Het gebeurde 40 jaar geleden.

De rijkdom onzer strandhoofden...
Belgisch mosselzaad voor Hollandse mosselbanken

André Desmidt

Niettegenstaande Nederland heel wat mosselbanken en kwekerijen heeft, en aldus een zeer grote produktie, is het land zelf een heel kleine afnemer.

België en Duitsland inzonder zijn de voornaamste kopers en de mosselen met frites in ons land zijn bijna een nationaal gerecht geworden.

Het doet er dan ook niet toe dat de mosselen eigenlijk afkomstig zijn uit Nederland (lerzeke, Zierikzee...) want het mosselzaad dat uit België wordt gehaald wordt ten zeerste door de kwekers op prijs gesteld.
Mosseldieven ???

Vroeger was het dan ook bekend dat Hollandse schuiten alhier mosselzaad kwamen stelen. Deze platte zwarte schuiten bleven ver in zee liggen, terwijl de mannen met een kleine sloep naar het strandhoofd kwamen gevaren, alwaar ze het mosselzaad dat op sommige tijdstippen weelderig tiert, op onze strandhoofden kwamen afscheppen.

Dit mosselzaad behoorde eigenlijk toe aan de Domeinen, en alleen de aangestelden van de Diensten van Bruggen en Wegen konden zulks verhinderen. Daarom ook bleven de schuiten ver in zee liggen, dan kon men hun nummer niet lezen en bij onraad sloegen de mosseldieven op de vlucht.

Sinds enkele tijd echter wordt het mosselzaad in pacht gegeven. Vissers, vooral uit de garnaalsvisserij, gaan eerst de strandhoofden nakijken en betalen een zeker recht om er het mosselzaad af te scheppen.

Het is dan ook niet zozeer de goede kwaliteit van het mosselzaad dat door de Nederlanders wordt gezocht, dan wel het gemak waarmede men het mosselzaad dat reeds zijn stadium van larve is ontgroeid en zich heeft vastgezet, kan afscheppen en meevoeren.
Het vissen van mosselzaad (dat op bepaalde tijdstippen ook drijvende kan worden waargenomen) is verboden voor gelijk welke kust tot op 500 meter.

Aan onze kust echter heeft de jonge mossel een zeer goede plaats om zich af te zetten, namelijk op de strandhoofden. Deze zijn soms zodanig overgroeid dat zij meestal in de volksmond ‘mosselbanken’ genoemd worden.

Voor enkele tijd bemerkten wij Zeebrugse vissers bij het afscheppen van mosselzaad. Immers bepaalde strandhoofden waren overdekt met jong mosselzaad dat in grote bennen naar een bootje werd gebracht om aldus ongeveer 15 ton zaad in een sloep naar Yerzeke in Nederland te voeren.

Het was zeer lang geleden dat er zo’n grote hoeveelheden werden waargenomen.

Onze vissers hadden er een harde karwei aan en aan kijklustigen ontbrak het niet.

Het is meteen een bewijs dat het Belgische mosselzaad nog steeds zeer gegeerd is bij de Hollandse mosselkwekers.

Naar een artikel verschenen op 26 februari 1957