Een wapenschild voor de Zwinpolder

Dirk Vancraeynest

Met een decreet van 3 februari 1998 van het Vlaams Parlement en een besluit van 17 juli 2000 van de Vlaamse Regering werd voor privépersonen en voor sommige instellingen de mogelijkheid geboden om een wapen te voeren.

De Polders en de Wateringen, nochtans de oudste publiekrechtelijke instellingen in ons land, werden daarin niet vernoemd. De Zwin-Polder heeft dan in 2001 aan de toenmalige bevoegde Vlaamse Minister, de heer Van Grembergen, gevraagd het decreet te wijzigen zodat ook Polders en Wateringen in aanmerking konden komen om een wapen te voeren. Daar is nooit een officieel antwoord van de Minister op gekomen, maar dank zij de contacten die de Polder had (heeft) met de voorzitter van de Vlaamse Heraldische Raad, de heer André Vandewalle, is er dan toch, op 27 april 2007, een wijziging van het gemelde decreet door het Vlaams Parlement gestemd.

Hierdoor kunnen Polders en Wateringen voortaan een wapen voeren. Prompt heeft de Zwin-Polder een nieuwe aanvraag ingediend. Met besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2008 werd ten slotte “het recht verleend het wapen te voeren, zoals het hier is beschreven en afgebeeld In zilver een versmalde linker schuinbalk van lazuur, boven en onder vergezeld van een versmalde aan- stotende dwarsbalk van hetzelfde, de bovenste getopt met een kroontje met drie fleurons van goud.

Het schild getopt met een hordekroon met vijf palen van goud en wilgentakken van natuurlijke kleur”. Het Besluit werd in het Belgisch Staatsblad van 5 augustus 2008 bekend gemaakt. 

De blauwe linker schuinbalk in het nieuwe heraldische wapen van de Zwin Polder verwijst naar het wapen van het voormalige Brugse Vrije, in feite de voorloper van onze provincie in de feodale tijd. Het Brugse Vrije heeft, samen met de stad Brugge, een belangrijke rol gespeeld in de afwatering van de Zwinstreek en de scheepvaart. De twee daarop aansluitende horizontale balken symboliseren de waterlopen en de kanalen in ons ambtsgebied. De drie blauwe balken vormen samen de letter Z, die staat voor het Zwin, dat de geschiedenis van de streek heeft gemaakt. De gouden kroon heeft te maken met de belangrijke koninklijke tussenkomsten in de waterbeheersing in de Zwinstreek, zoals o.m. Albrecht en Isabella (vandaar de Isabellavaart - 1656) en Koning Leopold 1 (naar wie het Leopoldkanaal - 1846 - genoemd is).

De hordenkroon bestaat uit palen en een vlechtwerk van wilgentakken. Deze werden vroeger gebruikt ter versteviging van de oevers van de waterlopen, een essentiële taak van de Polders om de waterafvoer en -toevoer te vrijwaren.