Korte verslagen - 1964-04
Van een Wonderbeeld
Ons Bestuurslid dhr Johan Ballegeer van Lissewege heeft een nieuw werkje op zijn naam staan. Een uitzonderlijk boekje. De Auteur vertelt aan zijn dochtertjes de oude legende van O.L.Vrouw van Lissewege. Maar de lokale legende voelt men verbreed en verruimd tot de in geheel West-Europa verspreide volksdevotie van “vinden en verdwijnen van mirakuleuze beelden”. De Schrijver die kan vertellen, laat daarom in het eerste deel half heidense half kristelijke elementen tegen elkaar in spelen. En hij profiteert ervan om de plaatselijke toponymie erin te verwerken. In het tweede deel dat de reformatie en de contrareformatie als achtergrond heeft, zijn alle namen en feiten historisch, met uitzondering van de kleine Borluut.
De Auteur die leraar is in het Vierde Leerjaar, heeft het boekje integraal laten illustreren door zijn leerlingen. Naar het schijnt is dit de eerste keer in Europa dat een kinderboek met niets dan echte “Kindertekeningen” is versierd.
Een fris boekje, dat Johan Ballegeer alle eer aandoet en dat wij van harte aanbevelen.
00000000000000 000000000 00000000000
Heemkundige Wandeling - Westkapelle - 27 september 1964
Op een zomerse dag zijn we met een talrijke groep langs de Zwinnevaart gaan wandelen, waar Voorzitter Rene De Keyser aan iedereen trachtte duidelijk te maken waar, bij de monding van het Kromme Water, rond 1200 , de Kwintensluis lag.
Velen zagen voor het eerst de resten van de Brolozedijk of Oostdijk van rond de jaren 1050. Niemand was haastig toen we in het zonnetje over de oude Greveningedijk liepen, uit het begin van de 13e eeuw. Kijk dààr lag tot in 1817 de Schapenbrug, want die rechte baan naar Sluis is niet ouder - vroeger ging de weg over het Vliegende Peerd en Sint Anne.
We reden dwars door het Nieuwland en begonnen al iets te begrijpen van al die dijken en putten: hier bv, de oude dijkbreuk “De Hauweelpit”. Wat een rijk en heerlijk landschap!
Langs de bastiongrachten van het verdwenen Izabellafort, gingen we kijken waar de echte “Glazenbrugge” had gelegen; en nu begrijpen wij de naam “Glacisbrug”. Hier stonden we op het grote en sterke middelpunt van de Cantelmolinie.
Bij dhr Jan Cauwels ging het vooral om de resten van het Kamp Leopold van 1832 met blokhuis, bedekte weg, Hazegrassluis en prison. Ge hebt nooit tijd genoeg op zo een wandeling. De avond nadert en we moeten nog langs de St-Paulusvaart (ook een deel van de Cantelmolinie) tot aan het meest noordelijke fortje: het Port St-Paul. Hier is de heer Nellens een villa aan het bouwen, maar goddank: hij spaart werkelijk wat er nog van het historisch fortje bestond en herstelt zelfs de nog duidelijk te herkennen walgrachten.
Br. Gaëtan