De Boudewijnsvrienden

Pol Danneels

In de lente van 1893 kwamen enkele mannen samen om een boldersmaatschappij op te richten met naam De Boudewijnsvrienden. Hun lokaal zou gevestigd worden bij Louis Lefief, handelaar en herbergier in Het Gouden Hoofd ter Damse Steenweg in de wijk het Nieuwdorp.

Herbergier Louis Lefief was niet de eerste de beste. Hij was niet alleen kolenhandelaar en tapper maar was tevens medestichter met Ratte Vyncke van de fanfaregilde van de Xaverianen en een van de beste muzikanten van de fanfare. Hij speelde tuba-solo en begeleidde bij begrafenissen van meer begoede Dudzelenaars de gregoriaanse gezangen.

In museum “De Groene Tente” van de vrienden van het ambacht hangt de vlag van deze boldermaatschappij en ook het kastje met de zilveren waardigheidstekens en medailles, waarop hun stichtingsjaar 1893 staat geschilderd.

Wat meer gegevens over de boldermaatschappij. Het was een open bolbaan waar alleen de zomerbollingen plaats hadden. Men kon van op straat door de half open afsluiting de bolders gadeslaan. Dat heb ik trouwens zelf meegemaakt, toen ik een jaar of dertien was.

In het Nieuwdorp waren er een viertal estaminees, want naast De Boudewijnsvrienden was er de herberg van voerman Constant Braems, waar de “bolders van Schild en Vriend” bedrijvig waren. In mijn dokumentatie heb ik nog een gele uitnodigingskaart om de leden bolders te verwittigen als er iets bijzonders medegedeeld moest worden. De griffier op deze kaart was Jules Danneels, de grootvader van kardinaal Godfried Danneels.

Een vijftig meter verder was de tapperij van Constant Cadron, “In de Nieuwe Steenweg”, in een laag huisje dat er trouwens nu nog staat. De naam van de kleine herberg had te maken met het leggen van de nieuwe steenweg naar Damme, waarvoor volgens de raadzitting van 27 december 1884 de totale kosten 92.471,40 fr. beliepen.

En dan had men nog “De korte Wandeling”. De volkstelling van 1901-1910 vermeldt als uitbater Felix Bulcke en vrouw Julia De Maeker. Na de eerste oorlog is dat gezin uitgeweken naar Sint Pieters-Kapelle en kwam handelaar in voeders en vetten Cyriel De Vos-Inghelbrecht het huis bewonen.

Telkenjare had er in het Nieuwdorp een aantrekkelijke wijkkermis plaats met een speciale bolling met vele mooie prijzen. Er werd ook muziek gemaakt met een trekorgel en ook met een piano en er werden ook volksspelen ingericht zoals mastklimmen (wat ik zelf nog heb gedaan), zaklopen, valiezenkoers, enz.

In het archief van onze harmonie zitten een paar originele rekeningen uit 1910 en 1911 over drank, die de muzikanten hadden gedronken bij Louis. Voor de negen traktatiën van die twee jaar betaalde men toen zegge en schrijve: 14 fr.

Maar aan alles komt een eind en in 1928 (Louis was toen niet meer zo jong) wordt er een punt achter gezet en gaat de herbergdeur dicht, zodat de bolders naar een ander lokaal moesten uitzien. Nog in datzelfde jaar kwamen zij met al hun hebben en houden naar de Dorpsplaats waar zij in “De Vier Gekroonden” ‘t Oud Haantje bij herbergier August Debree en vrouw Pelagie Driessens hun intrek namen, zich installeerden en verder hun liefhebberij konden beoefenen.

In 1935 werd de herberg volledig herbouwd en werd een nieuwe bolbaan aangelegd, maar met de mobilisatie viel eind 1939 iedere aktiviteit stil, ook al omdat men de bolbaan nodig had om er kolen te kunnen stapelen.

Het laatste bestuur was als volgt samengesteld:    1 hoofdman was Octaaf Schram; griffier, meester Karel Bogaert; deken, Henri Monteyne; baljuw, Louis Cadron; leden, Emiel Vlamynck, Karel Danneels, Frans Gryson en Leon Van Damme.

Voetnoot

1. Er is bij mijn weten geen enkel document bewaard gebleven, wel een paar foto’s. Er zullen nog wel meer bestuursleden geweest zijn.

De Boudewijnsvrienden

Pol Danneels

Rond de poldertorens
1993
03
099-099
Mado Pauwels
2023-06-19 14:39:17