Duitse Schapers van rond de Poldertorens

Mevr Y. Lammerant

Er is al veel geschreven en gediscuteerd geweest over de Hollands-Limburgers die zich in onze gemeenten hebben gevestigd in vroegere tijden. In het algemeen wordt hun verblijf op het einde van de 18e, begin 19e eeuw gesitueerd.

Men heeft meestal een beeld willen schetsen van die mensen op grond van sagen ontstaan rond de persoon van die vreemdelingen, maar er blijven steeds vragen onbeantwoord:

  • Sedert wanneer zijn de Duitse Schapers overgekomen?
  • Waarom zijn ze naar hier gekomen?
  • Wie waren die mensen herders van huis uit, dus specialisten in schapenteelt(1)? boerenzoons op zoek naar een hofstede? avonturiers?
  • Waren zij slimmer dan onze mensen? konden zij allen schrijven en lezen?
  • Kwam het voor dat sommigen trouwden met de dochter van de boer? of met een oude weduwe van een rijke boer om daarna te hertrouwen met een jonge vrouw? 

Tot nu toe heeft niemand de periode kunnen aangeven waarin de eerste Hollands-Limburgse schapers in onze streken zijn gekomen. Nochtans heeft Prof. E. Strubbe een Duitse schaper gesignaleerd in het Brugse in 1633: "Beernaert Jan Fs. Jans, oudt 32 j. gheboren van de prochie van Capelle, twee groote mijlen van Keulen" (2).

J. Roelstraete, uit Heule, heeft ons een ouder geval aangeduid:  11/7/1606, Jan Melsens fs Coenraet, ong. 30 j. geboren te Maestricht schaeper ten huse van Pieter vanden Bulcke te Harelbeke (3).

Een studie langs de familienamen zou waarschijnlijk leiden tot het ontdekken van Duitse schapers in de 16e en 17e eeuw. Om een voorbeeld te geven, het komt toch vreemd voor dat men DECKERS een Duitse schapersnaam  reeds vindt te Damme in 1641, te Moerkerke in 1656, te Kuurne in 1662, te Harelbeke in 1691 enz. Het zelfde geldt ook voor andere Duitse schapers: Gheraert, Busschaert, Schruers, enz. Men heeft te veel gedacht, alleen rekening houdende met de volkstelling van 1814, dat de Duitse schapers slechts naar onze streken gekomen zijn vanaf het einde van de 18e, het begin van de 19e eeuw.

De redenen van die emigratie zijn waarschijnlijk zeer gevarieerd: moeilijkheden voor boerenzoons om zich te vestigen als landbouwer in eigen streek, hoop van te lukken daar waar een ander van de familie of van het dorp vroeger reeds er in gelukt was zich te ves­tigen als boer-lust naar avontuur- gedwongen door armoede. Men vindt een soortgelijke emigratieprobleem dichter bij ons: jonge boe­renzoons die vertrokken naar Wallonië, Frankrijk, U.S.A., Canada, begin van de 20e eeuw.

De heer J.H.M. Hoen, zeer gekend in middens van genealogen te Maastricht, die ik in September 1979 ontmoette, was onwetend over de emigratie van Limburgse herders naar Vlaanderen. Hij weet ook niets van een grote schapenteelt in vroegere tijden in Midden- en Zuid-Limburg. Alleen de streek van Vanray (Noord Hollands-Limburg) was gereputeerd voor zijn wol en zijn kudden schapen, die tot in Rusland zouden gegaan zijn.

We hebben een paardenknecht van Beek (Zuid-Limburg) Thomas Luyten, die jaren geleden nog schapen geschoren heeft, ondervraagd over het belang van het aantal schapen in zijn streek... het was niet aanzienlijk.

De telling van de schapenteelt te Venlo in 1809 geeft hoop en al 13 bokken, 217 schapen, 174 hamels en 144 lammeren (4). Om een juist idee te hebben over de technische vaardigheid van de Duitse schapers, zouden de schapenstellingen van al de dorpen van herkomst dezer schapers dienen nagegaan te worden.

Men kan dus moeilijk met zekerheid antwoorden op de talrijke vragen die over de Duitse schapers worden gesteld. Ieder geval moet eerst grondig onderzocht worden, zowel in Hollands-Limburg als in onze streek. De confrontatie van die verschillende studies zou het probleem van de Duitse schapers helpen opklaren.

Het geval van de zonen DECKERS, welke hierna volgt, is een bijdrage tot zulke studie.

********

De DECKERS te Stramproy waren uit traditie landbouwers (5).

De uitdrukking "Op Deckers" is heden nog gekend.

De vader van de Duitse schaper Jan Matthys Deckers was Peter Deckers, landbouwer en, sedert februari 1769, schepen van Stramp­roy in de schepenbank van Thorn.

Vóór de Franse annexatie behoorde Stramproy tot het Adelijke Stift of Rijksvorstendom Thorn, dat met zijn 7 gemeenten (6) in Mid­den Hollands-Limburg ligt. Dus niet in Duitsland, zodat het niets te zien heeft met de wijziging der landbouwwetgeving in Duitsland welke door G.P. Baert ingeroepen wordt als een oorzaak van de emigratie der Duitse schapers naar West-Vlaanderen (7).

Peter Deckers heeft 13 kinderen gehad, waarvan 4 zeer vroeg sterven. Van de 9 overlevenden zijn er 5 zonen waarvan er vier elders moeten zoeken om aan een hofstede te geraken.

Peter sterft te Stramproy op 2 januari 1797. De jongste zoon, Leonard of Leenaert Deckers, is de enige van het gezin die te Stramproy zal blijven. Hij vestigt zich daar als landbouwer en wordt naderhand burgemeester van zijn dorp.

Met zekerheid konden twee van de 4 andere zonen als Duitse schapers gevonden worden:

1° Willem Deckers, geboren de 2/7/1769, is blijkens de volkstelling niet meer te Stramproy in 1795. Hij is uitgeweken naar Heille in Zeeland, waar hij opgeschreven staat als "berger", 31j. als hij daar trouwt met een weduwe, landbouwster, Anne-Marie Bousseur 48 j., op 10 oktober 1800.

In 1804 is hij getuige op het huwelijk van zijn broeder Jan Matthys Deckers te Westkapelle en hij wordt op deze akte vermeld als "cultivateur demeurant à Heille".

Hij is landbouwer en burgemeester van Heille, 69 jaar oud, wanneer hij hertrouwt op 23 januari 1831 met Maria-Theresia van de Moere, 30 jaar.

Willem sterft te Heille op 20 juli 1848, nog steeds in de functie van burgemeester van Heille.

2° Jan Matthys Deckers, geboren op 6/8/1773, is niet meer te Stramproy op het ogenblik van de telling in 1795, maar is daar terug in februari 1796 om peter te zijn van een kind van zijn zuster.

In oktober 1800, op het ogenblik van het huwelijk W. Deckers-Bousseur te Heille, is hij "laboureur" te Aardenburg.

Als hij trouwt te Westkapelle op 10 januari 1804 (19 nivose an 12) met Cecilia van Zandweghe, is hij "berger demeurant à Westcapelle".

Van 1805 tot 1808 is hij "cabaretier" en komt hij dikwijls voor als getuige op de akten van de burgerlijke stand.

Van 1809 tot ong. 1814 is hij terug schaper, maar dan te Knokke. Tijdens de jaren 1814-15-16 is hij werkman te Knokke. Bij het overlijden van zijn vrouw in 1821 is hij wel schaper te Knokke. Maar bij zijn tweede huwelijk te Knokke in 1831, met Emiliana Albertina Hemschote, 45 jaar en werkvrouw, is hij wederom werkman en alsdan 58 jaar oud. En ten slotte van 1832 tot 1839, het jaar van zijn overlijden, is hij terug schaper te Knokke.

Willem en Jan Matthys Deckers zijn twee Duitse schapers, twee broeders, afkomstig uit het gezin van een landbouwer- Schepen te Stramproy, maar zij hebben een verschillende loopbaan gehad.

Een derde zoon DECKERS: Hendricus, geboren te Stramproy op 19 februari 1760, verblijft in 1795 nog altijd op zijn dorp bij zijn ouders, en is ongehuwd. Nochtans komt er in 1814 te West­kapelle een man voor met dezelfde naam en voornaam, 52 jaar oud en gehuwd met de weduwe Callant, Maria Backaert ook 52 jaar.

Volgens de gegevens van de telling 1814, is deze Deckers af­komstig van Helden en niet van Stramproy; maar een vergissing in de telling is niet uitgesloten.

Dit geval dient nader onderzocht te worden. Het gaat hier misschien over een derde Duitse schaper uit deze Stramproyer familie.

Van de 4de zoon Deckers, Jan, is er tot nu toe nog geen spoor gevonden.

De twee Duitse schapers DECKERS kunnen schrijven, maar men  mag daaruit niet de conclusie trekken dat al de Duitse schapers konden lezen en schrijven. Een persoonlijke studie over de Duitse schapers van de Kasselrij Kortrijk geeft tot nu toe volgend resul­taat: op 21 Duitse schapers zijn er 9 die tekenen, 5 ongeletterden en 7 gevallen die nog moeten bestudeerd worden.

Uitgaande van het geval DECKERS kan misschien voorgehouden  worden dat de Duitse schapers, kunnende schrijven, uit een welstellende landbouwers familie afkomstig zijn; maar zoals hoger gezegd, dient het onderzoek, om een juist resultaat op te leveren, terug te gaan tot de dorpen van waaruit de Duitse schapers afkomstig zijn.

Voetnoten

  1. P, Lindemans, Geschiedenis van de Landhouw in België, "blz. 407«
  2. Stalpaert, Westvlaams Sagenboek, blz. 62.
  3. Oud Stadsarchief Kortrijk N° 2045.
  4. Stadsarchief Venlo N° 1474.
  5. Bronnen: R.A. Maastricht (Schrmproy-Thorn)
    R.A. Middelhurg (Heille)
    Burg. Stand Knokke-Heist (Westkapelle-Knokke)
  6. Thorn, Stramproy, Grathem, Baexem, Ell, Haler, Ittervoort.
    : Chr. Creemers, Een bijdrage tot de Geschiedenis van het Vorstendom Thorn, in Publicatie n0 9, 1872, blz. 27
  7. Biekorf, 1937, blz. 29.

2021 03 09 094521Isengrijn en Reinaert bij de "Pape van Bolois" Houtsnede uit de Antwerpse Reinaart-druk, 1487, door Gerard Lee

Duitse Schapers van Rond de Poldertorens

Y. Lammerant

Rond de poldertorens
1980
02
057-062
Chantal Dhondt
2023-06-19 14:40:26