Heistse kunstschilders

Georges Devent

In 1981 werd op initiatief van Heyst Leeft door toenmalig bestuurslid Georges Devent een merkwaardige tentoonstelling ingericht met werken (schilderijen) over onze Belgische kust in het algemeen, en Heist in het bijzonder.

Een aantal exemplaren van de prachtige catalogus zijn trouwens nog steeds in ons bezit.

Die expositie in de oude zaal Ravelingen kende een recordaantal bezoekers en zou best nog eens voor herhaling vatbaar zijn.

Wij nemen graag een stuk tekst van de auteur Georges Devent over om iets meer te vernemen over de kunstenaars die voornamelijk rond de eeuwwisseling Heist vereeuwigden.

Kunstenaars waren onder de eersten die ontdekten hoeveel moois het vissersdorpje (Heist) te bieden had.

Voornamelijk de zee en het vissersvolk dat, vooraleer het toerisme de kuststrook openlegde, volkomen afgezonderd leefde, trokken hun aandacht.

Het waren dan ook meestal West-Vlaamse kunstenaars die in Heist zochten wat Oostende en Blankenberge reeds niet meer konden bieden: het ongerepte en de rust.

Onder de eersten waren de Brugse zeeschilder Paul Jean Clays, de Kortrijkse advocaat-dierenschilder Louis Robbe, leermeester van Alfred Verwee, zijn streekgenoot Evariste Carpentier uit Kuurne en de Oostendenaars die de eerste drukte van Oostende ontvluchtten zoals August Musin, Euphrasine Beernaert en Paul H. Permeke.

Later zakten veel kunstenaars uit Blankenberge naar Heist af, velen om hier te blijven werken, anderen om verder te gaan naar het nog toeristenvrij Knokke.

Zo verbleef Felicien Rops in 1871 - 1872 te Blankenberge en kwam hij rond 1875 kortstondig naar Heist om zich vanaf 1877 voor lange tijd te Knokke te vestigen.

Alfons Cogen echter, die in 1884 vanuit Blankenberge naar Heist kwam, zou te Heist een groot deel van zijn werken borstelen.

Naast de opkomst van het toerisme en de beroering in de kuststreek, gisten er ook nieuwe ideeën in de kunstwereld.

Rond 1880 ontstond na het verstard classicisme en romantiek een nieuwe kunstrichting.

De kunstenaars werden meegesleept door de kracht van het licht dat inwerkt op de vormen. De voorstelling werd slechts bijzaak, de impressie hoofdzaak. Zij namen hun schildersezel en trokken in de vrije natuur.

Zo vonden talrijke schilders, die hier in het vissersleven en het strand met de zee op doek vastlegden, onderkomen in een gemeubeld kamertje welke de te Heist geboren kunstschilder Bellis ter beschikking stelde.

Louis Bellis bewoonde een grote villa met enorm terras, nabij de sluizen. Eigenlijk stond die villa bij een houten barak, Chalet des Ecluses genaamd.

Daar hield de Fransman Vassevière café.

Onder druk van het toenemend aantal kunstenaars veranderde de villa al vlug in een taveerne: ‘La taverne royale’, die de joviale Bellis zelf uitbaatte.

Velen zouden zo innig met Heist verbonden blijven en een groot deel van hun oeuvre hier borstelen, zoals de Gentenaar Alfons Cogen, de Antwerpenaar Ghisbert Combaz en niet in het minst de dierenschilder Jan Verhas, die reeds in 1882 naar Heist kwam, een villa op de dijk kocht, en nog in het jaar van zijn dood (1894) hier één van zijn meesterwerken schilderde: ‘La procession à Heyst’.

Terwijl er zich in Knokke rond Verwee een ware schildersschool vormde, broeide het ook te Heist

In het kleine café Français, ingesloten in het centrale deel van het Kursaal, waren de kunstenaars trouwe klanten van Madame Camille en haar serveuze Joséphine.

In 1897 volgde het trouwe cliënteel Madame Camille naar een groter etablissement op de dijk, ook onder de benaming ‘Café Français’.

Schilders als Fernand Toussaint, Louis de Burbure, Leon Philippet, Ernest Hoorinckx, Frans Hens, Paul Bams, Albert Pioch, e.a. bleven te Heist, hetzij voor het strand en de zee, hetzij voor Madame Camille.

Ook de ‘Knokkenaars’ kwamen er van tijd tot tijd: Verwee en Parmentier waren er bijna even goed thuis als de ‘Heistenaars’.

Toch was er zeker naijver tussen beide gemeenschappen.

De Heistenaars Verhas, Combaz, Cogen, Delsaux, Hoorinckx, Toussaint, Philippet, de Burbure hebben dan ook zelden of nooit Knokke op doek gebracht.

Het omgekeerde is eveneens waar. Zeldzaam zijn de werkjes van de Knokse schilders die Heist voorstellen: Verwee, Parmentier, Blanc-Garin, Toscano, Van Rijsselberghe, Boch, Wytsman, Bernier, Van Caillie, Schlobach, Ludwig. Alleen Parmentier is de uitzondering op deze regel.

Deze strijd uitte zich soms in kaartwedstrijden tussen beide schildersgemeenschappen. Zoals de ‘piquet-partij’ rond 1895 tussen Knokke en Heist in het Kursaal te Heist.

Het Knokse duo Bastin - Verwee haalde het van Bellis en Quitman, de directeur van het Kursaal.

(schilderij te bezichtigen in de raadzaal van het stadhuis te Knokke - L. Philippet).

Rond die tijd schilderden er ook ‘echte’ Heistenaars, zoals de jong gestorven kunstenaar H. Breydel en de gepensioneerde Leopold-Charles Dumonceau die te Heist aan de Vlamingstraat 39 woonde, en hier in 1893 overleed.

louis philippetLouis Philippet - Le vainquer du match Knock - Heyst (1895) met Verwee en Bastin uit Knokke tegen de Heistenaars Bellis en Quitman

tekening rene de pauwTekening René De Pauw (1934) voor boek van Stijn Streuvels ‘Zeelieden’

Het toenemende toerisme betekende het einde van de rust en tevens van de schildersgemeenschap.

Weliswaar kwamen nog veel kunstenaars naar Heist, maar vormden geen bent meer. Een ander groot kunstenaar nauw met Heist verbonden, was de in 1886 te Pittem geboren kunstenaar René De Pauw. Hij trok van Brugge, na de eerste wereldoorlog, naar Brussel, maar kwam vanaf 1930 geregeld naar Heist en Zeebrugge om er te schilderen.

Hij hechtte zich hier zodanig aan de vissersbevolking dat hij in 1932 een huis kocht aan het Albertplein (De Kinkhoorn) en zich hier vestigde.

In 1943 werd hij echter door de bezetter verplicht Heist te verlaten en terug te keren naar Brussel, waar hij in 1946 stierf.

Zijn dochter Jeanne De Pauw, ook kunstenares, woonde lange tijd in villa ‘Marie-Jeanne’ op de zeedijk nummer 43.

Ook Isidoor Boerewaard, beter gekend als Door Boerewaard, bracht een groot gedeelte van zijn leven te Heist door. Hij schilderde vooral de zee, doeken die hij verkocht in zijn winkeltje in de Parkstraat. Hij stierf in Knokke in 1972.

Ook tussen 1920 en 1940 verbleef te Duinbergen Alice Colin, en zeker niet te vergeten.de schildersfamilie Frederic (Leon en Georges) die hier hun villa hadden ‘La Brume’ op de zeedijk 116.

Georges Devent Heist 1981

*********

niels williamDeze zomer zette onze secre­taris haar eerste stappen in radioland.

Wij zien haar hier op de foto tijdens een interview met Niels William voor het radio 2 programma Golfbreker.
Zij maakte publiciteit voor Heist én voor de zeewijding !!!

Heistse kunstschilders

Georges Devent

Heyst Leeft
1999
04
011-014
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:43:22