Batterij Bremen en het ‘Schuetzennest’
Eddy Lambrecht
In 1915 vreesden de Duitsers een geallieerde landing aan de Belgische kust en volgens hen kwamen drie plaatsen daarvoor in aanmerking. Het strand tussen Westende en Middelkerke, het strand tussen De Haan en Wenduine, en als laatste te Knokke, de duinen tussen de Lekkerbek en het Zwin.
Begin 1915 simuleerden de Duitsers zelfs een Britse landing niet ver van waar later de batterij Bremen zou gebouwd worden. Voor de oefening waaraan zelfs een vliegtuig deelnam werd het Duitse leger in 2 partijen ingedeeld.
Knokke op vooroorlogse stafkaart. De plaats van batterij Bremen is aangeduid met pijl.
Het was daarom geen toeval dat de batterij Bremen werd gebouwd in april 1915, gelegen dicht bij het einde van de huidige zeedijk. Batterij Bremen werd de meest oostelijke batterij van de Duitse verdediging aan de Belgische kust.
Bevelhebber waren achtereenvolgens Kapiteinleutnant von Pelken Kurt, Oberleutnant der Reserve Richard Kreide en Oberleutnant d. R. Eduard Selberg. De kanonniers waren het 1ste Matrosen Artillerie Regiment in de Artillerieabschnitt Ost waartoe ook Heist, Zeebrugge en Blankenberge behoorden.
De batterij die deel uitmaakte van de Nahkampgruppe Knokke (verdediging van de kuststrook en strand bij eventuele landingen) werd verlaten op 18-10-1918.
Luchtfoto van de Batterij Bremen die zich volledig in de duinen bevond. De betonnen geschutz-beddingen zijn goed te herkennen. Links en onder de batterij ligt het Schützennest.
Foto genomen op 20-09-1918 door de Marine Fernaufklürungsstaffel (escadrille langeafstands- verkenning van het Marinekorps).
De batterij Bremen was uitgerust met vier 10,5 cm kanonnen S.K. L 40. Deze stonden op een ijzeren onderstel in een betonnen bedding. Rechts van de kanonnen was er een telemeter en later ook een bunker, van waaruit de vuurbevelen werden gegeven. De munitie werd aangevoerd met een smalspoor van 60 cm (bij ons beter gekend als Décauville). De kanonnen hadden een draaicirkel van 360°.
De batterij met de kanonnen in halfopen bepantsering, gezien vanuit de rechts gelegen open commandopost, de megafoon ligt gereed voor het geven van bevelen. De kanonnen konden tot 12 km ver doelen onder vuur nemen en kwamen ook in actie als luchtafweer. De geschutsopstellingen geven door een gang uit op een verbindingsloopgraaf die verder leidde naar de kwartieren voor de kanonniers.
Een compagnie van het 1ste Matrosen-Regiment in het Schützennest. Dit was in feite een infanteriestelling met barakken. De bezetting wisselde geregeld, als een Duitse marine gevechtseenheid niet aan het front was, dan lag die in rust of was met kust bewaking belast, zoals bij het Schützennest. Zo was het 2de bataljon van het 4de Matrozen regiment in juli 1918 voor de “Küstenschutz” per compagnie verdeeld over Knokke, Het Hazegras, Lager Köln (tussen de Lekkerbek en Batterij Bremen) en het Schützennest.
Schützennest: 4 buitgemaakte Belgische vestingskanonnen, kaliber 5,7 cm aangewend voor nabij verdediging van de batterij Bremen. Deze stukken werden later vervangen door Duitse 5 cm kanonnen.
Doorgangspasje dd. 20-09-1916. -Vize-Feldwebel Hamm van het 2de Matrosen-Rgt krijgt toelating van de kommandant van de batterij Bremen (Oberleutnant Kreide) om door de prikkeldraad omheining oostelijk van liet Schützennest te gaan bij post 3. De elektrische draad langs de grens met Nederland begon inderdaad niet ver van de batterij Bremen. Linksboven stempel van de batterij Bremen.
Bronnen:
- Das Marinekorps in Flandern - Korvettenkapitein Schulze - Berlin 1923
- Ehrenrangliste der Kaiserlich Deutschen Marine 1914-1918 - Konteradmiral Stoelzel - Berlin 1930
- Voor hen geen zeemansgraf - Eddy Lambrecht - Groeninghe 2007.
- Foto’s en documenten: copyright en verzameling auteur.