- FOTO’S
TERUG THUIS
(vervolg Theophiel De Groote)
Op 19 december 1944 kreeg Theophiel acht dagen verlof, en kon na vier jaar en zeven maanden zijn familie terugzien. Ze waren er berooid aan toe maar in goede gezondheid.
Dan roept de plicht weer, want Antwerpen wordt zwaar geteisterd door VI en V2' s: de bioscoop Rex, de Boerentoren en het Bonapartedok krijgen de volle lading.
In april 1945 werd de bemanning van hun opdracht ontheven en het werd een zenuwstrijd om de H.42 terug naar Zeebrugge te krijgen. Dit gebeurde pas in december 1945.
Het ombouwen tot vissersvaartuig duurde tot in maart 1946. Theophiel was weer 'schipper ter visserij' en geloof me, het was een van de gelukkigste dagen van zijn leven, niettegenstaande de gevaarlijke omstandigheden waarin gevist moest worden.
Het nummer van het vaartuig wordt veranderd in Z.508 en de start was goed. In februari 1947 brengen drie reizen 411.000 F op, terwijl de IJslandse vissersvaartuigen in drie weken amper 100.000 F verdienen.
Het ging slecht in de Oostendse visserij met als eindresultaat de lock-out in 1948. Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de visserij!
Tijdens 1946-'47 deed de Z.508 in zestien maanden 13 opslepingen. Er was nochtans niets te verdienen aan opslepingen en als je het alleen deed 'om een gebaar van dank te ontvangen' is dat ook maar pover.
Maar het gevoel iemand geholpen te hebben was voldoende voor Theophiel.
NOODLOT
Een paar jaar later koopt Theophiel de op stapel staande Z.542 "Angelus", een nieuw vaartuig met een Rustonmotor van 240 pk. Het schip komt in oktober 1949 in de vaart. Tijdens de derde reis slaat het noodlot toe. Theophiel loopt een rugwervelbreuk op, ligt tweeëntwintig weken in de kliniek en is meer dan negen maanden thuis. Blij als geen ander trekt hij na die lange herstelperiode weer het zeegat uit, maar zijn geluk is van korte duur. Op 25 februari 1951 beslist hij omwille van de potdikke mist niet uit te varen met de Z.542.
En voor de tweede keer, keert het tij in Theophiels leven.
Door de dichte mist strandt dezelfde dag omstreeks 17 uur zijn Z. 508 op een golfbreker.
Twee dagen na elkaar probeert een sleper het vaartuig weer vlot te krijgen. Als er de dag daarop een storm opsteekt worden de bemanningsleden en Theophiel als laatste van boord gehaald. Door een ongelukkige sprong geraakt Theophiel met de rechtervoet gekneld tussen de scheepsromp van de Z. 508 en de reddingsboot.
De dokter stelt een verkeerde diagnose. Hij denkt dat het om een verstuiking gaat, terwijl alles erop wees dat de voet en het been aan het afsterven zijn. De gangreen wordt hem bijna fataal. Alleen een amputatie van het rechterbeen kan nog redding brengen. De nieuwe behandelendedokter Maenhoudt zei hem toen: "Ik maak weer een haas van jou."
En zo is het ook gebeurd.
Theophiel is nog vaak op zee geweest, maar alle reizen meemaken kon hij niet meer. Hij is dan ook aan de slag gegaan bij Van Waes als vislosser, en Albert Goutsmit werd schipper. Toen deze laatste zelf een vaartuig kocht werd hij opgevolgd door Marcel Lycke, de "Pieroo" van de visserij. In 1963 maakte Marcel een wonderbare tongenvangst mee, en was de Z. 542 qua aanvoer de topper van de vloot.
Op de vraag waarom hij bij aanmonstering Oostendenaars verkoos geeft Theophiel een eerlijk antwoord:
"Ik heb de Heistenaars een eerste kans gegeven. Pol Vandierendonck (Pol van Jains) en August Vlietinck (Stien Rapé) hadden hun schip en bedankten voor de eer, en tegen de anderen zei ik: liever een goede Chinees dan een slechte Heistenaar."
In 1962 geeft hij zijn baantje als vislosser op, en neemt een toeleveringsbedrijf van brandstof over en verkoopt zijn Z.542 aan Frans Devooght (Poot).
Hij houdt het welgeteld één jaar uit zonder eigen vaartuig. En zo kwam de Z. 572 'Tornado' tot stand, een drieëndertig meter lang modern stalen vaartuig aangedreven door een 630 pk motor, met een verstelbare schroef. Een primeur voor Zeebrugge.
In juni '65 doet de Tornado zijn maiden-trip. Weer staat Theophiel op de brug samen met zijn zoon Gerard die aangemonsterd is als schipper. Ondanks de tegenslagen met de netten wordt er na een twintigdaagse reis een recordbesomming bijeen gevist van 688.000 F.
Ondertussen wint de bokkenvisserij het op de bordenvisserij en Theophiel besluit het wat kalmer aan te doen en verkoopt zijn Z.572 aan een Nederlandse rederij.
In 1981 laat hij zijn bloeiend toeleveringsbedrijf van brandstof over aan Dobbelaere en gaat zelf op 'verdiende rust.’
KON. FEDERATIE VAN BELGISCHE ZEELIEDEN 4 September 1994. Brussel viert zijn 50 jaar bevrijding. Daarbij hoort een défilé voor het graf van de Onbekende Soldaat, en een banket in het Egmont Paleis.
Onze voorzitter J. Brouckxon samen met drie veteranen die de evacuatie van Duinkerke hebben meegemaakt, worden uitgenodigd, nl. Theophiel De Groote, Albert Creyf en André Vandierendonck. De koning heeft voor velen een vraagje, ook aan onze veteranen. Hij luistert dan ook met veel aandacht naar hun bloedstollende verhalen die ze in Duinkerke meemaakten.
De koning geeft hen een handdruk en Theophiel zegt: "Sire als 11 jarig Ibisje kreeg ik in november 1926 - op het huwelijk van wijlen uw vader Leopold III - een handdruk van je grootvader Albert 1. En heden van U Albert II."
Dit is dan toch wel iets unieks in het leven van Theophiel. Sinds 1958 is hij raadslid - als vakkundige - van de Onderzoeksraad voor de Zeevisserij. Als fiere ouderdomsdeken maar steeds gewaardeerd, wordt hij op 24 september 1994 als blijk van erkentelijkheid voor zijn bewezen diensten, bij Koninklijk besluit, vereerd met het burgerlijk ereteken van "Ridder in de Leopold II Orde."
In 1946 wordt Theophiel lid van de Federatie van Belgische zeelieden en dit op aanvraag van zijn goede vriend Albert Rycx. Een Federatie die hem nauw aan het hart ligt, omdat het de belangen verdedigt van de zeelieden die in beide wereldoorlogen gewerkt hebben aan de bevrijding.
In 1972 wordt Theophiel bestuurslid en in 1974 gepromoveerd tot ondervoorzitter, een taak die hij tot op heden, als oudste en langste bestuurslid, met veel enthousiasme op zich neemt.
Theophiel is intussen 85 jaar geworden en kreeg onlangs een nieuwe hartklep ingeplant. Door zijn wilskracht en de steun van zijn trouwe echtgenote 'Simonne' is hij terug de Theophiel van vroeger geworden. Met de herinneringen aan de mooie dagen en de vriendschap van zoveel mensen, die hem weer doen vertellen over de tijd van toen.
EPILOOG
Theophiel is sinds 1981 op rust, hij was toen 66 jaar.
Hij spreekt nog veel over de 'goede oude tijd.'
Als kind uit de visserij bracht hij het van laver naar schipper-reder.
Hij mijmert nog vaak over het werk en de tradities van toen.
Het liefste wat hij deed was dagelijks de mooie schepen gaan bekijken, de sfeer opsnuiven aan de haven en in de vismijn. Zijn aandacht ging naar de grote vangsten, het rumoer, de vele vissers met elk hun eigen verhaal...
Als hij nu de balans opmaakt en ziet hoe de visserij geëvolueerd is, dan vernoemt hij de nieuwe haven en vismijn, en de grote moderne schepen die weinig in hun thuishaven liggen.
Hij vergelijkt dit een beetje met de koopvaardij, want het schip en de vissers zijn lang van huis.
Hoe zal dit verder aflopen mijmert hij?
Vissers zoeken steeds meer werk aan wal en dat is
jammer...
Oudere mensen stellen zich vragen en dat is logisch, want zij hebben steeds meer verleden en minder toekomst.
Maar weet je Theophiel, iedere generatie draagt zijn eigen heden. Wij leven nu eenmaal in een mega-maatschappij, en ook de visserij ontsnapt daar niet aan.
Ik hoop dat dit verhaal nooit een bitter 'in memoriam' zal worden voor een uitstervend ras.
'Tijd en tijd alleen zal ons leren of het nu allemaal zoveel beter is, en niemand kan de evolutie tegenhouden.’
Wij hebben alvast genoten van je leerrijk verhaal Theophiel, waarvoor dank.
Heyst Leeft zal het doorvertellen aan zijn leden, wij zijn fier want ons ledental groeit naar... 500!!!
***************
17 februari 1951 - Misleid door de mist . Theophiel verliest schip en is zwaar gekwetst aan het been
Zeewijding 15 augustus 1961
Onderaan van links naar rechts : A.Obtebeke (H 42 Pharaïlde) - reder Fr. Ackx (H 41 Jacomina) - G. Vantorre (H 42) - P. Degroote (H 42)
Bovenaan van links naar rechts :Verbecke (H 77 Gilda) - A. Creijf (H 41) en reder Theophiel De Groote (H 42)