De "School met de Bijbel" … te Sluis
Willem Visser
a/ Enkele gegevens betreffende de Christelijke School of "School met de Bijbel" te Sluis
Het schoolarchief is, evenals het grootste gedeelte van de archieven van Gemeente, Kerken, Verenigingen en Armbesturen, bij het bombardement van 11 oktober 1944, verloren gegaan.
Willem J. Visser, oud-leerling van deze school, heeft uit enkele bronnen die nog beschikbaar zijn, het volgende genoteerd.
4 April 1878. Voor het eerst vindt men iets genoteerd. In de Hervormde Kerk wordt een collecte gehouden ten bate van genoemde school.
8 April 1878. Er gaat een brief naar Koning Willem III: een verzoek om goedkeuring van het eerste bestuur, de oprichters : Voorzitter Ds. J. Knottenbelt, de leden J. Sanders (burgemeester van Heille dat toen nog een zelfstandige gemeente was), D.A. Pieters (apotheker), D. de Smit (landbouwer), J. Noest (schilder), W. A. Doest (koopman), J. Du Burck (winkelier) en P.J. Evers (boekhandelaar) die optrad als sekretaris.
1 Mei 1878. Verzoek van de inmiddels benoemde hoofdonderwijzer P. Voerman aan de Gemeenteraad om toestemming bijzonder onderwijs te mogen geven.
25 en 26 Mei 1878. Naar de Gemeenteraad worden uitnodigingen gezonden om bij de inwijding op 31 mei aanwezig te zijn.
31 Mei 1878. Officieel in gebruiknemen van de school. De schoolstrijd is nog niet uitgestreden en in verder Nederland nog in volle gang (zie ook de schoolstrijd in Dudzele België door Pastoor Vyncke - Ratte Vinke-), doch in Sluis schijnt alles vrij goed te gaan. Het volkspetitionement wordt op verzoek van het schoolbestuur aan de kerkraad, door allen ondertekend. Dit voor de actie "Abraham Kuyper" die in Nederland +/- 300.000 handtekeningen inzamelde. Dit petitionement was een verzoek aan de Koning om het Rooms-Katholiek Onderwijs en de "School met de Bijbel" ook subsidie te verlenen. Doch Koning Willem III bekent het wetsvoorstel, waardoor alle bijzondere scholen zichzelf moeten financieren. Later, als de Katholieken en de Anti-Revolutionairen aan de macht komen, ontstaat de financiële gelijkstelling.
De school was gestart met 20 leerlingen, in oktober waren er reeds 32. Het volgend jaar waren er 49.
30 December 1880. Als propaganda wordt een openbare les gegeven.
Het eerste schoolgebouw was oorspronkelijk een pakhuis van de familie Du Buck (de voormalige koffiebranders van Sluis); vervolgens werd het een Kerkzaaltje van de Christelijke Gereformeerde Gemeente (dit kerkgemeenschap werd opgegeven), waarna het schoolbestuur het gebouw overnam.
1879. Er worden enkele noodzakelijke verbeteringen aangebracht.
1881. Er wordt een nieuw schoolgebouw opgericht met 3 ruime lokalen naar de eisen des tijds, met een ruim speelplein. Het gebouw staat er nog, met zijn front naar de zuidwestzijde aan de Sint-Jacobsstraat.
29 December 1881. De nieuwe school wordt feestelijk ingewijd. Zij deed dienst tot 1968, toen er nabij de Oostpoort een nieuwe school verrees, vlak naast de Openbare School.
1911. Het oude schooltje werd afgebroken en op die plaats kwam het verenigingsgebouw "Luctor". Dit is vernield in het bombardement 1944, en niet meer herbouwd.
Op zaterdag 28 oktober 1978 werd het 100-jarig bestaan gevierd van de "School met de Bijbel". In de school was er ' s middags een réunie van oud-leerlingen, met een tentoonstelling van oude leermiddelen, foto's van schoolgroepen, enz.
Daarna op het stadhuis, een officiële ontvangst met toespraken van Ds. C. Balk Burgemeester H.P.L. van de Belt - W.J. Visser, oud-leerling (1) - A. Bukkens, onderwijzer van de Katholieke School - G. van Ooirschot, onderwijzer van de Openbare School - inspecteur H. Verboom uit Middelburg e.a.
***
b/ Toespraak door dhr W.J. Visser op 28/10/1978 ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de School met de Bijbel
Nu we het 100-jarig bestaan vieren van de Christelijke School en tevens onze gedachten laten gaan naar de Christelijk Bewaarschool, die thans als het ware één geheel vormt met de Chr. School, en die haar ontstaan heeft enkele jaren eerder, is het noodzakelijk even een blik te slaan in het verleden en te bezien hoe deze scholen uit niet tot iet gekomen zijn.
Zien we dan even hoe, ruim 100 jaar geleden, Sluis in grote armoede en werkloosheid verkeerde. Hoe de arbeider, als hij een dag werk had, slechts 50 cent verdiende. Hoe het aantal inwoners 15- à 1600 bedroeg, waarvan er niet minder dan 700 bedeeld werden.
De haven is verzand en het gras groeide welig, waar we nu waterfietsen kunnen gadeslaan. Ten noordwesten, waar nu de weg naar Retranchement ligt, zag men links en rechts schorren, die met hun moerasdampen de bevolking verziekten. De soldaten, die hier in garnizoen lagen, vinden we dan vaak in de "infermery" in de Dinsdagstraat. Alzo een treurige boel in die vijftigerjaren.
Doch … in die dagen is er een geneesheer in Sluis: de heer Pieter Renier, door de bevolking gewoon "Meneerejee" genoemd, met zijn echtgenote Anna Suzanna van Willes. Deze laatste komt op het idee een kantwerkschool op te richten, om de vrouwen en de meisjes iets te laten verdienen en de bedelarij alzo te onderdrukken.
Geholpen door acht dames, wordt dit plan ten uitvoer gebracht en blijkt goed te slagen. Het eerste jaar werd reeds meer dan 1400 ellen kant vervaardigd. Ja ... zelfs komt het zover, dat H. M. Koningin Sophie der Nederlanden aan de stichting haar beschermvrouwschap verleent!
Doch weldra doet zich volgend ongemak voor: als de vrouwen en de meisjes aan het kantklossen zijn of op de kantwerkschool zijn, waar blijf je dan met de kleine kinderen? Soms worden ze gewoon meegenomen. Zo zien we ook in de notities dat, van de 47 leerlingen, het eerste jaar, de jongste 5 jaar is.
Dit gaat zo door totdat in 1857 een Bewaarschool gesticht wordt door de Maatschappij tot 't Nut van 't Algemeen. Die Bewaarschool is een onderdeel van de bestaande Kantwerkschool en wordt door de Maatschappij gedurende 5 jaar met honderdvijftig gulden gesubsidieerd.
De heer Renier heeft een gebouw naast zijn eigen woning gekocht en laten inrichten voor Naai-, Kantwerk- en Bewaarschool. De tuin tot speel- en ontspanningsplaats laten inrichten. En hij acht zich voldoende betaald met de rente van het hierin geïnvesteerde kapitaal.
Het gehele spel draait door tot in 1870. De werkloosheid is aanmerkelijk verminderd. Een oorlog heeft zich ontketend tussen Frankrijk en Duitsland. Kant wordt niet meer verkocht (waarschijnlijk is de mode veranderd) en de ouders hebben zelf tijd om op hun kleuters te passen.
Dokter Renier is inmiddels overleden en zijn vrouw heeft Sluis verlaten ... en zo zakt de Kleuterschool met de Kantwerkschool in haar graf.
Doch het laat zich aanzien dat de moeders zich toch herinneren hoe goed het was voor de kleuters om samen onder leiding te spelen en iets te leren en hoe fijn het was hen in goede handen te weten en veilig geborgen.
Zo komt dan op 1 februari 1873 de eerste Christelijke Bewaarschool tot stand. Op de Markt in het huis waar nu Burgemeester van Hooteghem woont. Het huis was eigendom van ingenieur Hennequin of iemand uit die familie.
We vinden er 68 leerlingen: 39 meisjes en 29 jongens. Het geheel drijft op eigen middelen; en is de balans eens niet in evenwicht, dan helpt een kerkcollecte en een gift uit de Diaconale kas.
De eerste juffrouw die we daar ontmoeten, was Suzanna van Beugen. Zij werd opgevolgd door juffrouw Cornelia Cabboor. En in 1904 verschijnen de dames Arenthals die velen van de hier aanwezigen zich nog wel zullen herinneren. In 1910 is juffrouw Joanna Blok er leidster. Zij wordt op haar beurt opgevolgd door juffrouw Versluys, die U waarschijnlijk wel bekend is. De latere leidsters kent U allen, dus laat ik het hierbij voor wat het personeel betreft.
Wel heeft de school enkele keren moeten verhuizen. De eerste behuizing was, zegden we, op de Markt. Ten tijde van juffr. Blok vinden we de Bewaarschool in de Junianastraat op de hoek waar nu Mevr. Herding woont. Na het bombardement, waarbij alles verloren is gegaan, vinden we de school gehuisvest bij de familie de Feyter.
En als na de oorlog, de Christelijke School weer bewoonbaar is gemaakt, komen we weer met de kleuters in het overtollige lokaal van deze school.
In 1958 wordt in de St.-Jansstraat het huidige schoolgebouw gebouwd en het ontvangt de naam "De Bezige Bijtjes", waar heden de kleuters naar school gaan en geleerd worden wat orde is, en samenspel. Kortom, waar ze voorbereid worden om straks op de Christelijke School alles te leren wat in de maatschappij nodig en nuttig is.
Tot zover een en ander over het ontstaan van de Kleuterschool; hoe ze geboren werd uit de behoefte en noodzaak in arme en donkere tijden. Veel is er veranderd en gemoderniseerd; toch zijn er dingen die nog eender zijn als ruim 100 jaar geleden. Denk maar aan de zandhoop en het grasveld, de pop en de blokkendoos. Ik denk dat deze over 100 jaar nog geliefde dingen zullen zijn.
***
Zien we thans naar de geboorte van de Christelijke School en de spanning waaruit deze is voortgekomen.
Zoals we allen weten heeft zich 100 jaar geleden een politieke stroming ontwikkeld, die zich van de knellende banden van het patriciaat losmaakt en zelf het heft in handen neemt. Dit op zichzelf was, wat je zou kunnen noemen "datgene wat de machthebbende klasse zelf gekweekt had".
Doch zoals het vaak gaat, als de teugel te los staat, slaat het paard op hol, en weet niet waar het heen wil. Zo ging het met de nieuwe stroming. Alles moest veranderen. Zelf heeft men de macht! En het goddelijk gezag wordt niet meer erkend. Devotie vindt men gekheid en vast overbodig. Dus uit de scholen verdwijnt het gebed en de Bijbelvertelling en de eerbied voor het begrip God of Godsdienst.
Doch in Nederland en in België zijn er groeperingen die vasthouden aan het oude en die de godsdienst zien als het hoogste goed; en dit ook aan hun kinderen willen doorgeven in het leven. En zo ontbrandt in Nederland "de schoolstrijd"!
Alom worden scholen opgericht "met de Bijbel". Dit wordt van regeringswege toegestaan, met dien verstande, dat noch rijk, noch gemeente iets helpen bijdragen in de onderhoudskosten.
Ondanks dit alles komt ook in Sluis een school "Met de Bijbel" tot stand.
Onder het voorzitterschap van Ds. Knottenbelt, toen predikant in Sluis, en de heren Jan Noest, Piet Evers, Pieter Adriaan Pietersen, Willem Noest, Jan Sanders, David de Smit en Jacob Du Burck wordt de school opgericht. Merkwaardig dat de oprichters gewone neringdoenden en boeren waren en geen der toen in Sluis aanwezige patriciërs hun gelederen versterkte! Die zagen met lede ogen de toekomst tegemoet en voelden, meen ik, hun tronen wankelen.
Op 8 april 1878 wordt aan Z.M. Koning Willem III een adres gericht, verzoekende om rechtsgeldigheid.
En op 25 mei 1878 wordt namens het schoolbestuur, de plaatselijke schoolcommissie, benevens burgemeester en wethouders, de leden van de Raad dezer Gemeente, met de heer secretaris, in het schoolgebouw aan de Dinsdagstraat in Sluis uitgenodigd te komen, teneinde bij de opening tegenwoordig te zijn.
De heer Piet Voerman wordt de eerste onderwijzer. Het schoollokaal vindt men in de Dinsdagstraat; en het gebouwtje was het voormalige kerkje van de afgescheiden Gereformeerde Gemeente die daar een twintigtal jaren in had gekerkt, maar door het geringe aantal der leden was teniet gegaan. Het was een zeer bouwvallig lokaal en het was voor het gebruik als school wat opgeknapt. Het bergde de eerste jaren 32 tot 49 leerlingen, die alle door één leerkracht moesten onderwezen worden.
Vond men toen op de Openbare School 265 leerlingen, waarvan er meer dan 200 voor rekening van de gemeentekas, op de Christelijke School moest iedere leerling zelf betalen, en de tekorten moesten uit kerkcollectes en vrijwillige bijdragen bestreden worden. Wat ook steeds lukte.
In 1881 is een nieuwe school in gebruik genomen, gebouwd op de andere zijde van het schoolplein. Voor die tijd een zeer goed, ruim en luchtig lokaal. Ja, ik zou zelfs zeggen, luchtiger dan de moderne bouw, waarin je het idee krijgt dat de zoldering op je hoofd zal vallen.
Dit gebouw heeft tot 1968 dienst gedaan en staat nog bijna onveranderd overeind. De oorlog beschadigde veel, maar enkele maanden na de bevrijding was het toch weer bewoonbaar.
Thans is de school heel gezusterlijk naast de Openbare School in de nieuwe wijk. Van afgunst of ruzie hoort men niet meer, financiën lopen via Gemeente en Rijk. Was er vroeger spanning, nu is alles verbeterd. Op de Openbare School worden godsdienstlessen gegeven; wat vroeger geweerd werd, wordt nu als een noodzakelijke wetenschap beschouwd.
Daar kunnen we dankbaar voor zijn. Laten we hopen dat de gehele bevolking van Nederland zich zo sportief zal gedragen als de beide scholen naast elkaar in Sluis!
Als hulponderwijzers hebben wij: G. Visscher, Abr. Hans, Croin en Marius Visser.
De namen van de onderwijzeressen Bal, Fey, Depee, Meyer, Vermue, Beusekom, Gillissen, Anthonissen en Juffr. van Lacke.
Ik noem nog even de namen van de onderwijzers:
- Pieter Voerman 1878-1881
- Cornelis Lievense 1881-1885
- Cornelis Hondius 1885-1892
- Cornelis Zijderveld 1892-1897
- Geerhard Visscher 1897-1907
- Abraham Raversloot 1907-1912
- Jacob Visser 1912-1920
- Izaak Anthonissen 1920-1945
- Michiel Beun 1945-1955
- Westland Marsman 1956-1976
***
Tot slot een paar herinneringen
De bewaarschool met zijn grote tuin en zandhoop EN de hazelnotenstruiken met de wonder heerlijke nootjes, die we in het najaar heel netjes mochten verdelen. Dan het matjes vlechten dat een waar kunstwerk was. Ook herinner ik mij nog de bankjes met de schilferende houten bladen, waar je de splinters van in je vingers kreeg. ‘k heb het zelf ondervonden...!! Ook de operatie om de splinters te verwijderen… Het ging niet goed... en Juffrouw Pleuntjes nam haar toevlucht tot een kroes kokend water, waar ze pardoes mijn vingertje in dompelde, met het gevolg dat ik van mijn stokje ging... Ze heeft de splinter dan maar laten zitten en me meegenomen in de tuin, waar ik tot de middag mocht noten rapen!!!
Wat ik ook nooit vergeet, dat zijn de bezoeken van die statige oude Ingenieur Hennequin de maandagmorgen, steunende op zijn zwarte wandelstok met groot zilveren handvat... We kregen de kalenderblaadjes die hij voor ons opspaarde... Het duurde wel erg lang voor je weer eens een tweede kreeg... want er waren toen ook maar zeven dagen in de week.
Nog even iets van de Christelijke School. Daar stonden toen ook twee kastanjebomen die volop in bloei waren op die wondere middag toen ik overgeheveld werd van de kleuterschool naar de GROTE school... Netjes aan de hand van mijn grotere broer die zes jaar ouder was... Hij droeg mijn "pokkebriefje" en ik? ik droeg mijn "sponsedoos" die toen nog niet stonk!!...
Wat was ik schuw die eerste morgen voor die nieuwe juffrouw en dat jongentje dat naast me geplakt werd op de eerste bank... ’k Zou er nog heel veel van kunnen memoreren, doch ik ga nog iets zeggen over het afscheid 6 of 7 jaar later.
Dat was een hele plechtigheid. Ds. Beukenhorst hield een toespraak. De meester was blij van sommige leerlingen verlost te zijn en van anderen vond hij het jammer ze uit het oog te verliezen. Ook de heer Piet Noest, de schoolopziener, stond er bij met zijn glimmend gouden brilletje. Een gedenkplaat werd ons uitgereikt; jammer dat ik ze niet meer heb! Maar ik zie ze nog voor me, die plaat met koning Hiskia er op, die op zijn knieën met een stuk papier of perkament, tussen twee pilaren zit. Daaronder deze woorden: En Hiskia de brieven uit der boden hand ontvangen hebbende, ging op in het huis des Heren en breidde ze uit voor het Aangezicht des Heren!
Hoe kon je een kind in vredesnaam zo’n tekst meegeven in het leven?! 'k Heb er niets van begrepen toen... Dat leerde ik later verstaan...... Het prentje van de Bewaarschool, dat heb ik nog! Daar staat op "Looft den Heere!".
Veel, heel veel zou er nog te zeggen en te overdenken zijn, want het gaat over zoveel jaren en veel spanningen ... en twee oorlogen.
Het water in de kaai is er weer, alleen is het nu zoet terwijl het vroeger zout was... De schorren zijn er niet meer... ’ t Oude schooltje, later gebouw Luctor is weg... Ook de Infermery in de Dinsdagstraat, evenals de geur van de koffiebranderij van Frits Noest ...
Maar de twee scholen zijn nu één en gaan samen één weg en beide streven er naar de kinderen iets mee te geven dat meer is dan geld! Zo eindig ik met deze woorden: Dat zij leven, groeien, bloeien en vruchten dragen !!!
(1)Hieronder volgt precies deze toespraak van onze sympatieke medelid dhr. Willen Visser, die zich sedert jaren bijzonder verdienstelijk maakt voor de heemkunde in Sluis en omstreken. Is het laatste gedeelte van de toespraak geen smakelijk brokje folklore? (nota van de redaktie).