Ode aan de Heistenaar (of ...) Een speciaal ras die Heistenaars

Rita Vandewalle

Het was eind juli midzomer dus en ik besloot eens naar huis te wandelen langs de Pannestraat.

Eerlijk gezegd kon ik na de drukke Folkloremarkt geen Zeedijk meer zien.

Op het pleintje aan de Garre zaten enkele oude mensen te keuvelen. Ze groetten mij, alsof ik er elke avond was, en nooit uit hun bestaan was weggegaan.

Lieve oude mensen van Heist, wat denken jullie van die nieuwe tijd? Hoeveel aanpassingsvermogen hebben jullie niet nodig om te overleven in die rush?

Beton, files, snelheid, het is hen allemaal zo vreemd. Gisteren nog, ik ging met een hoog bejaard echtpaar naar Brugge.

Zonder verpinken maar met moedige verwondering reden ze voor de eerste keer mee de ondergrondse parking in. Later op de middag met de lift 5 hoog. Verbazing op hun gezicht toen ik geld ophaalde met mijn bankkaart...

Zij die de paardentram gekend hebben, en ijsbloemen op hun vensterraam.

Dit noem ik èchte Heistenaars; een speciaal ras met de kwaliteit van vechters, durvers.

Echte Heistenaars voelen zich overal thuis, omdat ze gevoed zijn met de kiem van een duurzame bodem. Hun voorouders waren vissers, oermensen bijna, met een blik op oneindig, en een zachte pit.

Uit onze generatie Heistenaars ken ik historici, politici, schrijvers, kunstenaars, mensen aan de top, maar nooit zal ik me daar over verwonderen. Zij hebben net dat beetje meer, die ondernemingsgeest van werkers. Een erfenis waar we fier mogen op zijn!

Vorige week kreeg ik het boek van de Kavijaks in leen. Ik wist niet wat ik las.., in één adem had ik het uit. En daar had je hem weer, die echte Heistenaar die ik uit duizenden weer zou herkennen. Zo’n man zou een heel volk redden als het moest. De durver die alle reglementen aan zijn laars lapte om te overleven. Een winnaar, ondanks de marginale kern waaruit hij geboren werd.

Binnenkort viert Heist weer Karnaval. Ik herinner me nog de kinderstoet van vorig jaar. Om 3 uur striemde de regen in ons gezicht maar iedereen bleef staan. Overal blijde gezichten en een lucht die trilde van feestvreugde.

Zou dit de sleutel zijn van eenvoudig geluk? Hier te mogen staan, tussen mijn volk! En bijna ging ik aan het dromen...

“Want zolang ‘Heyst Leeft’

zullen de klakkertjes dansen

de muziekkorpsen spelen

Karnaval overleven!’

In de straten hing een zoete geur van pannekoeken en versgezette koffie. Bij moeder thuis keek ik de tafel rond en observeerde de klein kinderen. We zijn allemaal gehuwd, maar niemand met een èchte heistenaar.

De kleinkinderen zijn allemaal even lief, en toch kan ik er drie, vier onderscheiden. Uit hun blik straalt dat beetje meer, dat fiere, dat resolute, waarvan ik weet dat het eigen is aan onze mensen. DIE kinderen worden één van de onzen. Niet dat ze meer kwaliteiten hebben, maar hun ogen weerspiegelen ons verleden.

Om te besluiten, nog een woordje over onze huizen van toen. Vandaag wandelde ik rond het visserskapelletje. Als laatste getuige zag ik twee mooie huizen verdwijnen.

De grijparmen van de bulldozer haalden gretig de muren naar beneden. Eerst sneuvelde de naam van de villa, wat later de kraagstenen, versieringen, glas-in-lood raampjes...

In een naïef impuls hield ik bijna mijn armen in vanggreep om ze op te vangen.

In de Onze Lieve Vrouwstraat staan ook nog een paar van die juweeltjes. Kon ik ze maar verbergen voor de sloophamer. Ik ken nog vele van hun vroegere bewoners, toen Heist nog Heist was.

We moeten echt wat zuiniger omspringen met ons patrimonium. Want.. Gaat een stad zonder de sporen van een rijk verleden geen arme toekomst tegemoet?

Die avond wandelde ik weer langs de Pannestraat naar huis. Op het pleintje aan de Garre wuifden enkele oudere mensen me toe. Ze herkenden me nog van toen...

Ik groette terug, en begreep dat ik over dierbare grond naar huis liep....

 

Ode aan de Heistenaar (of ...) Een speciaal ras die Heistenaars

Rita Vandewalle

Heyst Leeft
1990
04
014-015
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:44:32