Het tramkotje verdwijnt
De geruchten deden al langer de ronde, maar nu blijkt het een feit: het tramkotje zal verdwijnen.
De Lijn heeft reeds de voorbereidende werken uitgevoerd voor een nieuwe stopplaats voor de kusttram (ter hoogte van de Old Fisher) zodat men volgens schepen Luc Lierman na de zomer zal kunnen starten met de afbraak van dit gebouwtje.
Het Heldenplein met “treinstation”
De eerste ontsluiting als badplaats kwam er voor Heist met de aanleg van de treinverbinding van Blankenberge naar Heist. Dit gaf de mogelijkheid aan de eerste toeristen om naar Heist te komen om er hun vakantie door te brengen.
De treinsporen liepen op het huidig tracé van de tram tot 1951 waarna de trein verhuisde naar de huidige spoorlijn ten Zuiden van Heist. (inhuldiging treinstation 15.12.1951)
Bij de overstroming in 1953 liepen de sporen trouwens ook aanzienlijke schade op. Vroeger reed de kusttram langs de graaf d’Ursellaan, evenwijdig met de trein.
In de jaren vijftig werden niet alleen de Knokkestraat en de berm tussen de Koninklijke Baan volledig heraangelegd, maar werd ook de trein verhuisd en de trambedding heraangelegd.
Ten behoeve van inwoners en toeristen werd ook een dienstgebouw opgetrokken ter hoogte van het Heldenplein op de locatie van het oude treinstation, die naam eigenlijk niet waardig.
Dit gebouw was initieel voor de RTT (met mogelijkheid voor de mensen om er te telefoneren in de beschikbare cellen bediend door een manuele centrale) maar had ook een deel voor De Lijn (zeg maar de tram). Later verdween de RTT en werd het toerismekantoor verhuisd van de put (Heldenplein) naar het tramkotje. Het gebouw was evenwel uitgewoond en verouderd en verloederd zodat de dienst voor toerisme in Heist verhuisde naar de Knokkestraat (vroegere winkel Gilbert Callant).
Het gebouwtje staat nu leeg en de plaats waar de reizigers kunnen wachten, is het voorwerp van geregeld vandalisme (plassen, graffiti, sluikstorten...).
Bij het afbreken van het gebouw vraagt Heyst Leeft uitdrukkelijk aan het Gemeentebestuur om de keramieken bas-reliëfs die vissers uitbeelden, te vrijwaren van sloping en vernieling. Net zoals men bij vishandel Depaepe de recuperatie heeft kunnen bekomen vraagt Heyst Leeft om ook hier een bijzondere inspanning te leveren zodat dit kan gerecupereerd worden en een plaatsje kan krijgen in het museum Sincfala.
Met het maken van een nieuwe open ruimte op deze unieke plaats zal men niet alleen een veiliger toestand realiseren maar zal dit punt ook een meerwaarde krijgen en het centrum visueel sterker binden met de zee zoals het trouwens vroeger ook was.
Het “tramkotje” was als het ware een scheidingsmuur tussen het centrum en “De Boulevard”, wat nu hopelijk vlot zal kunnen weggewerkt worden.
De bedreigde gevelversieringen