MEDEGEDEELD 1963-01
1. Sint-Anna-ten-Vrijen, onder de Franse Republiek
Op bladzijde 9 van dit nummer, zegt Dr. Jos De Smet dat St-Anna-ter-Muiden weer verenigd werd onder de Franse Republiek. Al heel vroeg na de aanhechting bij Frankrijk in 1795, moet het herenigd Sint Anna bij het Kanton Westkapelle gevoegd zijn. De kleine parochies kregen geen eigen bestuur, maar werden samengevoegd in kantons. In 1796 reeds werd Sint Anna dan bij het Kanton Sluis gevoegd. Ziehier het bewijs daarvoor, dat Dr. De Smet ons nog zelf heeft toegezonden na het stellen van zijn artikel.
- 5 Nivose l’An V de la République (25 december 1796) - Brief van de Commissaris van het derde bureau van de “Administration centrale du Département de la Lys” aan de commissarissen van de andere bureau’s:
Citoyen Collègue,
J’ai l’honneur de vous prévenir que le citoyen Bouteville, commissaire du gouvernement, par son arrêté du 27 frimaire (17 dec 1796), a réuni au canton de l'Ecluse, département de l’Escaut, les deux branches dites Ste Anne autrichienne et Sainte Anne hollandaise, qui, jusqu’ici, ont fait partie du canton de Westcapelle, sous le nom de commune de Sinte Anne. «
- Deze brief berust op het Rijksarchief te Brugge, Leiedepart. Nr 1132 (Reg. v. uitgaande briefwisseling v. d. Comm. v. h. Derde Bureau, 3 nivose IV tot 28 floréal VII) - Bouteville was de commissaris door de Franse Republiek te Bumssel aangesteld om het bestuur in te richten in de aangehechte Oostenrijkse Nederlanden en het Prinsbisdom Luik, d.i. “ Les Neuf Départements réunis”.
Let er op hoe geheel St-Anna, tot aan de Cantelmolinie, wel degelijk tot de Provincie Oost-Vlaanderen (Dép. de l’Escaut) behoorde.
Br. Gaëtan
2. Heist - Een vroegere oliemolen te meer
In zijn artikel over “Vroegere Olie- en Watermolens te Noorden van Brugge” heeft onze Voorzitter R. De Keyser, gevraagd om aanvullende inlichtingen betreffende bedoelde molens (1). Naast de molens die hij tot nog toe kent, kunnen we er nog een vermelden. Het bestaan ervan kennen we dank zij een charter uit de XIVe eeuw. Daarin is er sprake van een partij land die gelegen is “inde prochie Coudekercke bider clye molne tusschen gillis f(ilius) hughes lande ende den Pannenweghe” (2). Stond die oliemolen op de Panneweg of -dijk, dan was het een windmolen. Het is ook mogelijk dat hij gevestigd was op de plaats waar de Evendijk-ader of Heistse Watergang door de Pannedijk vloeit. Dan kan het een watermolen geweest zijn.
__________________________________
- R. De Keyser, Rond de Poldertorens, 3e jaar Nr 4, blz 140-146.
- Charters, blauw Nr 7058, Rijksarch. Brugge (1330).
M. Coornaert.
3. Lapscheure - Over het afbreken van de oude Kerk
Op onze wandeling te Lapscheure in juni 1961, hebben we de plaats bezocht waar vroeger de kerk van Lapscheure heeft gestaan. Door het doorsteken van de dijken van het Zwin in 1583, bij het naderen van Farneze, werd Lapscheure bijna totaal verwoest. Ook de kerk. In 1652 werd de nieuwe (huidige) kerk ingewijd. Hierbij dan een tekst ons toegestuurd door Dr. Jos De Smet, en die ons uitlegt waarom er op de oude plaats geen “één steen op de andere is blijven staan”:
- Uit het Resolutieboek van het Vrije, over de jaren 1643 - 1649, f° 193 (Rijksar. Brugge, Brugse Vrije, Reg. Nr 32) — Op 3 juli 1649 : “Gehoort ‘t rapport van schepenen van kercken en dischen, mitsgaders den greffier van de vierschaere, hun gheinformeert hebbende op de requeste van den pastoor, hoofdmannen ende prochianen van Lapscheure, versouckende dat zy zouden moghen breken de ruinen vande oude kercke ende het steen vervoeren op de platse daer de provisionele kercke alsnu staet ghemaeckt van hout, om aldaer een nieuwe kercke op te maecken vermits de oude kercke ghestaen heeft ten wt-kante vande prochie, bijde groote creke ende verre buyten de bewoonde hofsteden.
- ‘t College consenteert de brake vande voorseyde ruinen ende ‘t vervoeren van het steen, mitsgaders het maecken van een nieuwe kercke ter platse voorseit, behoudens dat aenden college alvooren ghecommunicquert werde het model vande nieuwe kercke ende datter gheen bestedinghe ghedaen en worde van enich werck dan ter interventie vande ghecommiteerde vanden College.”
Lapscheure verloor heel zijn grondgebied ten oosten van het Lapscheurse Gat, dat in 1664 definitief de rijksgrens is geworden. Daarmee lag de ruine van de oude kerk “bijde groote creke” helemaal ten uitkante, ook al omdat de nieuwe indijking weer van uit het westen begon.
Br. Gaëtan. naar J. De Smet.