Zee-Brugge, Zeebrugge... een naam

W. De Becker Advocaat te Brugge

In 1904, de haven is nog niet ingehuldigd, verschijnt in het reuzenwerk Pandectes Belges het tôme 77.

De Pandectes Belges-delen zijn inderdaad dé encyclopedie van het Belgisch Recht en worden ook genoemd ‘Inventaire général de droit Belge’.

De nu 142 delen zijn alfabetisch georganiseerd.

In deel 77 komt een trefwoord voor dat we in het verder verloop van de geschiedenis, maar één keer zullen lezen: PORT DE BRUGES ET DE HEYST.

Het is trefwoord 5690bis.

De titel Port de Bruges et (port) de Heyst verwijst duidelijk naar de verbinding van Brugge met de zee, vermits Heyst duidelijk aan de zee ligt.

De studie haalt menige eerste en vroege wetten en conventies aan waarin uitdrukkelijk naar de nieuwe bouw van een zeehaven voor Brugge wordt verwezen.

Brugge heeft immers al veel vroeger de oude en teloorgegane binnenhaven die via het kanaal naar Oostende (Kanaal Gent-Oostende 70.745 km lang) met de zee verbonden was, kunnen vergroten en uitbouwen, gezien een keizerlijk decreet van 1806 (Décret Impérial du 4 janvier 1806) dat enkel in het Napoleontische Frankrijk werd gepubliceerd, de verkoop goedkeurende tussen de (Franse) Staat en de stad Brugge van de wallen, grachten, versterkingen van de ‘tweede omwalling’ samen met de aanplantingen en de aangrenzende militaire terreinen (Gent, 9 juni 1881, B.J. 1881, Port de Bruges et de Heyst, nr 14).

Een Aanvullend Besluit van 11 mei 1815 stelt in artikel 1 dat de handelsdokken in de havens van Antwerpen, Brugge en Oostende door het centraal bestuur (lees de Staat) in volle eigendom aan de STAD worden afgestaan.

De stad zal voor bestuur en onderhoud zorgen en de rechten en taksen innen, naar de tarieven die door het centraal bestuur moeten goedgekeurd worden. Deze goedkeuring moet ook bekomen worden voor het havenreglement dat de stedelijke administratie in overleg met de Kamers van Koophandel zal opstellen.

Tot de nieuwe haven en het zeekanaal naar ... HEYST zal gebouwd, bestrijkt het havengebied Brugge het gedeelte van de ‘Gentse vaart’ tussen Minnewater en Waggelwater met de uitbreiding van het oude handelsdok en de kleine insprongen of kanalen (Coupure, Predikherenrei, Sinte Annarei, Langerei) naar het hart van de stad toe. De weg naar de Noordzee over Oostende en vanaf de Coupure-Brugge beloopt 25 km.

Brugge rechtstreeks met de zee verbinden, een gedachte die in de Middeleeuwen via het verbeteren van de waterwegen naar het verzandend Zwin al eens de kop opstak, kreeg in de moderne tijden concrete uitwerking als de Oostburgse vaart (1501-1505), de nieuwe waterweg (1566) die wij zien op de kaart van Lancelot Blondeel in de verbetering en uitdieping van de Ostendse vaart in de 17e eeuw.

Maar in de 19e eeuw zullen een reeks concrete voorstellen en ontwerpen elkaar opvolgen:

Allereerst (1839) het ontwerp De Witte-Gilliots dat een monding voorzag ten Westen van Heist, zoals later ook gerealiseerd.

Daarna dacht men aan Blankenberge voor het uitlopen in zee (1848 de Gobart, 1849 X. Tartre).

Oostende (1875) en zelfs Nieuwpoort (1848, F. Mols/ 1873, Coppens en Guislin) werden als uitmondingen voor Brugge niet onverlet gelaten.

Maar omwille van de kortste weg tussen twee punten kreeg Heist meermalen de voorkeur (1857 Jan van Alstein) (1876 Cambralin).

De grote promotoren voor de locatie nabij Heist waren A. de Maere (1865) wiens brochure d’une communication directe de Bruges à la mer (1857) de definitieve aanstoot zou worden waarbij ook de ‘politiek’ wakker schoot.

Heist had al in de 13e eeuw mét Blankenberge naam en bekendheid verworven als vissersdorp. Andere havens of aanlegplaatsen voor de visserij waren De Panne, Wenduine, Raversijde als oudste en Nieuwpoort (12e eeuw) met Oostende (14e eeuw).

Deze laatste twee ooit de voornaamste.

Nieuwpoort moet in de Middeleeuwen de voornaamste vissersplaats geweest zijn aan onze kust. (R. Degrijze, Oude en nieuwe havens in het ijzerbekken in de Middel­eeuwen)

En voor het oer-oude De Panne wordt in 1907 een commissie van elf leden, waaronder een reder-visser, opgericht bij koninklijk besluit met als opdracht een studie te maken voor de uitbouw van een haven in De Panne.

De Panne zal een terugval beleefd hebben in de 18e en 19e eeuw: er waren in 1865 nog slechts 18 platbodems terwijl er in Heist dan 26 geteld werden en in Blankenberge zelfs 48.

De visserssloepen met platte bodem lagen aan op het strand en losten aldaar hun waar. Met de plannen voor de uitbouw van Brugge-Zeehaven zal in een conventie van 1894 voor het eerst sprake zijn van de oprichting van een schuilhaven met installaties voor visserssloepen.

In 1899 zal dan concreet gestalte gegeven worden aan de rol die de Staat (kostendragend) zal spelen in de uitbouw van de vissershaven.

Bij koninklijk besluit van 18 juli 1906 werd de schuilhaven opengesteld: 59 Heistse schuiten vonden er hun schuilplaats. Enkele verkozen bij de aanvang en op het ogenblik dat de aanlegplaatsen nog zeer primitief waren ingericht, nog het strand als landingsplaats. In 1912 waren er al 10 scheepjes die de ‘Z’ als kenmerk droegen en dus op de rol van de haven van Zeebrugge werden ingeschreven.

Van bij de aanvang (1906) werd de naam vissershaven Zeebrugge-Heyst gebruikt. Later zou de naam Heist wegvallen.

De naam Zeebrugge dan?

In de ontwerpen en op de plannen van de 19e eeuw lezen wij afwisselend: Port de Heyst, Bruges Port de mer, Port de vitesse de Heyst, Brugge-Zeehaven... tot... Nieuw Antwerpen (1876) toe!

In de wetgeving (KB 19 mei 1900 en KB 14 september 1899) lezen wij nog ‘création du port de Bruges et de Heyst’ en ‘Port de Bruges’ terwijl men in de gemeentepolitiek en gewone omgangstaal al in 1898 de naam Zee-Brugge sporadisch liet vallen.

Officieel duikt de naam ZEEBRUGGE voor het eerst op in de Wet van 14 september 1899 over de buitengewone ontvangsten en uitgaven in het budget waar in artikel 8 gelezen wordt:

Est approuvée la convention relative à l’entretien du bassin des pêcheurs à établir au port de ZEEBRUGGE...

Onmiddellijk na de eeuwwisseling is de naam Zeebrugge ingeburgerd in de literatuur: A. De Loë: Découverte d’un ancien ouvrage en bois, dans les travaux de creusement du port de Zeebrugge (1904) of E. Gilleman: Plechtige inhuldiging der haven van Brugge en Zeebrugge (1907).

De wetgeving: de reeds genoemde budgetaire wet, het KB van 9 februari 1907 dat vanaf 1 maart 1907 een loodsdienst inricht voor Zeebrugge, met inspectie door Oostende.

Het KB van 12 augustus 1911 over de beloodsing op het kanaal van Bruggen aar Zeebrugge.

Zeebrugge was er!

De ‘Bijbel’ van Brugge: A. Duclos, Hirstoire et souvenirs, 1910, zal de naam Zee-Brugge bekritiseren en stelt voor ‘Brugge aan zee’.

****************

Feest van de 50-jarigen

Op 16 september 2000 worden alle vijftigjarigen van Heist-Duinbergen, samen met familie en vrienden verwacht in de zaal Ravelingen.

Heyst Leeft biedt er een spetterende avond aan met een aperitief, walking dinner en danspartij met studie WES en dit alles voor ‘amper’ 999 fr

Start om 19.30 u - aan tafel rond 20 uur.

Ken je schoolkameraden geboren in 1950 die niet meer in Heist-Duinbergen wonen? Deel dit a.u.b. mede zodat wij die mensen ook kunnen contacteren.

Zee-Brugge, Zeebrugge... een naam

W. De Becker

Heyst Leeft
2000
02
011-013
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:43:22