Monumentendag 2003 te Zeebrugge
Johan Ballegeer
Er zijn er geen... Komt er een nieuw?
Een paar dagen voor monumentendag 2002 werd ik opgebeld door een dame die mij om inlichtingen vroeg over “De Post” te Zeebrugge. Ik stond even met mijn mond vol tanden. Ik wist er niets van. Ook de post wist van niets en het archief wist ook van niets.
De ‘Post’, en hiermee bedoelde men het imposant gebouw ten oosten van het huidige Palace Hotel op het huidige Baron de Maere-plein is op zekere dag spoorloos verdwenen, zoals vele andere gedenkstenen en monumenten.
Saint George for England
Zijn beeld, de draak vellend, werd onthuld op 23 april 1925. Het was een werk van Arthur Dupon en Jos Smolderen uit Antwerpen en herinnerde aan de raid op de havendam in de nacht van Saint George’s Day (22 op 23 april 1918). Er kwamen ook een paar bronzen gedenkplaten op de wandeldam. De teksten kan men lezen in onze ‘Gids voor de Zwinstreek’, 2e druk 1984, blz. 327.
Elk jaar greep er op St.-Joris dag een sfeervolle plechtigheid plaats. Als kind was ik zeer onder de indruk van de vier roerloze matrozen die met gebogen hoofd, en hun geweer, de loop naar de grond, doodstil stonden, niet gestoord door de schallende klaroenen, de treurende doedelzakken en de vlammende redevoeringen. Het monument heeft er geen vijftien jaar gestaan. Op 21 april 1942 werd het door de Duitsers vakkundig gesloopt. Het brons werd per trein naar de Kriegshalle in Berlijn gevoerd. Men heeft er nooit een spoor van teruggevonden. Heeft men wel gezocht?
Op de plaats kwam een nieuw monumentje. De Britse noch de Belgische staat bleken bereid er ook maar een cent aan te spenderen. De Bruggeling Octave Rotsaert kapte het in arduin, nadat amper 120 000 Fr. bijeen gebedeld was.
De figuratieve kaart vertoont een 75 schema van de Raid op Zeebrugge. In het parvis voor het monument liggen (of lagen) brokstukken arduin met de namen van de schepen die voorkwamen op het vroegere monument. Het zijn stukken die heimelijk door burgemeester Pierre ridder van Damme en politiecommissaris Lucien Carpentier “gestolen” werden. Een andere bron leert ons dat 81 granietblokken werden geborgen met toestemming van de bezetter.
De tekst op het nieuwe monumentje luidt: “St. George for England. In commemoration of St. George’s Day 23 April. Then had every moment its deed and every moment his hero”. De brokken arduin met de namen van de schepen waarvan boven sprake werden rond 1970 in een nieuw voetstuk verwerkt. Tevens werden de bronzen gedenkplaten die vroeger aan de “Muur” hingen waar de “Vindictive” lag en waar de Britten een aanval deden, hier gerevalueerd.
We lezen: “To commemorate the blocking of Zeebrugge by a British naval force under the command of vice-admiral Roger Keyes on St. George’s day, April 23 th 1918. H.M.S. “Vincictive” Capt. A.F.B.Carpentier. “Iris” Comdr.V.F. Gibbs and “Daffodil” Lt. H.G. Campbell lay alongside for seventy minutes whilst storming the Mole in the face of concentrated fire from the German guns. Under the patronage of the Touring Club of Belgium”.
Erected by subscriptions. Promotor: Colonel C. Stingelhammer. D.S.O.Belgium Army.
Deze plaat werd onthuld op 28 augustus 1927. Ze is een ontwerp van A. Bonnetain... Et pour les Flamands (et les Wallons) la même chose...
De tweede bronzen plaat naar een ontwerp van Pierre de Soete, die op 27 augustus 1927 op de plaats werd onthuld waar de C 3 onder de ‘Clair-voie’ ontplofte is nu ook hier aangebracht en hier lezen we:
“Here under close fire from the parapet de submarine C 3 filled with high explosives was driven into the pile-work of the mole and blow a complete breach 150 feet long. Crew: Lieut.R.D.Sandford, V.C.R.N.; Lieut. J. Howell Price, D.S.O.-D.S.G.-P.N.P.; P.O.W. Hamer, C.G.M. - L.D.G.; seaman W.G. Cleaver, C.G.M. - D.S.M.; stoker H.C, Bendall,D.C.M. -E.R.A.; A.G. Roxburg, C.G.M.”
Sint-Joris, patroon van Engeland is moeilijk te onderscheiden in dit halfreliëf. Het is een allegorische figuur die eerder aan Pallas Athena doet denken dan aan Britannia. Ze overheerst in dit brons van “fondeur Verbeyst”’ uit Brussel.
Op een derde bronzen plaatje lezen we:
“Dedicated to the memory of the 4th Batallion Royal Marines who gave there lives here on 23 april 1918. Unveiled in their memory on 25 April 1993 a previous plaque have been destroyed.” Daarboven het regimentsinsigne met de woorden: “Gibraltar Per Mare, per Terra”
De Roggevlerke
Waar nu de parkeerruimte is stond ooit een monumentale betonsculptuur ontworpen door architect Paul Goethals uit Sint Andries ter gelegenheid van vijftig jaar zeehaven. De beeldhouwer zag er een schip in dat de golven klieft, maar de Zeebruggenaars bleven het hardnekkig de ‘Roggevlerke’ noemen.
Op de zuidzijde lazen we: “Wij willen op onze kust een haven uitgerust als de beste, bij elk getij toegankelijk voor schepen van alle tonnenmaat. De moderne wetenschap maakt zulke haven mogelijk. Leopold II, 1881.” Hij kreeg nog gelijk ook....
Op de oostzijde stond: “De golven beuken. De dam houdt stand. 1907 - 1957.”
Omstreeks 1970 viel men de Roggevlerke met drilboren aan. De arduinen tekstplaten werden overgebracht naar de technische dienst. Momenteel speelt een werkgroep onder animatie van ereschepen Albert Claes van de “Julius Sabbe stichting” met de idee om bij het NMBS-station Zeebrugge-strand een monument op te richten voor Baron de Maere d’Aertrycke, die reeds in 1865 een ontwerp voor een zeehaven voorlegde. De tekstplaten zouden in het voetstuk geïntegreerd worden.
De ‘Post’
Zo duidde de volksmond het gebouw aan dat officieel ‘Het Staatsgebouw’ heette. Omdat ik het wel heb gekend, maar er weinig over wist ging ik mijn licht opsteken bij Raoul Hoornaert van Zeebrugge. Hij antwoordde mij: “Over dit gebouw is weinig informatie terug te vinden. Alleen dit: Wat de staat wel op zich nam, was de oprichting van een monumentaal gebouw, ontworpen door architect R. Buyck uit Brugge, waar posterijen, telegraaf,telefoon, tol en loodswezen werden ondergebracht. De bouw was op 10 april 1914 beëindigd.
Van provinciaal Architect Buyck is ook het gebouw van ons “Sincfala” museum.
Natuurlijk was het een imposant gebouw. Plande men zelfs niet een hospitaal en een kathedraal (!) te Zeebrugge. Het is typisch de stijl van Buyck. Geen echte gotiek, geen echte renaissance, geen “English gothic” maar een mengeling van alles. Het had zowel aan de west- als aan de oostzijde een toren. De oostelijke toren had een uurwerk en de westelijke een windwijzer in de vorm van een schip.
Het staatsgebouw even voor het uitbreken van de eerste wereldoorlog
We laten verder Raoul Hoornaert aan het woord:
Wat nu volgt heb ik geput uit de herinnering van mijn ouders en van mijzelf. Over dit gebouw werd in die tijd in de pers nogal veel kritiek geuit, omdat men het als een geldverspilling beschouwde. Nochtans was er een grote nood aan dergelijke voorzieningen voor de administratieve diensten. Destijds was er te Zeebrugge geen geschikte accommodatie aanwezig. Het gebouw was inderdaad zeer groots opgevat, helemaal in de filosofie van deze periode. Zeebrugge zou als haven zeer groot worden en had toen een enorme internationale vermaardheid. Het was het meest moderne havencomplex van de wereld. De Eerste Wereldoorlog maakte abrupt een einde aan deze verwachtingen.
Over de stijl kan men een aardige boom opzetten. De meningen daaromtrent lopen ver uiteen. Het was de periode van de “art nouveau”, maar die liep op haar laatste benen. Waarschijnlijk waagde de architect zich er niet meer aan en koos hij voor een soort eclecticisme, een samenvoeging van verschillende stijlen met de bedoeling iets nieuws te creëren. Op bijgaande foto’s kan men de verschillende stijlen goed onderscheiden. De originele plannen zijn in het bezit van de Julius Sabbe Studiekring, Grootseminarie, Potterierei, Brugge.
Tijdens de eerste Wereldoorlog,- en ook tijdens de Tweede Wereldoorlog, diende het gebouw als kazernering voor de Duitse “See soldaten”’. De officieren logeerden in het Palace Hôtel.
Uit de Eerste wereldoorlog dateren de mooie wandschilderijen . Ze waren ongetwijfeld van Richard Fiedler (Lucken walde 1888-Brugge 1917), aan wie wij een bijdrage wijdden in RDP XXII, 35-36 en RDP XXXVI p.4-8). Hij voorzag ook de mess van de officieren in Lissewege, toen Herberg De Drie Koningen, nu Spaniënhof met humoristische schetsen, niet gespeend van ironie en zelfkritiek. Deze werden spijtig genoeg om onbegrijpelijke redenen verwijderd.
Oorlogsgebeurtenissen deden de twee torens sneuvelen. Het gebouw stond er een beetje verkommerd, somber en troosteloos bij. Bijgaande afbeelding is echter geen foto , vertelde fotograaf Paul Gheyle uit Lissewege ons. Waarschijnlijk is het een werktekening van de architect. Er zijn zelfs Zeebruggenaars, die betwijfelen of die torens er wel ooit hebben opgestaan.
Gedurende het interbellum werd er aan de oostkant van het gebouw een oorlogsmuseum ingericht. Waarschijnlijk was daar de feestzaal. Op de muren las je nog tot 1954: “Wer sauft stirbt. wer nicht sauft stirbt auch. Also sauft..” (Wie drinkt sterft, wie niet drinkt sterft ook. Laat ons dus drinken). Het museum bevatte een schat aan originele schilderijen, foto’s, militaire uitrustingen, wapens en nog veel meer. Duizenden Britse veteranen hebben dit museum bezocht. Het was een waar bedevaartsoord.. Waar dit waardevol expositiemateriaal is naartoe is gegaan , blijft een raadsel. Heel wat van de verzameling verhuisde naar het Kruispoortmuseum en achteraf kwam een en ander in het Sincfala museum terecht. Een waardevol schilderij werd gered en ging naar het Gemeenschapshuis te Zeebrugge.
Interieur van de Duitse gelagzaal
Tijdens Wereldoorlog Twee stonden op wat van beide torens restte kleine snelvuurkanonnen met vier lopen als afweergeschut, in de volksmond “pompoms” genoemd. Na de oorlog waren nog slechts twee diensten in het gebouw ondergebracht, de douane en de posterijen. Gedurende een korte tijd was er ook een gemeenschapsschooltje dat achteraf naar Lissewege werd overgebracht.
De Post tijdens het interbellum
Daarna heeft men dit imposante bouwwerk volledig laten verloederen, wat omstreeks 1970 de ontwerpers van de havenuitbreiding een extra alibi verschafte om het helemaal te slopen. (Tot hier gecursiveerd de mededelingen van Raoul Hoornaert).
Het Ehrenfriedhof
Mogen we ook dit bij de monumenten rekenen? Bij de kerk ligt het Deutscher Ehrenfriedhof Zeebrügge nr. 184. Pate: Ortsgruppe Blankenburg, Harz Volksbund Deutsche Kriegsgrâber Fürsorge. Rechts hangt een bescheidener plaatje Oorlogsgraven van het Gemenebest - Commonwealth War graves. Er is een speciaal grafmonument voor Der Kameraden S.M. torpedobotes S 15 und S 20 gefallen am 5. Juni 1917 an der Flandrischen Küste.
De Duitse zerkjes zijn versierd met het IJzeren Kruis, de regimentsinsigne. Hier liggen Duitse en Britse jongenswereldoorlogen broederlijk naast elkaar. Spijtig dat een dergelijkheid steeds na de strijd komt. Ouders van kinderen die graag spelen, moeten hun kroost eens hierheen brengen.
Pro Patria
Even daarbuiten staat een sober gedenkteken voor de Zeebrugse gesneuvelden, versierd met het wapen van Brugge en België. 1914-1918: Gaston Dobbels, gesneuveld te Hoogstade - Leonard Hondt, Le Havre - Cyriel Flama, Zuidschote - Oscar Ghyselbrecht, France - Ferdinand Lutters, Ramskapelle - Eugeen Meulemeester, Hoogstrate - Omer Rotsaert, Adinkerke - Frans Torreele, Halen - Camiel van Eeghem, Dieppe. 1940-1945: Frans Bossier, op zee - Ed. de Baere, N. Malvern - Maurice Viaene, Pittem, - Mauritz Willemkens France.
Herald of Free Enterprise
Het spreekt vanzelf dat we hier een herinnering vinden aan de ramp met bijna 200 slachtoffers van de “Herald of Free Enterprise”. Ze ligt aan de overkant van de straat. Een eenvoudige ronde bronzen plaat met een kaart van de Noordzee en de namen Dover en Zeebrugge met daaromheen In memoriam 6 th March 1987.
Het ‘Rozenpark’ werd aangelegd op initiatief van de rederij P & 0 en met medewerking van de stad Brugge.
Admiraal Keyes
In de Zeemanshaard, nu het Admiraal Keyesplein, vulgo “De Roende” liggen twee immense betonblokken. Het zijn fragmenten van de havendam waartegen de “‘Vindictive” landde tijdens de raid op Zeebrugge. Raid die veel levens kostte aan beide zijden en die volgens ingewijden niet het gewenste resultaat opleverde.
Aan de bovenste werd de bronzen palm bevestigd die stad Brugge aan admiraal Keyes schonk. We lezen erop: ‘Stad Brugge. Herdenking aan 23 april 1918. J.D.V.A.’
Aan de onderste hangt een plastic plaatje met de tekst: “The bronze floral spray now mounted on a section of the original Zeebrugge Mole was presented to Vice-Admiral Roger Keyes by the city of Bruges and returned by his son Lord Keyes of Zeebrugge and of Dover who unveiled this memorial on Saint George’s
Day. April 23th 1998, the 80th Anniversery of this famousZeebrugge Raid.
Ode aan de werken
Op de rechteroever van de Pierre van Dammesluis zien we het kunstwerk “Sea project”. Ode aan de werken van de Knokse kunstenaar Ignace van Isacker. Het bestaat uit twaalf betonnen blokken van vier meter hoog, die niet werden gebruikt in de vloer van de nieuwe zeesluis. Elke blok weegt twintig ton en werd hard blauw geschilderd. Het is inderdaad een hele kunst om het volk te vertellen dat dit kunst is.
Burgemeester Pierre van Damme
Zijn bronzen standbeeld stond op het meest oostelijke hoekje van de Zeebrugse haven. Nu staat het bij de ingang van de tuin rond het gebouw van de Maatschappij der Brugse Zeevaartinstellingen. Het is een brons van Livia Canestraro en Stefaan Depuydt uit Sint Andries. Op het voetstuk lezen we: “Bezieler van de wederopbouw, expansie en toekomst van Zeebrugge. De Brugse bevolking 1975.” Daaronder is een tweede steentje met: “Door de Kamer van Koophandel en Nijverheid voor N.W.VI. overgedragen aan de stad Brugge”. Rechts is de bronzen plaat aangebracht die vroeger op de dijk aan de hiel van de môle hing: “Onder de regering van Leopold II en het beheer van M.M. Leo de Bruyn en graaf Paul de Smet de Nayer , ministers van Openbare Werken, werden de haven en het zeekanaal van Brugge van 1895 tot 1907 uitgevoerd door de H.H. Lodewijk Coiseau, ingenieur te Parijs en Jan Cousin, ingenieur te Brussel, die de algemene schikking ervan opgevat hadden. De haven en het kanaal werden door Z.M. den Koning op 23 Juli 1907 ingehuldigd, toen Baron Albrecht Ruzette gouverneur van West-Vlaanderen was en Graaf Amedeus Visart de Bocarmé, burgemeester van Brugge”.
“Opvallend... Die vervlaamste voornamen”.
Het Visserskruis
Het eerste visserskruis
Bij de ingang van de haven aan het begin van de Graafjansdijk rijst het Visserskruis op. Dit sobere monument herinnert aan de talloze vissers die erin gebleven zijn. Hun namen worden op de voet geciteerd. In 1936 werd het kruis ingewijd door Mgr. Henri Lamiroy. Het werd ontworpen door architect Viérin, geïnspireerd door een voorstel van burgemeester P. van Damme, die een gelijkaardig kruis had gezien in Fécamp waar hij in 1915 als soldaat verbleef. Het werd verticaal gegoten en kostte 80 000 fr. In januari 1941 werd het door de Duitsers opgeblazen en na de bevrijding nu liggend her-goten en heropgericht. Het is een geschenk van de Belgische Betonmaatschappij. Sindsdien heet het gewoon het Visserskruis.
De Manitoba Dragoons
Bij de noordwestelijke brug over de oude sluis staat een bescheiden monumentje “To the memory of the l2 Manitoba Dragoons.” Een figuratieve kaart toont aan hoe de hele Zwinstreek veel later bevrijd werd dan het grootste deel van het land. “Dankbare hulde aan het Canadeesch leger dat op 3 november 1944 Zeebrugge, als laatste gemeentegebied van ons land bevrijdde”, lezen we tussen het wapen van Brugge en het vroegere wapen van Canada: gevierendeeld, 1. van keel met drie geluipaarde leeuwen van goud; 2. Van goud met een leeuw van keel omzoomd van hetzelfde; 3. van lazuur met de Ierse gouden harp; 4. van lazuur met drie gouden lelies, in de schildvoet van zilver met drie maple-leafs van sinopel. De plaat is gesigneerd M.C. en G. Brondel.
Een lesje vormleer
Komend van Lissewege en rijdend over de Straussbrug en over de Isabellalaan, ziet men rechts een intrigerende betonconstructie bestaande uit een blauwe en een oranje obelisk met aan de voet vier schijven: een rode, een zwarte, een blauwe en een groene. Het heeft niets met politiek te maken. Aan de noordkant hangt een granieten plaatje dat ons wat wijzer maakt: M. Molinari. Evoluzione Silenziose. Ingewijd door Olivier Vanneste, K.B.E. 2, eregouverneur West-Vlaanderen, ridder Fernand Traen, voorzitter MBZ 3 9 december 1998. Blijkbaar Italiaanse kunst. Gebouwd in opdracht van de Maatschappij der Brugse Zeevaartinstellingen. Mario Molinari is een Italiaan uit Turijn. Daarom waarschijnlijk de molenstenen voor wie zich ergert.
Le nom d’ un fou...
Namen van gekken, vindt men op muren en hekken. Ik weet het, ik weet het. Vooral zij die hun naam niet in brons of arduin weten prijken, vinden al die gedenkstenen maar flauwe kul. Laten ze getroost wezen.
Ze krijgen hun naam gewis een maand na hun definitief afscheid wel ergens op een steentje. En toch vind ik al die namen, al die monumenten een waardevolle zaak en van zeer groot nut in deze tijd zonder waarden en zonder degelijk geschiedenis onderricht. Toch hebben wij heel wat “Eerste stenen”’, - en er zijn er nog heel wat in Zeebrugge -, niet opgesomd. Gewoon omdat ze te vlug verdwijnen in een havengebied vol Evoluzione Silenziose. Bouwpromotoren hebben niet steeds veel gevoel voor piëteit. Ze kwamen. Ze gaan. Sic transit...
Bronnen:
- Johan Ballegeer. Gids voor de Zwinstreek, 1984. Standaard. Antwerpen, 1984. 2de druk.
- Elie Bilé en Edward Trips. Zeebrugge, een haven in de branding.Uitg. Brugsch Handelsblad. Brugge, 1970.
- Raoul Hoornaert. 100 jaar Zeebrugg. Ed. Het Feestcomité van Zeebrugge. 2000.
- Raoul Hoornaert. Zeebrugge. Ontstaan en ontwikkeling. Saint George’s Day. 1918-2002. Feestcomité. Zeebrugge, 2002. Editie Feestcomité Zeebrugge. z.d.
- Raoul Hoornaert. Zeebrugge, een stukje geschiedenis. Saint Greorge’s Day 1918.
- Pierre Vandamme. Een hart aan zee. Raaklijn. Brugge 1982.
- Valentin Vermeersch e.a. Brugge en de zee. Mercatorfonds; Antwerpen, 1982..