De oude vismijn en de schuldhoffeesten
André Desmidt
Sinds enkele jaren ijveren een aantal wijkbewoners voor een buurtfeest en hiertoe belichten zij de historische achtergrond van hun wijk. Heyst Leeft vindt dit zeer belangrijk en wenst Annick Monbaliu, Norbert Maertens en de mensen rondom hen alle succes toe.
De doelstelling van Heyst Leeft is precies het bewaren van het Heistse volkseigen en daarom besteden we graag wat aandacht aan dit initiatief want dit beantwoordt perfect aan onze doelstellingen.
Meteen is het verband gelegd tussen Heist en de visserij en Heist en het toerisme.
We starten alvast met een foto van de oude vismijn die zich bevond ter hoogte van de Garnaalstraat - Dwarsstraat - Vissersstraat - Brouwersstraat
De oude vismijn Heist
(Op de foto zien we nog café “In de Noordpool” later omgedoopt tot “Café De Sirene”)
Verder hadden we nog de café “In ’t Vissersestaminet” en de zeilmakerij van Louis De Waele. In de Dwarsstraat 26 was er de café van Daniël Meyers en het huis met trapgeveltje was ooit de kazerne van de brandweer (vrijwilligerskorps). Victor Bogaert woonde in het pension “Weltevreden”.
En natuurlijk herinneren we ons nog allemaal levendig De Rodeo in de Vissersstraat (later na de sluiting ook wel het rattenkot genoemd).
Verklaring van de woorden
Het zou een quizvraag kunnen zijn: waarom spreekt men van een vismijn (koolmijn)?
Een vismijn is eigenlijk de publieke verkoopplaats van de gevangen vis en heeft niets met koolmijnen of andere mijnen te maken.
Dit woord zou verwijzen naar de manier van verkopen. Bij het veilen van de vis roept de koper kort en krachtig. Vroeger was dat zijn naam maar algauw werd dit beperkt tot: ’t is voa mien dat nog verkort werd tot “mien”.
Het zich toe-eigenen van de vis werd dus mijnen... een werkwoord dat dus slaat op het verhandelen van de vis.
De Heistse vismijn was evenwel een kort leven beschoren. In 1901 werd beslist om een vismijn te bouwen die in 1902 klaar was.
Dit was zeer handig want de vissers woonden er rondom en de vissersboten (platbodems) legden aan op het strand tegen de duinglooiingen dicht bij de nieuwe vismijn.
Maar ondertussen was men gestart met de bouw van de haven van Zeebrugge (klaar in 1907) waardoor de platbodems vervangen werd door vaartuigen met een kiel die dus niet meer konden aanleggen op het strand maar in de haven aan de kade.
De Heistse vismijn werd vervangen door die van Zeebrugge en in 1909 werd de constructie afgebroken. Een tweede woord dat enige uitleg vergt is Het Schuldhof.
In de notulen van de gemeenteraad van Heist vinden we die naam in de negentiende eeuw terug naar aanleiding van een beslissing tot sanering van dit gebiedsdeel bij de uitbreiding van Heist (periode vanaf 1885). Dit gebied werd namelijk onteigend (1894) om daar een vismijn te bouwen.
De naam Schuldhof is eigenlijk een verbastering van de naam Schuttershof (ook nog Schottershof, De Schotterie, Het Schutters Hof...
Men moet weten dat in dit vroeger duingedeelte op een bepaald ogenblik het schuttersplein was van de Sint-Sebastiaansgilde.
In het boek van M. Coornaert (Heyst en de Eiesluis) lezen we dat er van het Schuttershof B sprake was als een viercante blote platse (1576) eigendom van weduwe Jan Heyne. Zij schonk dit onbebouwd perceel in het “Oostdorp” aan de parochie ten behoeve van de Gilde van Sint Sebastiaan.
Bron: Nota Annick Monbalui gebaseerd op opzoeking van Jozef De Paep