Herinneringen aan de schilder Floris Jespers en Knokke

Paul B Mattelaer

2014-11-20 224304Vijf Ringen huis omstreeks 1936 (verz. M. Jespers)

De schilder Floris Jespers (1889-1965) (2) was een befaamd, gevoelig en onafhankelijk kunstenaar. Zijn verblijf in Knokke en in “De Vijf Ringen” is te danken aan de hechte vriendschap met dr. Reimond De Beir, arts te Knokke (1879-1945) (1) (fig. 2).

“De Vijf Ringen”, gelegen aan de Graaf Jansdijk, was vóór de oorlog het atelier van Floris Jespers (fig. 1). Thans is het pand, net als “De Hoeve” in de Judestraat, een alombekende nightclub uit de jaren ‘60 en ‘70, waar jongeren aanvankelijk op jazz dansten, later op latino-Amerikaanse ritmes en popmuziek. Dancings als maatschappelijk fenomeen ontstonden onder invloed van de Amerikaanse bevrijder.

2014-11-20 224338Nr 1: Foto van de Ringen in 1998 (foto Jean Buyck)

Het begon allemaal in Holland. Bij het begin van Wereldoorlog I vluchtte dr. R. De Beir en zijn familie naar Nederland. Hij vestigde zich in Soesterberg, waar hij door de Hollandse overheid benoemd werd tot kamparts van het krijgsgevangenenkamp te Zeist. Conform de internationale verdragen werden de gevluchte Belgische militairen als krijgsgevangenen in kampen ondergebracht. Eén van zijn beste vrienden en tevens patiënt was de schilder Rik Wouters. De begaafde schilder leed aan kanker van de aangezichtsholte, oorzaak van hevige hoofdpijn. Vele vrienden, voornamelijk kunstenaars, kwamen hem in Zeist bezoeken. Ze werden meestal ontvangen door kamparts dr. R. De Beir, een groot amateur van avant-garde kunst. Ter gelegenheid van een bezoek aan Rik Wouters in november 1914 maakten de gebroeders Floris (schilder) en Oscar Jespers (beeldhouwer), vrienden van Paul Van Ostayen, kennis met dr. R. De Beir (3). Later vestigde architect Huib Hoste zich in Soesterberg. Hij was lid van de befaamde geometrische avant-garde groep “De Stijl” onder de leiding van Piet Mondriaan.

2014-11-20 224358

Nr. 5 - F. Jespers: aan Lieveke, 2de Paaschdag 1931, olie op doek, 101 x 65 cm. (portret van de latere Mevr. Eug. Mattelaer)

Na Wereldoorlog I was Antwerpen één van de belangrijkste centra van de avant-garde in België, met als toonaangevende figuren de dichter Paul van Ostayen en zijn vrienden, de gebroeders Jespers. Andere modernistische kunstenaars waren Jozef Peeters en Jos Leonard, de dichters Wies Moens en Jan Burssens, de kunstcriticus Michel Seuphor en de architect Huib Hoste. Zij organiseerden, ondanks onderlinge twisten, tentoonstellingen en congressen over avant-garde kunst. Via zijn vriend architect H. Hoste kende De Beir het Antwerps artistiek milieu. Hij kocht kubistische werken van Floris Jespers en vroeg Victor Servranckx zijn interieur in de Lippenslaan in te richten in geometrische stijl (1923) (4). In 1924 realiseerde H. Hoste in opdracht van De Beir, het “Noordzee Hotel” en “De Woning De Beir” in de Dumortierlaan (5). Vele kunstenaars kwamen naar Knokke om die avant-garde gebouwen te bezichtigen (6).

Vanaf de jaren 1924 kwam Floris Jespers geregeld naar de kust en maakte er sublieme schilderijen en etsen. Rond 1928 kwam hij in Knokke “wonen” (7). Soms was de Antwerpse schilder de gast van De Beir. Af en toe gaf Jespers een lift aan Lieveke De Beir, om vijf uur ‘s morgens, met bestemming Antwerpen, waar zij op kostschool was in het St.-Lutgardisinstituut. In 1930 bouwde dr. R. De Beir naast “De Woning De Beir” een klein flatgebouw. De appartementen werden in de zomer verhuurd aan zomergasten. Buiten “het seizoen” werd de bovenste flat ter beschikking gesteld van de schilder, die er atelier hield. Soms logeerde Floris Jespers in het “Hotel Goddefroy”.

Tegen het einde van de jaren ‘20 was het modernisme stilaan doodgebloed. De nieuwe avant-garde was het Vlaams expressionisme. Ook dr. R. De Beir was ervoor gewonnen en kocht in de jaren 1926 en 1927 werken van Constant Permeke. Na 1930 ook werken van Albert Servaes. Het grootste gedeelte van zijn verzameling waren werken van Floris Jespers, waaronder een aantal meesterwerken (8). Floris Jespers evolueerde vanuit het modernisme naar enerzijds een expressionisme met krachtige schilderijen en anderszijds naar een verfijnde art-deco stijl met unieke achterglasschilderijen waarin de clown het hoofdpersonage was. Deze doeken werden hoofdzakelijk in Knokke gerealiseerd (9).

2014-11-20 224511

Nr. 6 - F. Jespers: Dr. R. De Beir, Oost-indische inkt op papier, 36 x 48 cm.

In het najaar van 1931 was de zoon van de schilder ernstig ziek. Op advies van dr. R. De Beir trokken vader en zoon naar een kuuroord in Zwitserland. Zij gingen eerst naar Genève bij de schilder François Gos, een vriend van dr. R. De Beir. Jespers was De Beir voor deze raad zeer dankbaar (10).

Het expressionisme was een retour naar de natuur. Daarom maakte de Antwerpenaar aan dr. R. De Beir bekend dat hij een tweede atelier wilde laten bouwen in Knokke, midden in een eenzaam poldergebied. Dr. R. De Beir was arts van meerdere polderboerenfamilies en vond een geschikte locatie in een oord genaamd “De Vrede”, aan de Graaf Jansdijk, dicht bij het “Kapelletje” omringd door vele wilgen (11). De grond werd in vijf stukken aangekocht: de eerste twee in 1934, de overige stukken vòòr en na de oorlog (12). Het atelier (13) werd aanvankelijk “Den Bries” genoemd en pas later “De Vijf Ringen”.

In het appartement-atelier in de Dumortierlaan, maakte hij een modern portret van Liesje, de dochter van de hotelier Goddefroy. Het werk werd met gemengde gevoelens ontvangen (14). In 1931 volgde een majestueus portret van de twintigjarige Lieveke, de dochter van De Beir (fig. 5). Tijdens de bouw van de Heilig-Hartkerk in de Dumortierlaan in 1934, schilderde hij een aandoenlijk doek (fig. 4) met rechts vooraan een “met een de fiets aan de hand toekijkende man, een anecdotisch aandoende variant op het motief van de “voyeur”, dat zo dikwijls op Jespers’ schilderijen valt aan te treffen” (15).

2014-11-20 224415Nr. 4 - F. Jespers : H. Hartkerk, olie op doek, 80 x 100 cm.

2014-11-20 224440

Nr. 3 - F. Jespers: Wilgen met veulens, olie op doek, 150 x 190 cm., 1938.

In de “De Vijf Ringen” schilderde hij een aanzienlijke hoeveelheid polder- en wilgenlandschappen (fig. 3). De kunsthistoricus Jean Buyck schrijft over deze werken: “In de jaren ‘30 evolueert Jespers geleidelijk naar wat een nieuwe top in zijn schilderkunstig oeuvre kan beschouwd worden: de monumentale landschappen gestoffeerd met dieren ...; maar nergens heeft hij zulke waarlijk poëtische evocatie van de natuur gegeven als in die monumentale taferelen van pais en vreê waarin dier en mens zich in een perfecte symbiose met het landschap bevinden ..., de dieren liggen als gebeiteld, hun lijven als massieve blokken in de weide” (16). Van de “tekenende” De Beir maakte hij in één pennetrek een tekening (fig. 6) en schilderde in 1937 een statig portret (fig. 2). “Tennispartij in het Zoute” is een prachtig monumentale verheerlijking van dit gezegend oord: een luxueuse villa met grote lusttuin waar elitaire sporten bedreven worden (fig. 7).

2014-11-20 224459

Nr. 7 - F. Jespers: Tennispartij in Het Zoute, olie op doek, 190 x 170 cm., 1938.

Een ander aspect van het werk van Jespers vormen zijn befaamde achterglasschilderijen (églomisés), waarvan De Beir een prachtige verzameling had (fig. 8). Deze techniek had hij geleerd van Heinrich Campendonck, een Duits expressionist. Gezien de speciale techniek van het achterglasschilderen, werden soms meerdere werken tegelijkertijd gemaakt. Jespers had veel leerlingen, onder andere Maria Alg en Yetta Nyssens, in “De Vijf Ringen”. Ook vele bewonderaars imiteerden Floris Jespers. Een vriend van dr. R. De Beir, Leo(n) Poppe, antiquair te Brugge en goede amateur-schilder, maakte clowns op glas naar Jespers (17).

2014-11-20 224525

Nr. 2 - F. Jespers: Portret van dr. R. De Beir, olie op doek, ong. 1937

Ondanks de hechte vriendschap was er soms een haar in de boter. Dr. R. De Beir was een vrij goed amateur-kunstenaar en maakte tekeningen van Knokkenaars in houtskool en marines in gouache. In de jaren 1937 maakte hij een reeks tekeningen van de boeteprocessie te Veurne, die hij aan zijn vriend schonk. In 1937 werd Jespers gevraagd om kartons te maken voor wandtapijten die zouden worden tentoongesteld in de wereldtentoonstelling te Parijs. Eén daarvan is een voorstelling van de boeteprocessie van Veurne, waarvan meerdere details gekopieerd zijn naar de gouaches van De Beir (18). Een korte ruzie volgde, maar werd vlug vergeten.

De jaren ‘30 waren jaren van economische crisis en zuinigheid. Jespers verkocht weinig, ondanks zijn grote bedrijvigheid. Daarom trachtte hij dikwijls zijn schulden te betalen met schilderijen. Bekende klanten waren de slager De Knock in de Lippenslaan, garagist Van Hautegem in de Lippenslaan, aannemer Frans De Cuypere, apotheker Cafmeyer, kleermaker Wim van der Hooft en vele anderen. Voor een pak betaalde Jespers aan de kleermaker in natura met schilderijen. Eén ervan was getekend met twee handtekeningen. Toen van der Hooft zijn verwondering over de twee handtekeningen uitsprak, antwoordde de kunstenaar laconiek dat het pak bestond uit een vest en “twee” broeken (19). Ook maakte Floris Jespers prachtige naakttekeningen van menige Knokse schone.

2014-11-20 224542

Nr. 8 – F. Jespers: Familie van drie clowns, achterglasschilderij, 100 x 95 cm., PMMK inv. nr. K. 508, Oostende, vroegere verzameling dr. R. De Beir.

Na de oorlog was het expressionisme uitgeblust en zochten de kunstenaars nieuwe wegen. Ook vriend De Beir was gestorven (februari 1945). Weinig werken werden verkocht. In maart 1945 schreef Jespers vanuit Knokke: “... het is hier niet prettig, ... mijn kolen zijn op! Het is een gesukkel met hout zagen en slam stoke en we zien geen einde aan die miserie ... Ik ga bijna nooit naar buiten, weinig naar Knokke, en wroet steeds in mijn hof. Nu heb ik een prachtig kiekenkot gemaakt, maar zoek jarige hennen te kopen - daarna komen de eieren, en de omelette komt later”.

In juni: “Men is aan het Kalf levend begraven geworden, want de meeste menschen verbergen alle belangstelling voor Kunst ... Het is Treurig” (21).

2014-11-20 224554Nr. 9 -Jespers in de tuin van de «Vijf Ringen», tussen de wilgen en het «Bloot Wijf» (foto verz. M. Jespers)

Ondanks al deze narigheden plaatste Jespers zijn eerste beeld, een naakte vrouw in cement, in de tuin. Velen vonden dit niet gepast, zo dicht bij het “Kapelletje”. Een graszode werd in de schaamstreek aangebracht. Mijnheer pastoor kwam bij de kunstenaar aankloppen om hem aan te zetten dat “bloot wijf” elders te plaatsen, een vraag waarop Jespers niet inging. Op een dag vond men het beeld terug in een gracht (fig. 9). In de jaren 48-49 werd “De Vijf Ringen” grondig verbouwd en vergroot (22).

Op 3 januari 1951 trok Jespers naar Kongo en hij kende er een derde grote bloeiperiode, zijn befaamde Kongolese periode. Hij verliet Knokke en verkocht “De Vijf Ringen” op 11 november 1953 (23). Michel Loeys bracht een groot deel van de werken met paard en kar van “De Vijf Ringen” naar de garage van Hotel Bonehill, waar Jespers een tijdje verbleef. Tussen twee reizen naar Kongo verbleef hij, dikwijls in gezelschap van zijn dochtertje “Spurretje”, in het Hotel “Le Rivage” van de familie De Brock. Hij ging dan naar het Casino om te luisteren naar Juliette Gréco, voor wie hij een immense bewondering koesterde (19).

In de jaren ‘50 maakte hij kennis met Luc Peire, die eveneens schilderde in Kongo (1952-1953). Luc Peire was onder de indruk van Jespers’ verticale Kongolese vrouwen met hun rondingen, formele elementen eveneens aanwezig in Peires “Kongolese schilderijen”. In 1958 werkten beide schilders voor het bekende Kongolese paviljoen van Expo ‘58, waarin Jespers een monumentaal fresco maakte en L. Peire een prachtig abstract doek “Mwinda-Mingi” tentoonstelde. Het was een vriendschappelijke samenwerking (24).

Thans zijn “De Vijf Ringen” nog steeds omringd door monumentale wilgen, dezelfde die Jespers als jonge bomen in zijn nachtelijke polderlandschappen schilderde. Die bomen zijn een blijvende hommage aan de schilder die zich een echte Knokkenaar voelde.

VOETNOTEN

  1. Uittreksel uit het te publiceren boek door de auteur: “Dr. Reimond De Beir” (kleinzoon van de auteur).
  2. Belangrijkste publicaties over F. Jespers: Gaston Burssens, Floris Jespers, Antwerpen 1943, met catalogus; Griet Carpentier-Lebeer, Etsen, Floris Jespers, Antwerpen 1984; Louise Fredericq, Floris Jespers, Achterglasschilderijen, Brussel 1989; Jean Buyck, e.a. Catalogus Retrospectieve Tentoonstelling Floris Jespers, KMSK, Antwerpen, 1990 (standaardwerk).
  3. Over Rik Wouters en De Beir: Olivier Bertrand; Rik Wouters, Regards sur un destin, Bruxelles 2000, p. 371 en note 38lbis met vermelding van nota 1. Over bezoek van gebroeders Jespers aan Wouters: ibidem, p. 382.
  4. Vernield in 1926.
  5. Het St.-Lucasarchief (Brussel) heeft een aanvraag tot klassering van het “Noordzee Hotel” bij de overheid ingediend. De Woning dr. De Beir werd in 2000 gerestaureerd. Ondanks initiële plannen, werd het interieur door Hoste en niet door Servranckx ingericht.
  6. Paul Joostens, Jos Leonard (zie J. Buyck: Paul Joostens, de cruciale jaren, Antwerpen 1995), Jan Cockx, Seuphor (persoonlijke mededeling 1962), Wies Moens, Gaston Burssens, Karel van den Oever en vele anderen. Verder nog Stijn Streuvels, de architecten Henri Van de Velde en Leon Stijnen en de kunstenaars Constant Permeke, Albert Servaes, Albert Saverijs en zoveel anderen.
  7. Joos Florquin: ten Huize Van, Vol. 5, Floris Jespers, p. 193-206, Leuven 1969, p. 199, “Dat is de periode dat ik te Knokke woonde. Dat is ongeveer in 1928 begonnen...”
  8. Waarschijnlijk op advies van A. Stubbe, die in 1932 de eerste monografie over Permeke schreef met een opdracht aan dr. R. De Beir. Stubbe was geen bewonderaar van geometrische kunst. Omdat de jonge verzameling schilderijen en églomisés niet pasten in het geometrisch interieur van de “Grote Kamer” van de “Woning De Beir”, gaf de arts de opdracht aan Jespers om de kamer in het groen te laten schilderen.
  9. Jespers bezat de gave om zowel met de brede borstel te schilderen als fijne etsen te graveren. De techniek van het fijn schilderen op églomisés is een voortzetting van het etswerk. Vriendelijke mededeling Jean Buyck. Vele églomisés werden in Knokke geschilderd; cfr. J. Florquin, ibidem, p. 199.
  10. 15. François Gos (1880-1965), Zwitsers schilder en vriend van De Beir. Verbleef te Soesterberg tijdens Wereldoorlog I. Brief van François en Marguerite Gos aan De Beir op 5 december 1931. Zie ook brief van Jespers aan De Beir, niet gedateerd.
  11. De “Vrede” grenst aan een oord genaamd “Het Kalf”. In vele brieven van Jespers, o.a. aan René Victor, schrijft hij over zijn atelier gelegen in “Het Kalf”. Zie Jean Buyck, René Victor, een hommage; Antwerpen 1997, p. 110. Victor was een befaamd jurist. Eveneens in een brief aan dr. E. Mattelaer, zie nota 21.
  12. De vijf delen werden verworven als volgt: een deel op 4 mei ‘34, gekocht door de heer P.B., blijkens akte verleden voor notaris De Gheldere; een deel op 29 december, blijkens akte verleden bij De Gheldere; een deel gekocht van F.E., op 14 december 1938, blijkens akte verleden bij notaris Proot te Brugge; de laatste twee delen werden aangekocht na Wereldoorlog II, respectievelijk op 11 juli 1946 en 30 oktober 1947. Vriendelijke mededeling Sophie D’Hoossche, kandid. notaris.
  13. Het atelier werd gebouwd door aannemer Frans De Cuypere, vriend van De Beir, die het “Noordzee Hotel”, de “Woning De Beir”, de H. Hartkerk en veel andere bekende Knokse gebouwen heeft gerealiseerd.
  14. Brief van Jespers aan De Beir over het portret van Liesje.
  15. Jean Buyck, 1989, p. 152.
  16. Jean Buyck, 1989, p. 156.
  17. P. Piron: De Belgische Beeldende kunstenaars, 2 delen, Brussel 1999, rubriek Poppe Leo(n). G. Michield: De Brugsche School, 3 delen, Brugge 1990, rubriek Poppe Leo (met vermelding “Clown”, églomisé). Vele werken en vooral églomisés van leerlingen of amateurs-bewonderaars worden nu als authentiek werk van Jespers verkocht.
  18. Parijse wandtapijten naar cartons van Jespers. Wereldtentoonstelling Parijs 1937. Cfr., Burssens G., Floris Jespers, Antwerpen, 1943, nr. 190. Vriendelijke mededeling Emmanuel De Beir.
  19. Vriendelijke mededeling Roland De Brock.
  20. Florquin, ibidem, p. 199.
  21. Buyck Jean, René Victor, ibidem, p. 109 en brief aan Dr. Eug. Mattelaer van 20 juni 1950.
  22. Vriendelijke mededeling Mark Jespers.
  23. “De Vijf Ringen” werden verkocht aan F.L. bij acte verleden door notaris Aeby, destijds te Knokke, dd 11 mei 1953. (Vriendelijke mededeling door Sophie D’Hoossche, kand. notaris). In 2000 werden “De Vijf Ringen” verbouwd.
  24. Mededeling van Peire aan de auteur.

Figuren

  • Nr. 1: Foto van “De Vijf Ringen” in 1998 (foto Jean De Buyck).
  • Nr. 2: Jespers: Portret van dr. R. De Beir, olie op doek, ong. 1937.
  • Nr. 3: Jespers: Wilgen met veulens, olie op doek, 150 x 190 cm., 1938.
  • Nr. 4: Jespers: H. Hartkerk, olie op doek, 80 x 100 cm.
  • Nr. 5: Jespers: Aan Lieveke, 2de Paaschdag 1931, olie op doek, 101 x 65 cm. (portret van de latere mevrouw Eug. Mattelaer).
  • Nr. 6: Jespers: Dr. R. De Beir, Oost-Indische inkt op papier, 36 x 48 cm.
  • Nr. 7: Jespers: Tennispartij in Het Zoute, olie op doek, 190 x 170 cm., 1938.
  • Nr. 8: Jespers: Familie van drie clowns; achterglasschilderij, 100 x 95 cm., PMMK mv. nr. K. 508, Oostende; vroegere verzameling dr. R. De Beir.
  • Nr. 9: Jespers in de tuin van “De Vijf Ringen”, tussen de wilgen en het “Bloot Wijf” (foto verz. M. Jespers).

 

Herinneringen aan de schilder Floris Jespers en Knokke

Paul B Mattelaer

Cnocke is Hier
2001
38
051-059
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:43:22