De Duitse kunstenaar Erich Wessel in Knokke (1911-1913)

Fons Theerens

Zijn verblijf te Knokke

In 2001 kwam de Duitse kunstenaar Erich Wessel terug in de belangstelling. De hr. Van Steenbrugghe uit Lissewege 1 schonk twee gedrukte medaillons met taferelen van het Knokse leven uit het begin van de 20ste eeuw en getekend door Erich Wessel aan het Heemkundig Museum Sincfala. Ook doken een viertal aquarellen van de kunstenaar op uit de gemeentelijke kelders van Knokke-Heist. Een privéverzamelaar bood twee olieverfschilderijen van de kunstenaar te koop aan het Museum.

Erich Wessel in is Knokke echter het best gekend door de grote affiche (ca. 200 cm hoog) die hij ontwierp voor de inhuldiging van het stadhuis van Knokke op zondag 15 juni 19132

Minder gekend is dat hij ook een aantal tekeningen maakte voor het werk “Knocke-sur-Mer Histoire et Souvenirs” van E.H. J. Opdedrinck die ook in 1913 verscheen. Over de kunstenaar zelf weten we bijna niets meer dan wat hij zelf vertelt op de ommezijde van enkele werkjes. Die notities dateren uit 1960 zoals hij zelf aangeeft en dateren bijgevolg van 50 jaar na zijn verblijf in Knokke. In 1911 werd hij, samen met zijn vrouw Alma Gastorff, ingeschreven in het bevolkingsregister van Knokke 3. Wessel kwam oorspronkelijk uit de omgeving van Bremen. Waarom hij zich in Knokke kwam vestigen is moeilijk te achterhalen. De grote aantrekkingskracht van Knokke op kunstenaars was sterk verminderd na het overlijden van Alfred Verwee (1895).

Onder de vele kunstenaars die in Knokke hadden verbleven vonden we nog enkele Duitse kunstenaars als Karel Meditz, Paul Baum, die vooral in Sint-Anna-ter-Muiden werkte, en Fritz Westendorf 4. In het begin van de 20ste eeuw kwamen, naast Engelse, ook vele Duitse toeristen naar Knokke zoals een aantal hotelnamen doen vermoeden : Hotel de Berlin, Deutsche Hof, Dusseldorfer Hof, Pension Edelweiss, Herberg de Falstaff, Hotel Germania, Hotel d'Allemagne, Hotel du Rhin, .... Na de Eerste Wereldoorlog waren de Duitse toeristen niet meer welkom.

Bij zijn inschrijving in het bevolkingsregister in 1911 wordt vermeld dat Wessel zich in de Lippenslaan 89 gaat vestigen. De vraag is of Erich Wessel en zijn vrouw daar werkelijk hebben gewoond. Op de ommezijde van de aquarel “Boerderij met duiventil” noteerde hij in 1960: “Ma dormoire gentille (petite maison de pêcheurs) (pendant les étés) 1911-1913. En hiver j'ai habité là dans la villa d'un peintre-artiste allemand, Mr. Westendorf «1Cfr. Vermelding in Sint-Guthago Tijdingen, nr. 282 (februari 2001)

Westendorf had zijn villa in 1897 gebouwd, maar zou in 1900 naar Düsseldorf zijn verhuisd 5. Dat Wessel in de winterperiode van zijn villa mocht gebruik maken, kan betekenen dat het huis in de zomer ofwel werd verhuurd ofwel dat Westendorf in de zomer in Knokke verbleef. De bewuste villa, in de huidige Boudewijnlaan, lag oorspronkelijk in de duinen en was met een 'wegel' verbonden met de Lippenslaan. Is dat de verklaring voor 'Lippenslaan 89' ?

Over zijn “'zomerverblijf”' zijn we beter ingelicht aangezien hij achteraan op hetzelfde werkje ook noteerde “A gauche de la petite batissement la maison du brave agent de police Mr. Vermeille”'. Bijgevolg woonde Erich Wessel in het huisje bij de molen van Lievens6. Waarom hij het huisje een “petite maison de pêcheurs” noemt is niet duidelijk aangezien er in Knokke toen geen echte beroepsvissers verbleven zoals in Heist. Wel deden de Knokkenaren aan strandvisserij, zoals we op een van de tekeningen van Wessel zullen opmerken.

In zijn nota maakt Wessel ook de periode van zijn verblijf kenbaar: 1911-1913. Waarschijnlijk is hij bij het naderen van de Eerste Wereldoorlog in 1913 terug naar Duitsland vertrokken. In elk geval kennen wij geen werk van hem uit onze streek meer van na 1913.

boerderij met duiventilBoerderij met duiventil, aquarel door E. Wessel, 17juli 1912. Rechts woonde Nathalie Van Houtte en links haar zuster Virginie7

De notities op de ommezijde van enkele aquarellen werden volgens hun datering in 1960 gemaakt. Waarschijnlijk is Erich Wessel in 1960 nog even terug in Knokke geweest want op de ommezijde van de aquarel “De Kapel van Onze-Lieve-Vrouw der Zee” merkt hij op : «Tout ça a disparu aujourd'hui. A la place de toutes ces petites bátisses se trouve maintenant à peu près le choeur de la magnifique nouvelle église», waarmee hij de toen pas geopende Sint-Margaretakerk bedoelde (ingewijd op 28 september 1959). Ook in zijn brief naar Raf Declercq van 10 augustus 1972 verwijst hij naar zijn verblijf in Knokke van 1960: « Ja Knokke ist gross, sehr gross und modern geworden ». Hij betreurt het ook dat de duinen zijn verdwenen. Een laatste keer vernemen wij iets van de kunstenaar wanneer hij in februari 1971, na bemiddeling door Robert Van Loon en Raf Declercq, vier aquarellen en tekeningen aan Knokke schonk.

Zijn werk te Knokke en omgeving

Tijdens zijn relatief kort verblijf in Knokke moet Erich Wessel hard gewerkt hebben. Hij tekende vrij vroeg een reeks postkaarten met beelden uit Knokke en in de linkerhoek beneden een kaartje waarop Knokke is aangeduid 8. Ook voor het belangrijke werk van Juliaan Opdedrinck “Knocke-sur-Mer : Histoire et Souvenirs” uit 1913, maakte hij een aantal tekeningen (getekend met E.W.)9. Uit hetzelfde jaar dateert de grote affiche (hoogte 200 cm) n.a.v. de inhuldiging van het nieuwe stadhuis van Knokke. De affiche wordt bekroond met een mooie tekening van het stadhuis, geflankeerd door de wapenschilden van West-Vlaanderen en van Knokke. Daar onder worden in vijf medaillons taferelen afgebeeld uit het Knokke van voor de Eerste Wereldoorlog : golf, tennis, de dijk, de vuurtoren en de molen van Lievens (van boven naar onder). Daarnaast drukte men het feestprogramma van de inhuldiging op 15 juni 1913. De twee medaillons die door de hr. Van Steenbrugghe aan het Museum Sincfala werden geschonken staan onderaan, links de vuurtoren en rechts de molen.

De vier aquarellen die in 1971 door de kunstenaar aan Knokke werden geschonken, worden bewaard in het Museum Sincfala aangezien de burgemeester aan E. Wessel had verzekerd: “Wir versicheren eine Ehrenplatz im Folklore Museum von Knokke dass wir nëchtstens im Kulturhaus einbauen”. 10

De aquarellen stellen de volgende elementen voor : Boerderij met duiventil (bij molen van Lievens), Kapel van Onze-Lieve-Vrouw der Zee (bij Sint-Margaretakerk), Molen van Sluis, Huisjes in het Zoute (volgens het opschrift achteraan : Village de pêcheurs “Le Zoute”, à la cóte belge, situé alors à peu pres 300-400 mètres derrière l'Hótel du Zoute á Knocke). Van de tekening(en), die volgens de briefwisseling zou(den) zijn geschonken, is er echter geen spoor. Ook in het Bureau van Toerisme op het Lichttorenplein wordt een kleine aquarel met de voorstelling van de oude lichttoren bewaard. Hoe deze aquarel in het bezit van de gemeente Knokke-Heist kwam, is niet gekend.

Volgde na de schenking van 1971 nog een tweede schenking ?

Zoals reeds vermeld zijn er ook enkele olieverfschilderijen van Erich Wessel bekend in privébezit. Een van de schilderijen geeft een beeld van een Heistse schuit op het strand. Het pendant is een afbeelding van een (nog niet geïdentificeerde) molen.

André D'Hont vermeldt nog “De oude molen uit 1911” 11, waarvan de bewaarplaats niet is gekend. Ook zou de hr. Maurice Demarest uit Knokke enkele schilderijen van Erich Wessel in zijn collectie hebben gehad 12. Waarschijnlijk zullen nog verschillende werken van Erich Wessel bewaard zijn in Knokse privécollecties.

molen van lievensFragment uit linker medaillon van de affiche n.a.v. de inhuldiging van het stadhuis van Knokke (1913). Naast de molen van Lievens (de Sirène of Meermin) ziet men het huis van de gezusters Van Houtte. Op de voorgrond loopt een Knokkenaar met een groot schepnet en in traditionele visserskledij.

VOETNOTEN

  1. Cfr. Vermelding in Sint-Guthago Tijdingen, nr. 282 (februari 2001)
  2. Lannoy, Danny, Het neogotische stadhuis (Cnoc is ier, 1990), p.47-18
  3. Lannoy, Danny, Het neogotische stadhuis, p. 48
  4. Lannoy, Danny, Knokke en de Belle Epoque (De Distel, 1993), p. 53 vermeld dat Frits Westendorf zich van 1897 tot 1900 in Knokke kwam vestigen. Hij liet een villa bouwen in de huidige Boudewijnlaan.
  5. Lannoy, Danny, Knokke en de Belle Epoque, p. 51
  6. D’Hont, Andre, Dagkiapper van Knokke dl 2 : Hoe het groeide en bloeide in Knokke, (Lannoo, Tielt, 1976), p. 157
  7. D’Hont, Andre, Dagklapper van Knokke dl 2 : Hoe het groeide en bloeide in Knokke, afbeelding op p. 158
  8. Zie de afbeelding van het ‘Grand Hotel Central’ in Lannoy, Danny, Knokke en de Belle Epoque, (De Distel, 1993), p. 154
  9. Opdedrinck, Juliaan, Knocke-sur-Mer: Histoire et Souvenirs (Van Kerschaver, 1913) . cfr. afbeeldingen op p. 7, 12, 29, 30, 36, 39, 51, 84, 113, 124, 125, 151, 172, 182, 194
  10. Bedankingsbrief van het gemeentebestuur dd. 25 februari 1971 ~ D’Hont, Andre, Dagklapper van Knokke dl 2 : Hoe het groeide en bloeide in Knokke, afbeelding op p. 158
  11. D’Hont, Andre, Dagklapper van Knokke dl 2 : Hoe het groeide en bloeide in Knokke , p. 157

De Duitse kunstenaar Erich Wessel in Knokke (1911-1913)

Fons Theerens

Rond de poldertorens
2001
04
168-171
Mado Pauwels
2023-06-19 14:41:38