Mensen maken de Geschiedenis - DEEL 12

Victor Depaepe

Vervolg van: Mensen maken de geschiedenis - DEEL 11

DE HEER CLAES: Men moet toch de tekst voor zich hebben om dit te kunnen opstellen.

DE HEER BURGEMEESTER: Ik heb de Franse vertaling in mijn kabinet, ik zal ze laten aftijpen en U die bezorgen. Wie wenst nog aan de bespreking deel te nemen

DE HEER DEPAEPE: Ik vraag de principiële stemming, Mijnheer de Burgemeester.

DE HEER BURGEMEESTER: Het is nu niet mogelijk ja of neen te zeggen. Wij zullen de zaak zo spoedig mogelijk onderzoeken na de bespeking van de juristen. Wij kunnen nu geen geleibrief geven zoals die gevraagd wordt, dat is mijn standpunt.

DE HEER VERSTAPPE: Van het ogenblik af dat Meester Claes de geleibrief kan opstellen, gaan wij akkoord. Dan is daar nog de kwestie van de waarborg. Als de Heer Depaepe zich daarmee akkoord verklaart, en wij allemaal, en wij eventueel de kwestie van de waarborg zullen onderzoeken, zie ik niet in waarom, principieel gezien, wij niet zouden zeggen: wij gaan akkoord om de geleibrief af te leveren mits de voorwaarden die uit de besprekingen voortvloeien, en zie ik niet in waarom wij geen principebeslissing zouden kunnen nemen.

DE HEER BURGEMEESTER: Dat gaat niet. Ge moet toch een tekst hebben, ge kunt toch niet beslissen over iets dat niet vast staat.

DE HEER CLAES: We moeten toch over iets kunnen beslissen.

DE HEER DECLERCK: Maar waarom? We kunnen toch over het principe beslissen.

DE HEER ENEMAN: Wij kunnen misschien opnieuw bijeenkomen als de tekst klaar is.

DE HEER BURGEMEESTER: De heer De Mey heeft gezegd, laten wij de zaak onderzoeken.

DE HEER DECLEREK: Er is geen volledig akkoord, maar wij kunnen toch de principebeslissing nemen.

DE HEER BURGEMEESTER: Over wat?

DE HEER VERSTAPPE: Dat wij bereid zijn, in de voorwaarden die uit de bespreking voortvloeien, de geleibrief mee te geven. Principieel gaan wij allemaal akkoord, maar wij wachten op de tekst.

DE HEER BURGEMEESTER: Een principiële beslissing, dat strekt tot niets. Waarom? Welk nut heeft dat. Ik heb liever te wachten en te zien hoe dat kan opgelost worden. Ik zal morgen de tekst van het privilegie bezorgen aan Meester Claes. Maar hij kan dat alleen niet doen, hij zou moeten van gedachten wisselen...

DE HEER CANT: Ik zou ook een exemplaar wensen. Er zou ook contact moeten genomen worden met Meester Traen, ook met Meester Vanden Broele.

DL HEER BURGEMEESTER: . . . met al de juristen van de Gemeenteraad. Meesters Traen en Kervyn zijn met verlof. De heer Depaepe kan erbij zijn, ook Meester Arnou.

DE HEER CANT: Voor wanneer deze bijeenkomst?

DE HEER BURGEMEESTER: Ik zal het document morgen laten kopiëren en U onmiddellijk laten bezorgen. U zult de volledige brief niet krijgen want er zijn twee addenda. Over één schrijft de Minister: “Ik zou U dankbaar zijn er geen ruchtbaarheid aan te geven.” Dat is iets voor mij: maar ik geef U toch hetgeen ik mag mededelen.

DE HEER ARNOU: Eenmaal je tekst klaar, waarom dan de Gemeenteraad niet samenroepen?

DE HEER VERSTAPPE: De juristen kunnen de tekst opstellen en heel de Gemeenteraad kan zich daarna hierover uitspreken.

DE HEER CLAES: Wij stellen een definitieve tekst op en maken hem over aan de heer Burgemeester en dan kan de Gemeenteraad bijeen geroepen worden.

DE HEER CANT: Wanneer deze bijeenkomst?

DE HEER VERSTAPPE: Maandagvoormiddag?

DE HEER BURGEMEE5TER: Ja, van zodra de tekst klaar is, kunnen wij onmiddellijk vergaderen.

*********************

"MIJN LANGSTE DAG”

A) Het vertrek naar Engeland met het vissersvaartuig “Z.264” “King Charles The Second”

Ik sta ‘s morgens om zes uur op, want ik ben ervan bewust dat ik vandaag heel wat vóór de boeg heb. Na het ontbijt toont mijn wederhelft Juliette me drie genummerde reiskoffers, zeggende “ De eerste is gevuld met proper ondergoed en allerhande voor gebruik aan boord van het schip. De tweede koffer bevat kledij en ondergoed voor in de gevangenis. In de derde reiskoffer bevinden zich jouw zondagse kleren om naar de Rechtbank te gaan”.

Ik zeg spontaan: “Vrouwtje, dit is zeer goed bezien van jouwentwege.”

Daarop kijkt ze mij aan met een diepbedrukt en bezorgd gezicht en zegt: “Ga je nu daadwerkelijk gaan vissen in de Engelse kustwateren onder de neus van de Engelsen en zonder geleidebrief van de Stad Brugge?“ “Ja,” antwoord ik kordaat “want anders worden de Brugse Visserijprivilegiën voor goed in de doofpot gestopt en is mijn werk van drie jaar opsporing en studie naar de vaantjes. Het Schepencollege van de Stad Brugge staat onder zeer zware druk van de Minister van Buitenlandse Zaken Paul-Henri Spaak.

Zowel dhr. Spaak alsook Het College van Burgemeester en Schepenen rekenen erop, dat spijts alle voorbereidingen van mijnentwege, ik niet zal durven afvaren naar Engeland zonder geleidebrief en dat plezier gun ik hen niet en zekerlijk niet aan dhr. Spaak, die aan het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Brugge allerhande onware, zogezegde rechtskundige foefjes heeft wijsgemaakt.

En bovendien, heb ik nog een belangrijke pijl op mijn boog, die ik slechts een tiental minuten vóór mijn afvaart zal afschieten. Ik zal namelijk een telegram versturen aan Hare Majesteit Koningin Elisabeth II en daarbij zal ik tokkelen op de gevoelige snaar van het Britse prestige: de tradities, de fair-play, de hoffelijkheid, de eerbied voor een koninklijke handtekening ten overstaan van miljoenen mensen, zowel binnen als buiten het Britse Gemenebest !!!

Wees maar gerust meisje, want het kan verkeren, heeft Bredero gezegd.

En met die troostende woorden, nemen wij de drie reiskoffers op en gaan we naar de kade, alwaar ik ze opberg in het logies van mijn vaartuigje.

Enkele dagen vóór de afvaart had ik eindelijk een scheepsbemanning gevonden om de historische Engelandvaart ten uitvoer te kunnen brengen.

2015 06 16 103743Onder de leiding van dhr. André Mahieu, die als schipper is aangemonsterd, verder dhr. Leopold Savels en Richard Daveloose, allen rasechte Heistenaars (zie foto nr. 1)

2015 06 16 103818Ikzelf, moet nog eventjes bij het Loodswezen aanlopen om mijn handtekening te plaatsen als aangemonsterde scheepsjongen. (zie foto nr. 2)

2015 06 16 103847Naarmate de middag nadert wordt het in mijn omgeving drukker en drukker. Dhr. Tanghe, een Brugs fotograaf, brengt tot mijn grootste verrassing een schilderij mede van Koning Karel II, die op 10 juli 1660 de Visserijprivilegiën aan de Stad Brugge geschonken heeft.

“Dit schilderij”, dat ik zelf gemaakt heb, is bedoeld om vooraan op de stuurhut van uw vaartuigje aangebracht te worden en mijn vurige wens is dat het daar blijft, totdat de operatie “King Charles The Second” beëindigd is” zo zegt dhr. Tanghe, waarop ik hem hartelijk dankend antwoord: “Dit is een geniaal gedacht en uw wil geschiede, Mr. Tanghe”.

Bijna op hetzelfde ogenblik komt er uit Brugge een groepje aan, die mij een vlag aanbiedt, waarop de Vlaamse Leeuw prijkt, en er wordt zonder dralen een groepsfoto gemaakt (zie foto 3) Van rechts naar links herkennen wij hierop dhr. Pier Latruwe (bijgenaamd Pier Patrysse), mevr. Henriette Dhauw, dhr. Joseph Dedecker (visgroothandelaar), Leopold Depaepe (mijn vader) en dhr. Prosper Everaert en Joel Verheye, en mevr. Gilda Latruwe.

2015 06 16 103910Op het allerlaatste ogenblik moeten er nog haakjes aangebracht worden op de voorzijde van de stuurhut om het schilderij vast te hechten (foto 4).

 

LEES VERDER: Mensen maken de geschiedenis - Deel 13

Mensen maken de Geschiedenis - DEEL 12

Victor Depaepe

Heyst Leeft
1991
02
012-015
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:44:32