen Reinout bij zijn lurven, sloegen hem neer met een hamer (Hiram-legende) en gooiden hem in de Rijn. Gelukkig zat er toen nog vis in die riool. Ze duwden het lichaam van Reinout waarop drie kaarsen brandden boven water en voerden hem zo naar een veilige plaats.

Die legende toont duidelijk aan dat de compagnons helemaal niet waren gediend van pottenkijkers die hun “geheimen” wilden ontfutselen.

Laten we dus aannemen dat de Compagnons uit de 13de eeuw gewoon hun architect op de meest nederige wijze hebben willen eren.

In de kerken van Colmar, Westminster, Praag e.a. staan een of meer “koppen” van bekende architecten. Hier in Lissewege staat “De Grote Vos”.

2016 03 18 151003

Voetnoten

  1. L. van Hollebeke: “Lissewege, son église en son abbaye”. -Brugge : Gaillard, 1863. Een lijvig maar wat gedateerd werk dat men best met een korreltje zout neemt.
  2. J. Chevalier & A. Gheerbrant: “Dictionaire des symboles”. -Paris Laffont, 1989
  3. Jean-Pierre Bayard: “Le Compagnonage en France”. -Paris, 1977. Het meest complete werk over de Compagnons du Tour de France
  4. Zie onze studie “De kerk van Lissewege, de Tempeliers, de Compagnons”. -Brugge: van de Wiele, 1985
  5. Jean Gimpel: “Les Batisseurs de cathédrales”. -Paris Le Seuil, 1980. -P. 49

Op zoek naar de beer van Lissewege

Johan Ballegeer

Rond de Poldertorens
1998
04
129-130
Mado Pauwels
2023-06-19 14:44:32