Museumbladzijde
Over geiten, konijnen en zwijnenbonden
René De Keyser
Dhr Paul Braet, onze zeer gewaardeerde medewerker en lid van de raad van beheer van ons Heemkundig Museum Sincfala, bracht mij deze winter een prijsmedaille van de gewestelijke geitenprijskamp te Avelgem, gehouden op 4 September 1933. Deze medaille werd geschonken door bet Provinciaal Verbond der Geitenkweeksyndicaten van West-Vlaanderen.
Over geiten, konijnen en zwijnenbonden wordt nu nog zelden gesproken. Voor de eerste wereldoorlog waren deze verenigingen nochtans zeer in trek; en zij zijn zeer nuttig geweest voor de werkende klasse. Ze verschaften raad en hulp aan de arme kwekers en hielpen menig gezin uit de nood bij sterfte van de geit of van het zwijn.
De geit verschafte voedzame melk aan het huisgezin en het zwijn zorgde voor bevoorrading in vlees. Koevlees van de beenhouwer kwam immers niet dikwijls op tafel gedurende het jaar.
Op 1 april 1907 werd het verslag uitgegeven van het eerste nationaal congres tot verbetering der geitenrassen. Dit verslag werd gedrukt "te Gent in de drukkerij van den Landbouw". Het verslagboek is uitgegeven met Vlaamse en Franse tekst en telt 363 bladzijden. Ik heb het ondergebracht in de bibliotheek van onze Heemkundige Kring.
Op bladzijde 128 en volg. van dit verslagboek vonden we een korte "Geschiedenis van de Geitenbeweging in België". Daar lezen we dat de eerste geitenbond in België in 1897 werd opgericht te Vladslo, met de steun van de plaatselijke kasteelheer Baron Frederic de Crombrugghe de Piequendaele. Het doel van de vereniging was de geiten te verzekeren en het ras te verbeteren.
Van daaruit geraakte dit soort verenigingen verspreid over geheel West- en Oost-Vlaanderen. In 1907 waren er in West Vlaanderen 114 geitenbonden die samen 17.163 geiten verzekerden. De plaatselijke bonden waren onderling herverzekerd en er bestond een maandblad genoemd "De Geitenboer".
Omstreeks 1907 bestonden er in West-Vlaanderen ook 25 konijnen-syndicaten. Er werden plaatselijke, gewestelijke, provinciale en nationale prijskampen gehouden.
In het werkgebied van onze Kring zijn de geiten- en zwijnenbonden ook actief geweest, maar de gegevens zijn nog schaars. Over konijnenbonden heb ik in het geheel niets vernomen.
Uit de verslagen van de gemeenteraad van Oostkerke blijkt dat de geitenvereniging van Oostkerke op 17 april 1907 een hulpgeld van 20 fr. werd toegekend. Op 13 juni 1912 kreeg de geitenvereniging "Hulp en Troost" een toelage van 25 fr. om een geitenprijskamp in te richten te Oostkerke.
Ik zou het zeer op prijs stellen indien langs onze lezers over deze prijskamp nadere inlichtingen over het bestuur en de plaats waar de prijskamp werd gehouden, konden ingewonnen worden.
Onze vriend Paul Braet vond in de verslagen van de gemeenteraad van Westkapelle, dat op 12.7.1912 aan de geitenbond van Westkapelle een toelage van 50 fr. werd geschonken om een prijskamp in te richten. Ook over deze en andere geitenbonden verwachten we nadere inlichtingen.
Over de zwijnenbonden zijn we al even schaars ingelicht. Op 15.2.1976 kreeg de zwijnenvereniging van Westkapelle, Oostkerke en Hoeke van het gemeentebestuur van Oostkerke een toelage van 35 fr.
Op 1 oktober 1974 kreeg ik van Drs. W.P. Dezutter, conservator van het Museum voor Volkskunde in de Balstraat 27 te Brugge, een vriendelijk schrijven met volgend bericht: In de collectie van het Stedelijk Museum voor Volkskunde bevindt zich een medaille met volgende tekst: "Vaandelwijding Houcke 14 Junie 1906, Sint Antonius gilde Houcke, Westcapelle, Oostkerke". Wij danken ons medelid, dhr. Dezutter, heel hartelijk voor deze inlichting en vragen ons af of dit vaandel nog bewaard is en of er over de varkensbond nog verdere gegevens te vinden zijn. Dat men naar Hoeke Sint Antonius ging vereren tegen het St.-Antoniusvuur, de gevreesde varkensziekte, is mij sedert de kinderjaren bekend. Dat de zwijnenbond die deze drie gemeenten omvatte, onder de bescherming stond van Sint Antonius, zal wel niemand verwonderen.