De stadszegels van Damme (vervolg)
Jacques De Groote
8. De zegels van Monnikenrede
De zegels van Monnikenrede verschillen in de tijd, voor wat de afbeelding betreft, weinig van elkaar. Het zijn variaties op het zelfde thema.
1. Eerste groot zegel (1276 1286)
De eerste maal dat we in de geschreven teksten het zegel van Monnikenrede tegenkomen is in het charter 1 waarbij die van Monnikenrede beloven, de sluis, die ze zouden bouwen (op de Monnikenrede / Municareda, zodanig af te sluiten, dat er geen schepen meer zouden kunnen doorvaren.
Alle den ghuenen / die dese lettren zullen zien / scepenen ende meente van der Monekereede /saluut in onsen Here.. Wie doen v te wetene dat van den conteste, dat heeft gheziin tusschen ons lieden of een ziide / ende scepenen ende der wet van den Damme of ander 4’de / om die ordinanche van onser sluus / die wy michen te makene bin onsen scependomme van der Monekereede / in die ieghenwordighe eere edelre onser vrauwe Magrieten / Grafenede van Vlaendre ende van Henegauwe / ende eens ede/s ons heren Guys / Graue van Vlaendre ende Maerhys van Namurl ende waer of dat bede middelaers waren / mynvrauwe ende myne here voorscreuen / metten voorscreven scepenen ende meente van den Damme .. hebben wy laten ordineren van onsen vryen wille / dat die voorseide sluus dus ghedaen wofl ende bliuen moet / dat die waterganc van diere sluus met posten ende met houte ende met andren dinghe also nauwe moet zyn ghemaect / dat ghene grote scepe no clene der duere moghen liden / no dar ne mach ooc nemmermeere scepinghe zyn no voeringhe van goede. Ende dat dese ordinanchie vast ende ghestade van alre calaenge bliuen mach / so hebben wy dese presente lettren met onsen zeghele ghedaen zeghelen int jaer ons Heren . m. ccc. lxvL in Hoymaend.
Dit charter is ons enkel door een (nu verdwenen) “cartularium” gekend en dus weten we niet welk zegel eraan hing. Hoogstwaarschijnlijk is het hetzelfde zegel als dat aan charter AN, Paris, J 541, 228.
Nos scabini totaque communitas ville de monekerede (de tekst is de zelfde als die van Damme AN, Paris, J 541, 2e).
Dit zegel is: Een monnik, ten voeten uit, een boek houdend, vergezeld van twee bloeiende lelies, twee varende schepen (één-masters, varend op de golven, met een takje op voor- en achtersteven) en twee sterren. De legende is: “ Sigillum cabinorum de Monekerede”. Het is een ronde zegel, met een diameter van 66 mm. Het tegenzegel is: Een anker, met de legende: “ Sigillum de Monekerede (diameter 27 mm).
De schepen zijn een tussenvorm tussen het schip, afgebeeld op het eerste zegel van Damme en dat op het tweede zegel van Damme (1276), wat erop zou kunnen wijzen, dat dit zegel hier al een zekere tijd in gebruik was.
Dit zegel hangt aan volgende charters:
- AN, Paris, J 541, 228 (feb 1276 NS).
- AN, Paris, J 542, 314 ( mrt 1286 OS) (fr.).
2. Tweede groot zegel (1309-1438)
Het tweede zegel van Monnikenrede hangt voor het eerst aan AN, Paris, J 553, 34 (1309).
Dit zegel is: Een monnik, ten voeten uit, een boek houdend in beide handen, vergezeld links met een klimmende rechts-gewende leeuw met een gepluimde staart en rechts van een lelie, een schip varend op de golven en een ster; op getralied veld met bloemetjes in de rasters. De legende is: “+ Sigillum scabinorum ville de Monekerede”. Het is een ronde zegel, met een diameter van 72 mm. 2
Het hangt aan volgende charters:
- AN, Paris, J 553, 34 Ç1309).
- AN, Paris, J 560 A 62 (le mardi devant le magdalene 1313) (fr.).
- AR, Brussel, Oorkonden van Vlaanderen, eerste reeks, 2151 (13 sep 1328) (fr.).
- RAG, Oorkonden van de graven van Vlaanderen, de Saint Genois, 1640 (18 okt 1330).
- ADN, Lille, Chambre des comptes, B 1273 / 11.1 10(bis) D (23 dec 1382) (fr.).
- AR, Brussel, Oorkonden van Vlaanderen, eerste reeks, 2203 (apr 1384 OS) (fr.).
- AR, Brussel, Oorkonden van Vlaanderen, eerste reeks, 2215 (18 mrt 1438 NS).
Voor wat betreft het zegenzegel, is dit, uitgenomen bij het laatste charter: Een monnik op getralied veld. De legende is: “+ Contra sigillum ville de Monekerede” . Aan het laatste charter is het tegenzegel: Een monnik, in de linkerhand een boek en de rechterhand opgestoken, op getralied veld. De legende is: “+ Sigillum ville de Minekerede”.
C. De zegels van Hoeke
1. Eerste groot zegel (1276).
Het eerste groot zegel van de stad Hoeke hangt aan AN, Paris, J 541, 217 (feb 1276 NS) en is dus van dezelfde periode als dat van Monnikenrede. Ook de tekst is dezelfde als AN, Paris, J 541, 2~ (Damme).
“Nos scabini totaque communitas ville de le houke” (de tekst is dezelfde als die van Damme EJAN, Paris, J 541, 2e).
Het zegel is: de heilige Jacobus de Apostel, in pelgrimshabijt, met nimbus, boek en staf, op een klein platform staand. De legende is: “+ Sigillum comunitas de villa sancti Jacobi de le Houke”. Het is een rond zegel, met een diameter van 47 mm. Het tegenzegel is: Een schelp, met de legende: “+ Sigillum sancti Jacobi de le Houke”.
2. Tweede groot zegel (1286-1313)
Het eerste charter, waaraan dit zegel hangt, is AN, Paris, J 542, 33 (mrt 1286 OS). Het zegel is: de heilige Jacobus met pelgrimsstaf in de linkerhand, een boek in de rechterhand, staande op een klein platform; in het veld twee schelpen. De legende is: “+ Sigillum communitatis villa sancti Jacobi de le Houke”. Ronde vorm en diameter van 68 mm. Het tegenzegel is: Een driehoek, waarbinnen een schelp, en begeleid van drie sterren. De legende is: “+ Sigillum sancti Jacobi de le Houke”.
De charters waaraan dit zegel hangt, zijn:
- AN, Paris, J 542, 33 (mrt 1286 OS).
- AN, Paris, J 548, 86 (3 juni 1305).
- AN, Paris, J 550 B 176 (1308).
- AN, Paris, J 522, 10 (15juli 1309).
- AN, Paris, J 553 A 34 (1309).
- AN, Paris, J 560 A 6~ (le mardi devant le iour de la magdalene 1313) (fr.).
3. Derde groot zegel (1330 1382)
Het eerste charter, waaraan dit zegel hangt, is RAG, Oorkonden van de Graven van Vlaanderen, de Saint Genois, 1642 (18 okt 1330).
Het zegel is: de heilige Jacobus met pelgrimsstaf in de linkerhand, een boek in de rechterhand, staande op een klein platform; in het veld twee schelpen. De legende is: “+ Sigillum communitatis de villa sancti Jacobi de le Houke”. Ronde vorm en diameter van 75 mm. Het tegenzegel is: een driehoek, waarbinnen een schelp, en begeleid van drie zes-puntige sterren. De legende is: ”+ Sigillum sancti Jacobi de le Houke”.
De charters waaraan dit zegel hangt, zijn:
- RAG, Oorkonden van de Graven van Vlaanderen, de Saint Genois, 1642 (18 okt 1330).
- ADN, Liiie, Chambre des comptes, B 1273/ 11.110(bis)J (23 dec 1382)(fr.).
4. Vierde groot zegel (1437-1546)
Dit zegel hangt aan: AR, Brussel, Oorkonden van Vlaanderen, eerste reeks, 2215 (18 mrt 1438 NS). ASJD, (1546) (fr.).
Het zegel is: de heilige Jacobus (met pet en baard), de pelgrimsstaf in de linkerhand, een boek in de opgeheven rechterhand, staand op een plateau, begeleid links en rechts van een St-Jacobsschelp, op een geruit veld met bloemetjes in de rasters, met de legende: “+ Scabinorum de ville de Houke”. Het tegenzegel is: in een drie-lob, een driehoek, met daarin een Sint Jacobsschelp. De legende is: “Contra de ville de Houke”.
Dit tegenzegel wordt als zegel gebruikt aan AR, Brussel, Rekenkamer van Vlaanderen te Rijsel, doos 43/D, 32 (10 apr 1442 NS).
D. De zegels van Mude
Om volledig te zijn bespreek ik hier ook het eerste zegel van Mude. In de beginperiode maakte Mude deel uit van het schependom van Damme.
1. Eerste groot zegel van Mude (1276 -1328)
Hangt voor de eerste maal aan AN, Paris, J 541, 219 (feb 1276 NS). Ook hier zijn tekst en geschrift dezelfde als die van AN, Paris, J 541, 2~ (Damme).
Dit zegel is: Een schild met een anker begeleid links van een zon en rechts van een wassende maan. De legende is: “+ Sigillum scabinorum de Muda”. Ronde vorm met een diameter van 67 mm. Het tegenzegel is: Een schild met een leeuw, met de legende: “+ Sigillum de Muda”..
De charters, waaraan dit zegel hangt zijn:
- AN, Paris, J 541, 2(19) (feb 1276 NS).
- AN, Paris, J 542, 3(20) (maart 1286 NS).
- AN, Paris, J 545, 5(13) (le fluit de la annunciation nostre dame al moys de march 1304 OS) (25 maart 1304 OS) (fr.)
- AN, Paris, J 550 B 17(3) (1308) (fr.).
- AN, Paris, J 552 (1309).
- AN, Paris, J 553 A 34 (1309).
- AN, Paris, J 560 A 6(21) (le mardi devant la magdalene 1313) (fr.).
- RAG, Oorkonden van de Graven van Vlaanderen, de Saint Genois, 1444 (13 sep 1328)
E. Zegel van de geünificeerde steden Damme, Monnikenrede en Hoeke. (vanaf 1594)
In 1594 werden de steden Damme, Monnikenrede en Hoeke samengevoegd, omdat het toen zeer slecht ging met de drie steden. Toen werd ook een zegel ontworpen, met de wapenschilden van de drie steden.
In schildhoofd: in keel met zilveren dwarsbalk dragende een naar links lopende hazewind (Damme). Rechts: in zilver, drijvend op de golven een opgetuigd schip, door een loopplank verbonden met het land; rechts op schildvoet van sinopel, in paal over het geheel, een monnik gekleed in sabel (Monnikenrede). Links: In keel, drie zilveren wassenaars (Hoeke). Op de oudere vorm is de legende: “+ Contra sigillum ad causas civitat de Dam, Houcke, Munickeree”. Op de nieuwe vorm: “+Contra sigillum civitatum Damme, Houcke et Meunickereede”.
Dit zijn dus beide tegenzegels, maar die aan de akten gebruikt worden als zegel. Of er een zegel was, is niet geweten. Van dit tegenzegel bestaat er nog een matrijs, dat zich in het Gruuthusemuseum bevindt te Brugge.
F. Het wapen van Damme.
Het wapen van Damme is: van keel, een dwarsbalk van zilver, beladen met een springende hond van sabel.
SERVAIS; Wapenboek van de provinciën en gemeenten van België. Daaruit blijkt dat de hond sinds 1838 zwart (sabel) is, maar vroeger rood (keel) was, hoewel op de 17de en 18de eeuwse zegels ook een zwarte hond blijkt voor te komen.
Op de meeste oude afbeeldingen komt een hond van keel voor:
- Op de zegels komt er eerst een stappende hond (tweede groot zegel, vierde zegel (‘ad causas’)) voor en vanaf 1438 (tegenzegel, vijfde zegel) een springende. Wapen op kaart van het Brugse Vrije door Pourbus, 1571 (SAB)
- Wapen in register wetsvernieuwingen 1609 (SAB)
- Wapen op Carte héraldique, 1610 (de Ghellinck)
- Wapen op frontispice van de gedrukte costumen van Brugge, 1619 (SBB)
- Wapen op tableau wetsvernieuwingen, 1637 (SAB)
- Het enige spoor van een zwarte hond vôôr de 19de eeuw is het Armorial de Flandre uit de 16 eeuw, ed. P. Berghmans (SAB)
Matrijs van het tegenzegel van de geünificeerde steden uit het Gruuthuse Museum te Brugge.
Bibliografie
1. Repertoria:
- L. Douèt- D’Arcq, Collection de sceaux, Paris, Henry Pion, 1863-68, 3 vol.
- G. Demay, Inventaire des sceaux de la Flandre, recueillis dans les dépots d’archives, musées et collections particulières du dépârtement du Nord, Paris, 1883, 2 vol.
- W. De Gray Birch, Catalogue of seals in the Department of Manuscripts in the British Museum, London, British Museum, 1887-1900, 6 vol.
- J. De Raadt, Sceaux armoiriés des Pays-Bas et des pays avoisinants; Recuelle historique et héraldique, Bruxelles, 1898-1903, 4 vol.
- A de Ghellinck-Vaernewyck, Sceaux et armoiries des villes, communes, échevinages, châtellenies, métiers et seigneuries de la Flandre ancienne et moderne, Paris & Bruges, Desclée -De Brouwer et Cie, 1935.
2. Literatuur:
- N. De Wailly, Eléments de paléographie pour servir â l’étude des documents inédits sur l’histoire de France, Paris, Imprimerie Royale, 1938, Vol. II, Quatrième partie: Sceaux, blz. 200.
- G. Demay, Revue archéologique, Etudes sigillographiques, Le type Na val, Nouvelle série, 18 année, 34, Paris, 1877, blz. 281 -287.
- E. Van Konijnenburg, L’architecture navale depuis ses origines, Bruxelies, L’association internationale permanente des congres de navigation, (1913).
- B. Hagedorn, Veröffentlichungen des Vereins für Hamburgische Geschichte, Die entwicklung der wichtigsten Schifftypen bis ins 19. Jahrhundert, Berlin, Verlag Curtius, 1914.
- W. Vogel, Geschichte der deutscher Seeschifffahrt, Bd. 1, Berlin, 1915.
- H. Horstmann, Die Entstehung der Nationalflagge, in: Marine-Rundschau, 37 (1932).
- H. Brendley, lmpressions and Casts of Seals, Coins, Tokens, Medals and other Objects of Arts exhibited in the Seal Room National Maritime Museum, Greenwich, 1938.
- R. Vandenberghe, De zegels van Damme, in: H HOSTE, Damme, VTB, Antwerpen, 1951.
- P. Heinsius, Das Schiff der Hansischen Frühzeit, Weimar, Böhlaus Nachfolger, 1956.
- S. Fliedner, “Kogge”und Hulk”, in: Die BremerHanze Kogge, Bremen, Röver, 1969, blz. 39-122.
- H. Horstmann, Die Rechtszeichen der Europâischen Schiffe im Mittelalter, Bremen, Schunemann Universitâts-Verlag, 1971.
- H. Ewe ; Schiffe auf Siegeln, Rostock, Stralsund, VEB Hinstorff Verlag, 1972.
- J. Van Beylen, Scheepstypen, in ‘Maritieme geschiedenis der Nederlanden’, De Boer Bussum, 1976.
- R. Laurent, Sigillographie, Bruxelles, Centre d’Etudes pratiques pour les Sciences auxiliaires de l’Histoire, 1985, nr370/13.
- D. Elmers, Die Niederlande in Schiffahrt und Handel Nordwesteuropas im Mittelalter. Die Aussagen der mitteralterlichen Siegel mit Schiffsdarstellungen, Muidenberg, 1986.
- R.. Laurent, De zegels en de zee, AR, Brussel, 1987.
- N.. Woedstad, Stadszegels en image-building in het middeleeuwse graafschap Vlaanderen, onuitgegeven licentiaatsthesis, Universiteit Gent (Prof. W. Prevenier), 1993.
Ik wil hier Natalie Woedstad, aspirant Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen, Vakgroep Middeleeuwse Geschiedenis, Universiteit Gent, bedanken voor de gegevens uit haar database over Damme en de Zwin-steden, dewelke mijn opzoekingswerk ten zeerste vergemakkelijkten.
Voetnoten
- Cartuiarium van Damme (vroeger in Hamburg, nu verdwenen); Warnkönig, Staats-und Rechtsgeschichte, 11/2,bi. 16.
- Aan AR, Brussel, Oorkonden van Vlaanderen, eerste reeks, 2215 (18 mrt 1438 NS).
- Aan RAG, Oorkonden van de Graven van Vlaanderen, de Saint Genois, 1642 (18 okt 1330).
- Tegenzegel aan RAG, Oorkonden van de Graven van Vlaanderen, de Saint Genois, 1642 (18 okt 1330).
- Aan AR, Brussel, Oorkonden van Vlaanderen, eerste reeks, 2215 (18 mrt 1438 NS).
- Aan AN, Paris, J 552 (1309).