Korte verslagen - Bezoek aan Sluis op 16 april 1961

Broeder Gaëtan CFX

Als ge maar naar Sluis gaat om 10 fr aan nafte te profiteren en 100 fr aan borrels uit te geven, weet ge na zulk een bezoek evenveel van Sluis als te voren. Wij gingen om iets te zien en te leren. Stipt om 3 h in de namiddag werden wij op buitengewoon hartelijke manier door Burgemeester  Van Oteghem, op het herbouwde stadhuis ontvangen.  Gemoedelijk,  schalks, spiritueel, kort en klaar: zo was zijn welkomstwoord.

Hij wees op goede buurtschap,  gemeenschappelijk verleden:  voor  het één-volk-zijn , telt geen rijksgrens.

Plechtig gezeten rondom de prachtige Burgerzaal  (Rene bezette zo maar de hooggerugde burgemeesterstroon!) hebben we dan geluisterd naar de sterk gedocumenteerde lezing van dhr Ch. J. A. Bukkens, die ons heel wat bijzonderheden wist te vertellen over de geschiedenis en de tegenwoordige meubilering van het Stadhuis. Daarover verschijnt t.a. weldra van zijn hand een mooie brochure.

Daarna begon de rondgang in het zo heerlijk herstelde Stadhuis. Daarvoor moet ge naar Sluis gaan, en niet om er doelloos langs de winkeltjes te slenteren!

Bladzijden zijn daarover te schrijven: het sierlijk barokke hek (1774) uit de Vierschaar van Middelburg, de zeer mooie en de zeer kunstvolle balksleutels, de fragmenten fresco’s uit de grafkelders van de St-Janskerk, tableau’s van B. Van Orley, een reeks oude kaarten en prenten over de streek. (Nu kan ik bewijzen dat mijn vroegere bewering nopens de plaats, waar Farnese een brug dwars over het Zwin liet maken, juist is!). Verder nog een klein museum, en ik vergeet nog een boel op te noemen. Een bezoek overwaard! zonder de zolder te vergeten met zijn foltertuig, en de toren met zijn rijke beiaard. En zeker hebben weinige burgemeesters zulk een kunstig en smaakvol ingericht kabinet als dhr Van Oteghem.

Helaas, dit bezoek aan het stadhuis had zodanig veel tijd in beslag genomen dat er wel een beetje te kort was voor de verdere wandeling. Samen zijn we nog de opgravingen gaan bezichtigen van de vroegere  Sint-Janskerk.  Deze ruime Gotische kerk, 104 m lang, 50 m breed, wellicht de grootste parochiekerk van heel Vlaanderen, brandde af in 1811 en werd in 1823 voor afbraak verkocht.  Wat al “Brugse” patriciërs uit de 16e en 17e  eeuw liggen daar begraven.

Ook van het buitengewoon belangrijk middeleeuws  “Kasteel van Sluis” blijft niets over dan een hoop zand:  hier ook verrichtte  de “Hollandse” onverschilligheid voor die "achterlijke” hoek van Zeeuws-Vlaanderen,  een echt vandalenwerk.

De wandeling ging verder over de vestingen: dààr lag de bedding van het Zwin, en ginder-over het “Klein Kasteel” eerst “Boergondische Toren”. Nog even blijven stilstaan bij het borstbeeld van de grote Sluizenaar Van Dale, historicus en beroemd taalkundige.

En dan kwam het afscheid, te vroeg en te haastig: we hadden nog niet eens Jantje Kaas op zijn klok zien slaan... en van de Stenen Beer alleen in de verte iets gehoord. Maar de 45 deelnemers keren nog naar Sluis terug!

Onze oprechte dank aan Burgemeester Van Oteghem en aan dhr Ch.J.A. Bukkens.

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Het spijt ons dat wij bij gebrek aan plaats, naar een volgend nummer hebben moeten verschuiven: een bijdrage van Dr. De Smet  “Over de geestelijkheid van Lissewege rond 1270”  en een van dhr Bukkens over “Jantje van Sluis”, alsmede het verslag over de reis naar Frans-Vlaanderen.
De Redaktie.