Het Sint-Janshoofd te Sluis en te St.-Anna-ter-Muiden
René De Keyser
Van ons medelid de Heer R. Heyens krijgen we geregeld ter lezing “’t Bruggetje", het parochieblad van de Sint-Johannes-de Doperkerk te Sluis. In dit parochieblad schrijft een ander medelid, de Heer W.J. Visser af en toe een kleine bijdrage "uit de oude doos". In het Bruggetje nr. 304 van 17/12/84 heeft de Heer Visser het over Twaalf gouden apostels, met een vraagteken daarachter. Zijn verhaal komt op het volgende neer.
In het boek "St.-Anna-ter-Mude beschouwd als plaats" door Dr. H.Q. Janssen wordt vermeld dat er aldaar in de 15de en de 16de eeuw niet minder dan vijftien heiligdagen luisterlijk gevierd werden, waarbij St.-Jansdag (24 juni) een bijzondere plaats innam. Aan die viering van Sint Jan-de-Doper te St.-Anna werd ook deelgenomen door een afvaardiging uit Sluis. In de kerkrekeningen wordt gesproken van "Bedevaarders van St.-Janshoofd".
De Heer Visser zegt dat het gouden hoofd (verguld steen) uit de St.-Janskerk te Sluis in St.-Anna werd rondgedragen. Het gouden hoofd verdween in de godsdienstoorlogen op het einde van de 16de eeuw. Het zou teruggevonden zijn in het begin van deze eeuw en nu nog bewaard worden bij de Heer Visser.
Sint Jan was te Mude geen onbekende. M.K. Gottschalk in haar "Historische Geografie van Westelijk Zeeuws-Vlaanderen", deel I, p. 52, zegt dat er te St.-Anna-ter-Mude in 1295 een Sint-Jansziekenhuis bestond. Of het om St. Jan-de-Doper of om St. Jan-de-Evangelist ging, wordt niet medegedeeld. Eén der twee kerken van Sluis was op vraag van Jan de Eerste van Namen toegewijd aan St. Jan-de-Doper. Jan van Namen was immers Heer van Sluis. De St.-Janskerk zou gebouwd zijn in 1325. Het feest van de kerkwijding werd te St.-Anna-ter-Mude gevierd op 24 juni, de feestdag van Sint Jan-de-Doper en dit was dan ook.de jaarlijkse kerkmis te St.-Anna. St.-Jansdag en St.-Jansavond werden te St.-Anna feestelijk gevierd; er werd gepredikt-en op Sint-Jansavond ging een luisterrijke processie uit. Aan die processie namen afgevaardigden deel van de beide kerken van Sluis en ook "de bewaarders van St.-Janshoofd". De vraag is hier: wie waren die bewaarders van Sint-Janshoofd?
Onlangs verscheen het boek "Zwaarddansen in Vlaanderen door Dr. Eugeen Verstraete, met een zeer uitgebreide bibliografie. We hebben hierin kunnen vaststellen dat reeds meerdere studiën over zwaarddansen verschenen; dat er zwaarddansen onder verschillende vormen hebben bestaan; dat de oudste gegevens wijzen op een vastenavondgebruik; en dat later ook zwaarddansers optraden tijdens ommegangen, processies en andere plechtigheden.
Op blz. 35 haalt E. Verstraete de vermelding aan uit Biekorf 1890 blz. 96, van de zwaarddansers van Bollezele in Frans-Vlaanderen die in 1660 "gedanst hebben St.-Janshoogd ten lesten ommegangke". Op blz. 31 vermeldt hij ook "sweertreyders" die op St.-Jansdag in de processie van Menen opstapten in 1662.
In Biekorf 1890 blz. 96 werd reeds de vraag gesteld of Sint Jan soms de patroon was van (sommige?) zwaarddansers en of zij gedurende de ommegang de onthoofding van hun patroon verbeeldden. Sint Jan-de-Doper werd immers onthoofd op vraag van Salomee die zo behaagziek gedanst had voor koning Herodes.
Zoals we reeds schreven, wijst Eugeen Verstraete erop dat zwaarddansen onder verschillende vormen en betekenissen hebben bestaan. Het is in elk geval een feit dat ook in onze streek zwaarddansers hebben opgetreden. Eugeen Verstraete vermeldt er in Brugge vanaf 1388, in Aardenburg vanaf 1442, in Damme ten jare 1450, in Maldegem in 1459, te Middelburg in 1525, in Uitkerke ten jare 1455 en in Zuienkerke in 1454.
Wij vonden in de stadsrekening van Damme voor 1459-1460 dat die van Moerkerke in dit jaar te Damme dansten "up ’t zweert”. Nog in 1570 kregen de zwaarddansers van Hondschote toelating om in de H.-Bloedprocessie van Brugge te gaan (Biekorf 1938, blz. 152). In Sluis vond ik tot nu toe geen zwaarddansers vermeld.
Van de hiervoor vernoemde "bewaarders van St.-Janshoofd" blijft het zeer twijfelachtig wat ze eigenlijk waren; en indien het zwaarddansers zouden geweest zijn, is er nog geen bewijs dat zij Sint Jan hadden als patroon. Het kunnen eenvoudig bewakers geweest zijn van het kostbare vergulde St.-Janshoofd.
Wij vonden het evenwel de moeite waard om de bijdrage van onze vriend de Heer W.J. Visser hier te vermelden en tevens de aandacht te vestigen op de zwaarddansers die vroeger ook in onze streek de volksfeesten opluisterden.