Biografie van Charles-Joseph Serweytens

Michel Vanhalme

Inleiding

Naar aanleiding van het schrijven van een verhandeling over de Brugse sierplantenteelt werden we voor het eerst geconfronteerd met de figuur van Charles Serweytens de Merx.

Tijdens de gidsencursus werden we ook meerdere malen geconfronteerd met deze figuur. Deze twee elementen deden ons besluiten enkele biografische gegevens over deze figuur bijeen te brengen. Er werd voornamelijk gewerkt met onuitgegeven materiaal. Wegens het beknopte karakter van deze scriptie hebben we ons moeten beperken en verwijzen dan ook voor verdere lectuur naar de boeken van Maurits Coomaert. Het ligt dan ook in onze bedoeling de gegevens van Coornaert waar het kon aan te vullen met nieuw nog ongepubliceerd materiaal.

1. Genealogie van de familie Serweytens

François-Jacques Serweytens werd op 27 oktober 1739 in de Gentse Sint-Niklaaskerk geboren en overleed op de Sint-Gillisparochie te Brugge op6 april 1801. Hij trouwde te Brugge op 1 juli 1766 met Anne-Thérése van Huele.

François verliet Gent toen hij 19 jaar was en werd poorter van de stad Brugge op l5 juli 1759. Hij was reder-importeur en was schepen van het Brugse magistraat van 1787 tot 1792. Hij had 10 kinderen waar Charles-Augustin er één van was.

Charles-Augustin Serweytens werd op de Sint-Gillisparochie te Brugge geboren op 23 oktober 1777 en overleed te Brugge op 27 februari 1835. Op 4 september 1804 huwde hij met Marie-Françoise de Lesciuze (°1781-22 februari 1855). Hij ging voor de Fransen op veldtocht naar Italië. Was reder-importeur en werd consul van Noorwegen en Zweden. Tijdens de winter verbleef de familie in de Torenbrugstraat en in de Zomer op het nu verdwenen Stockhouderkasteel te Sint-Pieters in de wijk Scheepsdale. Charles-Augustin had 10 kinderen:

  1. Sophie geboren te Brugge op 31-7-1805, overleden te Calais-St-Pierre op 8-5-1859, zuster v.h. H. Hart.
  2. Louis, geboren te Brugge op 10 maart 1808 en er overleden op 14 oktober 1869, magistraat bij de rechtbank van koophandel te Brugge, kerkmeester in de Brugse Sint-Gillisparochie.
  3. Charles-Jean, geboren te Brugge op 13 juni 1809 en er overleden op 10januari 1810.
  4. Melanie, geboren te Brugge op 12 oktober 1810 en er overleden op 3 juli 1811.
  5. CHARLES-JOSEPH.
  6. Adele-Melanie, geboren te Brugge op 2O december 1813 en er overleden op 28 december 1873. Ze huwde te Brugge op 26 februari 1843 met Joachim Paulin Mans die later consul werd in Sydney.
  7. Jean-Edouard, geboren te Brugge op 4januari 1815 en er op 16 juni 1815 overleden.
  8. Marie-Agnes, geboren te Brugge op 9-8-1817 en op 17-6-1882 te Belleghem overleden. Ze werd kloosterzuster.
  9. Auguste, geboren te Brugge op 26 oktober 1818 en er op 7 december 1820 overleden.
  10. Annette, geboren te Brugge op 16 april 1822 en er overleden op 30 juni 1889, ook zij was kloosterzuster en stichtte twee kloosterorden .   (6)

2. Biografische gegevens over Charles-Joseph Serweytens

Charles Serweytens werd op 3 mei 1912 te Brugge geboren als zoon van Charles-Augustin en Marie De Lescluze. Charles-Augustin Serweytens, negociant van beroep, werd vader op 35-jarige leeftijd.

Zijn vrouw was 30 jaar. Op dat ogenblik woonde de familie in de Torenbrugstraat te Brugge.   7

Charles-Joseph Serweytens werd op 20-jarige leeftijd in goede gezondheid bevonden om zijn militaire dienst te volbrengen; hij mat toen 1e18 palmen.   8 Hij bleef wonen in de Torenbrugstraat tot 24-11-1842 en vestigde zich vervolgens in de Goudenhandstraat. Ondertussen trouwde hij te Brussel met Felicie-Cornelie-Marie-Ghislaine de Merx (1820-1902).   9 Na een tijd in de Goudenhandstraat gewoond te hebben, verhuisde de familie Serweytens-De Merx naar de Predikherenstraat.   10 Op 2 november 1850 verliet de familie de Predikherenstraat en vestigde zich te Scheepsdale op Sint-Pieters (juist buiten de Ezelpoort) waar Charles-Joseph bleef wonen tot aan zijn dood op 26 april 1864. De begrafenisplechtigheid vond plaats in de parochiekerk van Sint-Pieters op vrijdag 29 april om 11uur.   11  Bij zijn dood liet hij zijn vrouw en 7 kinderen na.   12

Charles-Joseph Serweytens was houtimporteur en grootgrondbezitter.    13 Dat hij houtimporteur was, werd bevestigd door een bouwaanvraag door hem ingediend met het oog op het installeren van een stoommachine voor een mechanische zagerij. Het document geeft volgende beschrijving: “... une machine à vapeur de la force de 14 cheveaux, avec chaudiêre à vapeur ‘une capacité de 5,965 mètres cubes, destiné à fonctionner â une pression de 3 atmosphères”. De machine mocht geïnstalleerd worden maar daarom kon ze nog niet inwerking treden: “La mise en usage de ces appareils devra être précedée d‘une autorisation spéciale, qui ne sera delivrée par le gouverneur que sur levu d‘un proces verbal dressé par le fonctonnaire chargé de la surveillance des machines à vapeur et constatant que toutes les dispositions prescrites ont été ponctuellement observeés...”.   14

Het grondbezit van Charles-Joseph Serweytens op het ogenblik van zijn dood was zeer aanzienlijk. Vermoedelijk was dit niet zo wanneer hij zijn huwelijkscontract sloot met zijn vrouw voor notaris Ronfiette uit Ixelles. Ze trouwden volgens het principe van gemeenschap van goederen wat laat vermoeden dat man en vrouw even rijk waren of beiden niet veel bezaten. Het was in de 19de eeuw gebruikelijk te trouwen volgens een contract met scheiding van goederen wanneer één van beide huwelijkskandidaten rijker was dan de andere.

Vermoedelijk voelde Charles Serweytens zijn einde naderen en stelde hij dan ook op 13 augustus 1862 zijn testament op: “le défunt a légué â la dite première soussigneé sa maison, magasin, scierie, jardins et autres dépendances, moyennant de bon voeux sa succession vingt mille francs pour la partie qui lui est propre, et â la communauté soixante mille francs pour les améliorations nouvelles constructions et nouvelles acquisitions. Que lors du partage des dites communauté et succession, il y aura lieu de décider si ces dispositions testamentaires pourront recevoir leur exécution ”In zijn testament werd aan Eugenie Kesteloot een lijfrente gegeven van 60 fr. per jaar.    15

Eugenie Kesteloot werd op 19 maart 1819 te Lichtervelde geboren en was de weduwe van een zekere Vande Pitte. Ze was de Vlaamstalige dienstmeid en kon lezen en schrijven. Ze woonde samen met de familie Serweytens.   16

Op het ogenblik van zijn overlijden was Charles-Joseph een rijk man. Te Brugge bezat hij drie huizen met daarbij 12 a. 60 ca. grond in de Goudenhandstraat en de Torrebrugstraat. Op de gemeente Sint Pieters bezat hij: “Une maison, avec scierie et magasins et un hectare quatre vingt quatre ares vingt centiares eau, jardins, pôture et cour, le tout situé à Scheepsdaele...”. Hij bezat echter ook nog twee huizen in de Spanjaardstraat en 61 a. 90 ca. tuin op Sint-Pieters. Deze eigendommen waren echter niet vrij van lasten: “Que les maisons... sont rêvées d‘un capital de vingt six mille francs somme laissée ès-mains du défunt pour assurer le service d’une rente viagère, constituée au profit de Mademoiselle Marie Serweytens, religeuse demeurant â Beerlinghem, suivant l’ acte passé devant le notaire Doudan â Bruges le 28 novembre 1839 ...ainsi que les maisons rue Espagnole â Bruges appartenant à la communauté et une partie de terre â St. Pierre sur la digue, grande quarante quatre ares quatre vingt centiares dépendant également de la communauté, sont grêvées d ‘ un capital de dixmille francs par restant, laissé entre les mains du dit défunt, pour assurer le service de la part de ce dernier, dans une autre rente viagère de mille francs par ans, constiuée au profit de la dite Demoiselle Marie Serweytenspar testament de madame veuve Serweytens”. Charles-Joseph bezat te Heist 150 ha. 16 a. 20 ca. bestaande uit duinen en 3 boerderijtjes die toen een waarde hadden van 8674,5 frank. Dat was een peulschil in vergelijking met de Brugse huizen met een waarde van 36503,750 fr. Verder bezat hij nog: een stuk bos te Heist, verschillende stukken grond te Knokke van 86 a. 30 ca., 50 a. 10 ca., 3 ha. 67 a. 11 ca., 172 ha. 85 a. 44 ca. bestaande uit: “Terre, cour, pâture et dunes avec quatre maisonnettes... “en de 40 ca. «.. .fonds bâti dont le moulins ‘y trouvent appartient â Charles Lecreins, boulanger de Knocke...”. Verder bezat hij ook nog 10 ha. 19 a. 65 ca. bos te Beernem.   17

Waar kwam deze rijkdom vandaan? Op deze vraag valt voorlopig nog moeilijk te antwoorden. We zijn echter de mening toegedaan dat het fortuin van Charles-Joseph Serweytens grotendeels afkomstig was van zijn vader. Volgens het testament van zijn moeder Marie Delescluse: “Ik wil dat myne twee zoonen Chis en Louis beiden deel en voor uit, het huis staende op de torrebrugge en het huis staende in de goudhanstrate palende aen maelkanderensullen mogen nader en voor ene somme van zesentwintigduizend francs. Zij zullen verplicht zijn hetzelve te assurrreren voor brandgevaer. Zij zullen aen hunne suster Mimi Serweytens haer leven gedurende moeten betaelen duizendfrancs 's jaers die reeds op het bovengemeld huis bezet is, naer het overlijden van Mimi Serweytens, zullen zij aen ieder Broeder en zuster (aen Sophie niet) moeten betalen binnen het jaer het deel van de zes en twintig duizend francs, indien er een broeder of zuster dood is, zullen zij verplicht zijn aen hunne kinderen het deel te betalen.

Louis en Chis Serweytens zullen ook mogen naederen buiten deels het huis en magazijn waet er fruyt en al het land daeraen palende tot St-Pieters op den dyk, en aen my tegenwoordig toebehoorende voor eene somme van sesthien duizend francx, zy zullen aen hunne suster Sophie Serweytens jaerljks moeten betaelen eene somme van duizent francx die reeds op het bovengemelde bezit is, naer de dood van Sophie Serweytens zullen zy aen ieder broeder en zuster (aen Mimie niet) of aen de kinders indien er een broeder of zuster dood waer, het deel van die zesthien duizentfrancx binnen het jaer moeten betalen”.   18 Louis weigerde zijn deel van de erfenis te aanvaarden waardoor deze bezittingen aan Charles toekwamen. We kunnen dus vermoeden dat Charles reeds een zeker fortuin had opgebouwd om deze erfenis te kunnen aanvaarden.

In de kustgemeenten Knokke en Heist kon men in de 19de eeuw een concentratie van het grondbezit waarnemen. Enkele kapitaalkrachtige families zoals Serweytens de Merx, Lippens en Piers de Ravenschoot kwamen of waren reeds in het bezit van uitgestrekte domeinen. Deze domeinen bestonden echter geheel of gedeeltelijk uit woeste gronden (duinen, schorren, ...). Charles-Joseph Serweytens was de eerste die poogde de inkomsten uit een dergelijk domein te verhogen door bij voorbeeld een landbouwexploitatie op te richten. Hoe het domein tot stand kwam en welke projecten Charles Serweytens uitvoerde wordt hier verder beschreven.

Toen Charles-Joseph Serweytens te Heist en Knokke ongeveer 300 ha. grond kocht, was er nog geen sprake van enige betekenisvolle toeristische activiteit. Beide dorpen leefden vooral van de landbouw en visserij. Op 1 september 1855 kocht Serweytens van Eduard Mamet een stuk duingrond van 172 ha. 78 a. 60 ca te Knokke. Eduard Mamet was met Marie van Heerswynghels gehuwd en koopman van beroep.

Bevestiging van dit feit werd niet gevonden in de minuten van notaris Termote. Veertien dagen later kocht Charles-Joseph een tweede stuk van om en bij de 116 ha te Heist. Deze Heistse duinen werden verkregen door erfenis van Franciscus-Antonius Frankin. Frankin stierf op 4 januari 1844. Na zijn dood kwamen de gronden in bezit van Isabella Wemaer, de echtgenote van Frankin en zijn kinderen.

Toen ook Isabella op 20 juli 1851 stierf, besloten de kinderen de gronden openbaar te verkopen. Frankin had de grond op zijn beurt gekocht bij openbare verkoop door het Bestuur van Registratie en Domeinen op 17 april 1820.   19 Toen Charles-Joseph Serweytens op 26 april 1864 overleed, liet hij zijn echtgenote en zeven -voor het merendeel minderjarige -kinderen na. Zijn weduwe oefende haar terugnemingsrecht uit over het volledige domein.   20

Zodra Serweytens het domein in bezit kreeg, wilde hij het exploiteren. Aanvankelijk werd het domein gebruikt als jachtterrein. Later probeerde hij het om te vormen en ging daarvoor onder meer te rade bij François Ardenois, een Brugs agronoom, die hem afraadde de grond te bebouwen.

Serweytens had geen oor voor de raadgevingen van de agronoom en wierf een 60-tal mannen aan die grond -en bebouwingswerken moesten uitvoeren. Er werden grachten gegraven, duinplanten, spar- en elzenbossen geplant. Waar nu het Zegemeer ligt, werd een modelhoeve opgetrokken.   21

Opdedrinck geeft er de volgende commentaar bij: “...construisit dans les dunes à proximité du village de Knocke, une importante ferme, admirablement aménagée. Trois routes furent tracées aux alentours de la pnétairie: 1‘une empierrée, se profilait du côté dumoulin vers le village, les deux autres bordées d‘ arbres, se dirigeaient à travers les mamelons duniers, une vers la mer, l’autre vers Heist. Vingt-six hectares de terre furent soustraits aux dunes et distribués en parcelles, entourées de diguettes piantées d‘ arbres; un fossé d ‘écoulement fut creusé de la lisière méridionale des terrains destinés dia culture. Dans le but de favoriser une ‘intéressante tentative du propriétaire, l‘Administration Communale, pendant trois années, dégreva de toute contribution foncière une exploitation dunière.”

Nu konden er rogge, aardappelen en voedergewassen geteeld worden.    22 Dit was echter enkel het resultaat van talloze zware offers. Charles-Jozef besteedde er zelfs een gedeelte van zijn fortuin aan. Bij zijn overlijden zagen zijn erfgenamen er van af, de zaak voort te zetten.   23

De interesse voor de landbouw van Serweytens is niet zo verwonderlijk. In de 19de eeuw koesterde men een zekere belangstelling voor alles wat vreemd was, ook voor vreemde, eigenaardige planten. De vader van Charles-Joseph Serweytens was lid van de Brugse Societeyt van Flora. Hij liet reeds in 1823 een serre optrekken naast het huis in de Torrebrugstraat, dat uitgaf op het water.   24 In 1848 kende men een groot voedseltekort. Dit werd veroorzaakt door de te snel stijgende bevolking en het mislukken van enkele oogsten. De landbouw verkeerde gedurende enkele jaren in een crisissituatie. Verschillende initiatieven werden op touw gezet om de landbouweconomie te redden. Vermoedelijk was het opzet van Charles-Joseph Serweytens een dergelijk initiatief. Hij was immers lid van de plantkundige sectie van de Société Provincial d’Agriculture, d’Horticulture et de Botanique de la Flandre Occidentale. De toetreding tot de vereniging kan enerzijds gebeuren omwille van het amusement of anderzijds omwille van de interesse. Beide redenen dienen in een breed kader gesitueerd. Via de diverse verenigingen werd er bij het publiek, in casu de cijnskiezers belangstelling opgewekt voor één of andere kandidaat van één of andere partij. Dergelijke verenigingen hadden niet altijd één welbepaalde politieke kleur. Van deze provinciale vereniging waren niet enkel liberalen maar ook katholieken lid. Daarom kunnen we stellen dat het lidmaatschap dienst deed als toegangs ticket tot een bepaalde “stand”. De vereniging diende als een soort propaganda middel zowel voor katholieken als liberalen.

Charles-Joseph Serweytens was ook lid van de Sint-Sebastiaan gilde te Brugge en lid van de Vrije Archiers van Sint-Sebastiaan te Sint-Kruis. Op 8 april 1839 was hij medestichter van de Brugse Handelsbeurs. In 1841 stichtte hij het literair gezelschap De Kunstliefde. Hij was ook voorzitter van de zangvereniging Sint-Cecilia. Op 29 maart 1845 zou hij lid geworden zijn van de Société de La Concorde. In 1860 was hij medestichter van het Grondwettelijk Verbond.   25

Bij de Brugse gemeenteraadsverkiezingen van 14 december 1846 stelde Charles-Joseph Serweytens zich kandidaat. Hij kreeg van de 183 stemgerechtigden 40 stemmen en was daarbij niet verkozen. Deze verkiezingen werden immers door de liberalen gewonnen. Bij de verkiezingen van 23 augustus 1848 geeft het liberale blad, Le Journal de Bruges volgende uitleg: “Plus de 200 noms sont mis en avant pour remplir la liste des 20 conseillers communaux. Les listes se croisent, s‘ entrechoquent; les noms les plus singuliers, les prétentions les plus ridicules se produisent...”.   26 De katholieken probeerden met alle middelen een liberale overwinning te verhinderen. Het is tijdens deze verkiezingen dat Charles-Jopseph Serweytens lid werd van de Brugse gemeenteraad.

Op 48-jarige leeftijd werd hij verkozen als onafhankelijk (katholiek) provincieraadslid voor kanton Brugge. Hij bleef dit tot zijn dood en doet zich vooral opmerken in de Raad door zijn Vlaams gezindheid.   27

Tot besluit kunnen we stellen dat Charles-Joseph Serweytens als Vlaams-katholiek de gronden te Heist en Knokke kocht met het doel deze voor landbouw beschikbaar te maken. Verder had hij dan ook geen uitstaan met de gemeenten Heist en Knokke. Hij was in de eerste plaats een man uit Brugge.

Bij zijn dood zetten de weduwe en de nakomelingen de landbouwprojecten van Charles-Joseph niet verder.

Een domein, gesitueerd in de duinen, kon immers moeilijk geschikt gemaakt worden voor landbouw doeleinden. Mevrouw weduwe Serweytens, kon in de 60-er en 70-er jaren van de 19de eeuw haar onroerende bezittingen voor andere doeleinden aanwenden toen Heist zich als badstad begon te ontwikkelen. Met de aanleg van de spoorweg kwamen dan ook de eerste potentiële kopers naar Heist.

Pas in de tachtiger jaren van de 19de eeuw begonnen de toeristen Knokke te ontdekken. In 1887 slaagden 3 vreemdelingen om een 30-tal hectaren grond nabij de zee gelegen, te kopen van de Zoute polder. Ze richten gezamenlijk een consortium op. Dit opzet kende succes en anderen, met name de familie Serweytens voelden er iets voor om het voorbeeld van het trio Van Bunnnen - Verwee Dumortier te volgen. Charles-Joseph Serweytens was toen reeds lang dood.

Voetnoten

6.   Ch. Van Renynghe De Voxvrie, Tablettes des Flandres, Brugge, s.n., 1960, Tome 8, p. 208-213.

7.   S.A.B., Burgerlijke Stand, Geboorten, 1812, nr. 429.

8.   S.A.B., Militie, Alfabetische lijst nr. 30. Deze lengtemaat hebben we niet decimaal kunnen omzetten.

9.   S.A.B., Bevolking, Telling 1830-1846, E 15121. / S.A.B., Bevolking, Telling 1830-1846, E15 1O/2_

10. S.A.B., Bevolking, telling 1830-1846, B4/17.

11. S.A.B., Overlijdensberichten.

12. S.A.B., Gemeentearchief Sint-Pieters-op-den-Dijk, nr. 25.
Marie geboren te Brugge op 1 mei 1843 en gehuwd met een zekere Dumont.
Caroline geboren te Brugge op 4 november 1845.
Leonie geboren te Brugge op 22 februari 1849.
Charles-Valerie geboren te Sint-Pieters op 27 maart 1853.
Pauline geboren te Sint-Pieters op 28 december 1854.
Isabelle geboren te Sint-Pieters op 25 december 1857.
Emest geboren te Sint-Pieters op 21 mei 1860.

13. L. Schepens, De provincieraad van West-Vlaanderen 1836-1921, Tielt, 1976, p. 556.

14. S.A.B., Gemeentearchief Sint-Pieters op den dijk, nr. 135.

15. R.A.B, Registratie en domeinen Brugge 1, Reeks 187, 1864, f_446.

16. S.A.B., Gemeentearchief Sint-Pieters op den Dijk, nr. 25.

17. R.A.B, Registratie en Domeinen Brugge 1, 1864, reeks 187, f_446.

18. R.A.B., Notariaat, L. Van de Putte (Fraeys H.), nr. 7, f.~ 1219, 3 december 1855.

19. C. Serweytens, Op. cit., p. 5.

20. Ibid. p. 6.

21. Ibid, p. 7.

22. Opdedrinck, Knocke-sur-mer, histoire et souvenirs, Knocke, 1956, p. 195.

23. C. Serweytens, Op. cit., p. 7.

24. S.A.B., Bouwvergunningen, 1823.

25. L. Schepens, Op. cit., p. 556.

26. Journal de Bruges, Jeudi 17 aug. 1848.

27. L. Schepens, Op. cit., p. 556-557

Bibliografie

1. Bronnen.

A. Bronnen in handschrift.

Openbare archieven:              

  • Rijksarchief Beveren-Waas.
  • Registratie en Domeinen Brugge 1.
  • Hypotheekkantoor Brugge 1.

Rijksarchief Brugge.

  • Notariaat

Stadsarchief Brugge.

  • Gemeentearchief Sint-Pieters op den Dijk.
  • Burgerlijke Stand.
  • Bevolking.
B. Uitgegeven bronnen.
  • Officiële bronnenpublicaties:
  • Bulletin Communal
C. Periodieken:      
  • Kranten.
  • Le Journal de Bruges.
  • Het Brugsche Vrije.
  • De Gazette van Brugge.

2. Literatuurlijst.

  • Ballegeer, J., Gids voor de zwinstreek, Antwerpen, 1986.
  • Beausaert, B., De ontwikkeling van Knokke als badplaats: de aanleg van de nieuwe woon- en villawijken (1887-1940), Gent, R.U.G. (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 1984-1985.
  • CoornaertT, M., Knokke en het Zwin, Tielt, 1974.
  • Dekeyzer M., Heist van Vissersdorp tot Badstad, Heist-Duinbergen, 1969.
  • Dendooven L., Aantekeningen over de Nieuw-Hazegras-Polder te Knokke 1784-1965, Tielt, 1968.
  • Devlieger L., De Zwinstreek, Tielt, 1970.
  • D’Hont A., Dagklapper uit Knokke, Tielt, 1970.
  • D’Hont A., Knokkenaars, s.l., Cnoc is ier, 1982.
  • D’Hont A., 100 Jaar Knokke-Badplaats 1880-1980, s.l., Cnoc is ier, 1981.
  • Gobbyn R., Te kust en te kuur, badplaatsen en kuuroorden in België l6de-20ste eeuw, Brussel, 1987.
  • Lannoy D., Het Knokke van toen, Brugge, 1985.
  • Lannoy D., Van Polderdorp tot Badplaats, bijdrage tot de geschiedenis van Knokke, Knokke, 1976.
  • Nollet J., Heyst-aan-Zee en zijn verleden, Brugge, 1909.
  • Opdedrinck J., Knocke-sur-mer, Histoire et Souvenirs, Knocke, 1956.
  • Serweytens De Merckx Ch., Bijdrage tot de geschiedenis van Heist, Knokke, Duinbergen en Albert-Plage, s.l., 1963.
  • Tanghe G.F., Parochieboek of Beschrijving van Heist, Brugge, 1861.
  • Van Caillie D., Historische Schets en Beschrijving der Watering van “Valkaertsgote” in de gemeenten Knokke en Westkapeile, Brugge, 1943.
  • Van de Vyvere A. & Verhaeghe L., Mémoire présenté â la Cour d’Appel de Gand, 2 iéme Chambre civile en cause de l’Etat Beige contre le Haezegras-Polder et le Zoute-Polder, Gand, 1907.
  • Van Den Heuvel J., Duinbergen, geschiedenis van de H. Familieparochie, Brugge, 1987.
  • Vanhalme M., Sierplantenteelt te Brugge in socio-cultureel en economisch perspectief 1807 1914, Gent, R.U.G., (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 1990.

Biografie van Charles -Joseph Serweytens

Michel Vanhalme

Rond de poldertorens
1993
02
054-061
Mado Pauwels
2023-06-19 14:39:17