Op de koffie
Bij Julienne en Georgette
André Desmidt en Monique Paeye
Op een zonnige dinsdagmorgen waren we reeds om 9 uur te gast (want de dinsdag is marktdag!) in de Westkapellestraat waar voor de oorlog de wagenmakerij gevestigd was van Coppens. Gastvrouwen zijn de gezusters Julienne en Georgette Coppens, bijgestaan door Monique Paeye.
Opnieuw verkennen we een stukje oud Heist vanuit een andere invalshoek. Ooit hadden we het al over café De Smisse (de andere hoek) verwijzend naar de vroegere smidse, en nu hebben we het over de wagenmakerij in de Westkapellestraat, waar ooit niet minder dan 15 café's waren.
Even de familie situeren...
Julius Coppens, de wagenmaker, was gehuwd met Julia Viaene.
Zij hadden vier kinderen :
Coppens Zoë, gehuwd met Joseph Edelynck
- Edelynck Georges
- Edelynck julien en Marcel
- Edelynck Roger
Coppens August (11/11/1895) gehuwd met Landschoot Bertha (3/4/1901)
- Coppens Julienne (18/12/1924) gehuwd met Hallemeersch Achille (+)
Kinderen Hallemeersch Rony en Patrick - Coppens Hélène (19/01/1926) gehuwd met Boekaerts Emiel (+) en Jansen Rik
- Coppens Georgette (24/08/1927 gehuwd met Paeye Léon (+)
Kinderen Paeye Monique en Johan - Coppens Jules (31/03/1933) gehuwd met Martony Yvette
Kinderen Coppens Mare, Katrien en Ann
Coppens Madeleine gehuwd met Joseph Ackx (gewezen ondervoorzitter Heyst Leeft)
Coppens Arthur gehuwd met Gheselle Marie-Theresia
Kind Coppens Yolande (+)
Van links naar rechts: Hélène Coppens, Roger Martony, Yvette Martony, Jules Coppens, Georgette Coppens, Leon Paeye, Julienne Coppens en Hallemeersch Achille
Georgette vertelt...
Julienne werd geboren als oudste van vier kinderen in de Stieslag (nu de Leenstraat). Vader was wagenmaker en moeder Bertha werkte bij notaris Robert de Gheldere.
Foto genomen voor het oud treinstation naar aanleiding van de bloemenstoet
Van links naar rechts: kinderen de Gheldere Jan (latere burgemeester Heist), Mimi, Robert en Jacques met de gouvernante Bertha Landschoot
In 1933 verhuisde het gezin naar de Westkapellestraat (Molenhoek), naar het café "In de wagenmakerij". De werkplaats bevond zich op de hoek waar nu Ackaert gevestigd is en waar voorheen de schrijnwerkerij van Jules Coppens was. Het was een moeilijke tijd en de mensen waren met weinig tevreden. We hadden een horloge maar mochten deze maar om de drie weken eens aandoen. Voor het gezin hadden we één paar rolschaatsen, maar als Jules de rolschaatsen gebruikte waren de wieltjes elke keer opnieuw kapot.
De kinderen gingen vroeg uit werken. Julienne werkte van Pasen tot september in een voedingswinkel in Knokke. Gedurende die ganse periode mocht ze geen enkele keer naar huis. De was werd gedaan door tante Cécile, die in Knokke inwoonde bij de rijke gezusters Mallou als gouvernante. Het was 't kasteeltje ter hoogte van het Gemeenteplein, later dancing De Totem (nog uitgebrand). Tante Cécile was de elf jaar oudere zus van moeder Bertha.
De oorlogsjaren waren een rampzalige periode, met vooral het bombardement van de Molenhoek. Er viel een bom op ons huis, één op het slachthuis en één op de woning van Oppalfens. Eerst woonden wij in de schuilkelders van tante Zoë in de Noordstraat, daarna in een appartement van nonkel Joseph (waar hij een kleerwinkel had, later overgelaten aan Jean Medaer). Het was daar echter te klein voor zeven personen, want ook de moeder van vader August was bij ons.
Later verhuisde het gezin naar café Pierre op de hoek van de Kerkstraat en de Kursaalstraat (nu de school), naast de beenhouwerij Vanparijs. De vorige uitbaters van 't café waren gevlucht naar Frankrijk... maar toen ze terugkwamen moesten wij er uit. Nu trokken we in de leegstaande café 'Groen en Wit' van Decoussemaere, die naar Engeland gevlucht waren.
Gans de visserij kwam er een pintje drinken en de in overvloed gevangen haring werd er gretig doorgespoeld, want veel ander vertier was er niet. De haring heeft de kustbewoners in die tijd door de oorlog geholpen, want er was rijkelijke vangst. Dank zij die inkomsten kon er eten gekocht worden zoals graan bij de boer.
De familie was zeer goed bevriend met de familie Goormachtig van 't Boerenhof en tijdens de oorlog hebben wij nooit honger geleden. Maar een spaarpot hadden wij niet en er was een overeenkomst dat wij onmiddellijk de café zouden verlaten als 'Koessens' terugkwamen, wat ook is gebeurd. Vader had het niet voor de Duitsers en van zodra er een in 't café binnenkwam moesten wij allemaal naar de keuken . In café Windsor naast ons en ook in de Scheurleg waren 't allemaal Duitsers...
En toen kwamen de zware bombardementen en de evacuatie van Heist. Het gezin verbleef in de Sint-Jorisstraat in Knokke, maar we sliepen in de schuilkelder van tante Cécile.
Een familie van commerçanten
Vader Gustje Coppens was wagenmaker. Na de oorlog gebruikten de boeren meer en meer wielen met rubberen banden, zonder beslag... en zo ging de stiel kapot. Er werd overgeschakeld op schrijnwerkerij, later overgenomen door zoon Jules. Moeder Bertha had een kruidenierszaak in de Kerkstraat: twee vitrines en de toegangsdeur in het midden. Er was ook nog een privé toegang. Laten we eens samen wandelen door de Kerkstraat...
Naast ons had je de patissier Maes met heerlijke spekkenwinkel... rechtover de cinema. Vaak stond hij met zijn imposante snor te pronken in zijn deurgat.
Ernaast op de hoek had je dan de schrijnwerkerij van Jules Rotsaert. Verder nog de kleerwinkel van Bulcke en de boeie van Everaert (later Ravelingen). Aan de overkant had je de winkel van tapijtsier- behanger-garnierder Maly's naast cinema Palace. Er waren in die tijd nog twee andere cinema's in Heist de Moderne (ook in de Kerkstraat) en de Metro van Vantorre (Fox) in de Kursaalstraat.
Verder in de straat had je nog de bakkerij van Crombrugghes, de woning van boer Vyvey, de reeds eerder vernoemde beenhouwerij Vanparijs, en café Vrolijk België.
Er was ook de vrije vissersschool en "De Tap".
Julienne als oudste besliste wat we moesten doen toen we café hielden.
Zij had haar man Achille leren kennen in Groen en Wit. Achille Hallemeersch was geboren in Canada maar de familie was na de oorlog teruggekeerd naar België.
De drie zusters vrijden op hetzelfde moment... maar vader was streng en hield ze kort.
Om de drie weken mochten ze een keer naar de cinema Palace en wanneer we nadien wat te lang in de gang stonden riep hij al dat het tijd was om te gaan slapen.
In die tijd moesten de jonge mensen thuis zijn op het moment dat de jeugd tegenwoordig pas vertrekt.
Moeder was zeer geliefd en er was groot verdriet toen ze op 65-jarige leeftijd reeds stierf.
In 1947 hebben Julienne en Achille pension Patrick in de Kursaalstraat overgenomen van de ouders van Achille. De naam Patrick verwijst naar de Ierse heilige en dus niet naar de zoon (wellicht werd de zoon genoemd naar het pension).
Tevens namen zij de zorg en verzorging op zich van mémé Hallemeersch.
's Winters kreeg het pension een fikse beurt. De grote kuis werd gedaan door Julienne en Georgette. Tafels en stoelen werd gecireerd, opgeblonken en gestapeld. De kamers werden onder handen genomen: kasten versleuren, tapijten reinigen, plafonds schilderen.
De kelder werd geschuurd, keuken, achterkeuken en dilte kregen een grondige poetsbeurt, de koer werd geschrobd...
De patattenmachine kreeg een kuisbeurt van binnen en van buiten. En dan kwam de zomerdrukte... alle hens aan dek, want men moest ze op korte tijd verdienen. 's Middags werd er gegeten in twee shiften: om 12 u en om 13 u. Op het menu de dagschotel die elke dag veranderde, maar elke week terugkwam.
Julienne was steeds in de weer en kon het niet over haar hart krijgen om gasten te weigeren. Soms zocht ze zelf naar kamers in verhuring, tot in de Polderstraat toe, om maar geen mensen te moeten teleurstellen. Voor haar "externe klanten" moest ze dan wel zorgen voor beddengoed en handdoeken. Nu zet men gewoon een bordje: volzet en men is er van af. julienne had een familiepension met klanten die elk jaar terugkwamen, en die kon je niet teleurstellen... of ge waart ze kwijt.
De klanten werden kennissen en soms vrienden.
Na het avondmaal moesten dan nog de rekeningen van de leveranciers gecontroleerd worden, en betaald en moesten de rekeningen voor de klanten opgemaakt worden. Want bij vertrek moest alles klaar liggen.
De boekhouding nam veel tijd in beslag, soms tot 2 of 3 uur 's nachts... maar de volgende morgen moest ze wel op 6 uur paraat staan !
Spijtig genoeg hebben Julienne en haar man niet kunnen genieten van al dat werken. Achille werd ziek en vele jaren heeft hij veel pijn geleden, in stilte ... om geen last te zijn voor zijn omgeving.
Toen de oudste zoon Ronny trouwde met Annie Vantorre (ze hebben een tweeling Bart en Geert) bouwden Julienne en Achille hun huis in de Westkapellestraat waar vroeger de café was.
Het pension werd verkocht kort na het huwelijk van Patrick (die heeft een dochter Isabel en zoon Dieter).
Georgette was de derde en de grootste, en huwde met visser Leon Paeye.
Eerst woonde het koppel in de Polderstraat, maar later bouwden ze in de (verlengde) Onderwijsstraat.
Ingevolge een arbeidsongeval moest Leon de visserij stoppen: een katrol viel uit de mast op zijn arm en dit is - ondanks operatie - nooit meer goed gekomen.
In zee gaan ging niet meer, maar hij werkte als schrijver bij de visverkoop in de vismijn.
Na het huwelijk namen Leon en Georgette de stranduitbating over van zijn ouders (Paeye- Brouckaert). Dat was toen vrouwenwerk met wat hulp van de kinderen... de man kwam (soms) helpen uitzetten en inhalen.
In de jaren vijftig waren er 21 baigneurs in Heist, en elke uitbating had een eigen kleur: bij ons was het rood en geel.
De kabienen (met de wieltjes) dienden om het gerief op te bergen en als kleedkamers. De tenten werden verhuurd per week, veertien dagen of in 't beste geval voor een volle maand.
De klanten kwamen elk jaar terug naar dezelfde baigneur, zelfs al stond die telkens op een andere plaats ingevolge loting. Ze huurden een tent en namen een abonnement voor een ligzetel (een transatlantique of pliang).
Bloemen voor de voetbal - van links naar recht: Herrebout - Leo Vanhulle - Marcel Rotsaert - Samyn - Jef Coppejans - Pietje Slabbinck - Karei Hilderson - Sim Dejonghe - Rosette Vanhalewyn - Monique Paeye en mevr. Loeys
Op het strand was het een familiaal gebeuren en tijdens de Tour de France gingen de manne naar Knaeps en bleven de vrouwen kletsen op het strand. In juli waren het vooral Gentenaars, in augustus kwamen er meer Antwerpenaars en Walen. Bekende klanten waren de Strangers en de familie van Bart Peeters.
Tante Julienne bezorgde ons klanten vanuit haar pension en als men vroeg waar men lekker kon eten dan kenden wij natuurlijk maar één adres: Pension Patrick! Vroeger gebeurde het al eens dat een ganse groep met de bus kwam. Zo hadden wij soms muzieken, maar ook eens boerenmensen die nog nooit de zee gezien hadden. We verhuurden wollen badpakken en als ze uit het water kwamen zag je alle onderdelen in detail gemarkeerd...
Ze aten en dronken op het strand en 's avonds was het extra werk om de boel op te kuisen. Veel voor de vuilbak, maar toch ook iets in de portemonnaie. De tegenwoordige stranduitbatingen kun je niet meer vergelijken met vroeger. Nu is het een beroep geworden, vroeger was het een bijverdienste. Nu rijden ze met tractors, vroeger was alles manueel.
Zoals gezegd werd de plaats op het strand bepaald door loting. Aan de Parkstraat was er een rampe, met veel passage (dus goed) maar ook met veel stront van de paarden van Ryckaert!!!
Op de dijk had je de weegschaal, Photo Hall en het Rode Kruis. En dan waren er nog de kinderspelen: met de omslagen van de repen chocolade Jacques kon je "gratis" op een kameel zitten en werd er een foto gemaakt. Victoria organiseerde kinderspelen op het strand. Er waren ook nog de schattenjachten. En Le Soir organiseerde fortenbouw aan 't laag water.
En 's avonds was er het bal van Anco... maar daar kan Monique wellicht meer over vertellen. Voor de groten was er dan "Bal populaire" met confetti op 21 juli en 15 augustus. En dan de schilder Emilio op de dijk... hoe meer hij dronk hoe meer hij schilderde... zelfs sneeuwlandschappen terwijl hij naar de zee keek. Op 15 augustus schilderde hij de boten van de zeewijding, succes verzekerd.
Georgette stond 30 jaar op het strand (tot 1980). In 1983 ging Leon op brugpensioen maar reeds in 1989 stierf hij na een kortstondige ziekte. Monique trouwde met schrijnwerker Johan Van de Kerckhove met wie ze drie kinderen heeft:
- Kristel gehuwd met Frederik Utterwulghe van slagerij ARTEMIS. Zij hebben op hun beurt twee kindjes Robbe en Silke.
- Wim gehuwd met Kelly Claeys. Zij hebben drie kindjes: Jason, Jordan en Justin.
- Kurt woont samen met vriendin Hanne Pinsart.
- Johan huwde met Daisy Van Dycke en heeft twee zoons: Koen en Jeroen.
Het was een leuke babbel met twee overgrootmoeders die nog jong van hart zijn en gelukkig nog een goede gezondheid hebben om te genieten in en buiten Heist. Het was een blij weerzien met Monique die ik al ken van toen ik ook werkte op het strand, zij het dan bij de concurrentie...