Hulde Marcel Van den Broucke
In het politiecentrum in de Van Steenestraat hangt in de centrale gang van de benedenverdieping een bronzen huldeplaket van Marcel Van den Broucke.
“Waarom hangt dit hier?” kunnen we ons afvragen!
Het politiecentrum was voorheen de gemeentelijke meisjesschool en Marcel Van den Broucke was vóór WO II schepen van onderwijs. Op 1 november 1948 werd hulde gebracht aan de gewezen schepen die niet terugkeerde van de concentratiekampen.
Toenmalig schepen van onderwijs Eugène Mattelaer sprak de rede uit. Bij deze gelegenheid werd een pamflet in beperkte oplage uitgegeven dat we hier integraal weergeven.
MEVROUW,
Ons eerste woord gaat naar U, nu wij hier spreken namens het Gemeentebestuur en de bevolking van Knokke, om U te vereenzelvigen met uw betreurde echtgenoot in de hulde die hem heden wordt gebracht. Toen U pas terugkeerde in november 1944, na de omsingelingsdagen, was uw eerste werk hulp te brengen, als hoofdambulancierster, aan onze burgerlijke gekwetsten in het Rode Kruis hospitaal, daarginds in de kelders der gewezen kinderkolonie, waar de muren stomme getuigen waren van zoveel fysisch en moreel lijden.
Uw man was sinds juni 1944 opgeleid bij de invasie der geallieerden. Als de sterke vrouw hebt U steeds gehoopt met een hoop die niet te begeven was. Enkele maanden later na de V dag kwam eerst de rusteloze onzekerheid, daarna de tragische zekerheid: hij was gevallen in het zicht der bevrijding. En toen bleef U nog de sterke vrouw. In de herinnering aan uw echtgenoot gaat mede naar U Mevrouw de erkentelijkheid der gemeente om wat hij voor de badstad heeft gedaan. Aan U, aan uwe beide kinderen en hunne echtgenoten, betuigen wij tevens onze diepe deelneming en vergeef het ons dat wij door deze hulde de wonde weer openleggen, die alleen door de balsem van geloof in hogere idealen kan gelenigd worden.
Heden herdenkt het Gemeentebestuur de Heer Marcel Van den Broucke in naam van alle Knokkenaren zonder onderscheid van opinie, en brengt hulde aan deze man die zich wijdde aan de belangen der stad, die als Schepen het beste van zijn werkkracht schonk aan het Onderwijs, die gestorven is in vreemde oorden, sterk als de oude Romein: dulce et decorum est pro patria mori.
Bekijken wij met stille piëteit het bronzen beeld dat Burgemeester Lippens pas heeft onthuld. Wij zien de vaste wezenstrekken. het hoge voorhoofd, het oor dat luistert, de vaderlijke milde baard en vooral de schrandere blik, die staart de verre toekomst in. Men leest goedheid en beslistheid in die ogen.
En onder het beeld staan een paar lijnen gegrift die een heel gevuld leven aantonen:
MARCEL VAN DEN BROUCKE
°1888 - †1945
SCHEPEN VAN OPENBAAR ONDERWIJS
GESTORVEN IN HET FOLTERKAMP VAN BUCHENWALD
ONDER ZIJN BELEID WERD DEZE GEMEENTEMEISJESSCHOOL OPGERICHT
Schepen van Onderwijs: het is deze taak die wij meest willen toelichten, want, benevens zijn beroep als bankdirecteur, heeft hij het beste van zijn leven gegeven aan de administratie der stad, en in deze laatste functie aan het onderwijs. Hij mocht steunen op een onderwijzend korps wier toewijding aan de opvoeding der jeugd volledig was, - en wij brengen het hier vandaag een eresaluut. Waar haalde hij deze zin voor opvoedingswerk tenzij in die geest van diepgeworteld humanisme, die Erasmus beleden heeft als de geesteshouding waarvan de klemtoon valt op het menselijke. De mens is door zijn natuur een wezen met aanleg, maar door het onderwijs moet hij zijn Ievenskapitaal winnen, zijn levensplan zoeken, en door mislukking heen, zich verbeteren en aanpassen: alleenstaande kan hij niets, maar door het onderwijs leert hij verder dat hij zijn doel slechts kan bereiken in de maatschappelijke verbondenheid met zijn evenmens, en in de historische gebondenheid der traditie. Wij staan niet hulpeloos in de wereld als het onderwijs is als een vlam die oplaait, als een vuur dat brandt en de geest der jeugd ervan doordringt.
Daarvoor danken wij de Man die wij heden huldigen, onder wiens beleid deze gemeente meisjesschool werd opgericht, en die begrepen heeft dat het onderwijs de cultuurschat meegeeft aan de jeugd voor het latere leven.
Zijn marteldood In het vijandelijke land weze nooit vergeten! Voor onze verbijsterde geesten verschijnen vol ontzetting de brandende namen van Buchenwald, Bergen-Belsen, Oranienburg-Sachsenhausen, Dachau, Auschwitz. Wat is de mens ver afgedwaald van zijn roeping als men de gruwelverhalen leest der concentratiekampen. En spijts al deze gebroken mensenwaarden die het merkteken dragen der zedelijke verwildering van die tijd, moeten wij, spijts alles, het licht aansteken bij de Caritas die straalt uit het leven en de dood onzer helden en martelaren. Wie bij hen in leer wil gaan, leert ook beluisteren de grondtoon van het eeuwig verlangen naar vol-menselijkheid leert ook de grootste maatschappelijke deugd beoefenen de Verdraagzaamheid deze trek van beheerste sterkte waardoor wij met alle eerlijke mensen een open gesprek kunnen aangaan in een atmosfeer van tegemoetkoming. Aldus zal de geest van Schepen Van den Broucke in onze gedachten blijven voortleven. Aldus zal het zaad onzer gevallen helden kiemen, zoals het zaaigraan in het vertrouwd Gezelle-vers:
" dat sterft aleer het leven mag
" dat leeft alwaar 't gestorven lag
" en immer - stervend leeft!
Mevrouw,
Diep buigend voor uwe smart, sluiten wij met een lied van vertrouwen. De doden leven. Hun voorbeelden leven. Hun daden leven. - Wij willen ons zelf niet verblinden met grote woorden, noch de werkelijkheid anders zien dan zij is, maar hun dood en hun voorbeeld en hun levensdaad zijn dit zaad dat onmerkbaar stil en toch onweerstaanbaar ontkiemt, gedijt, en vrucht draagt in de goede aarde.
Dit is het zaaigraan “dat immer-stervend leeft”. Wij voelen hier allen de tegenwoordigheid van Schepen Van den Broucke, Hij staat hier aan uwe zijde, Mevrouw.
Heer Marcel Van den Broucke, Schepen van Openbaar Onderwijs tot aan zijn dood, bezieler dezer gemeentemeisjesschool. gestorven in het folterkamp van Buchenwald: het Gemeentebestuur dankt U, het onderwijzend korps groet U, het volk van Knokke huldigt U!
Wij vergeten U niet.
Dr. EUG. MATTELAER.
Schepen van Onderwijs.