Ik heb hier in deze school veel gelukkige dagen gekend ...

Meester Retsin over de schoolbarak van de Oosthoek.

2018 08 23 113414

Jos. Retsin

Heden, vertel ik U wat over de stichting en de ontwikkeling, met hoogtes en laagten, van een kleine, simpele gemeenteschool, op een uithoek van de gemeente, onze dierbare “Oosthoek”. De kinderen, jongens en meisjes waren van een gezond, sterk ras; levendig, vrolijk en blij. Niet altijd braaf, maar gewillig en openhartig. Ze voelden zich hier als thuis. Ik heb ze altijd, allemaal, heel gaarne gezien. Het speet me telkens zeer, als ze na het groot verlof, de grote scholen in het dorp gingen bezoeken. In September '31 werd de schoolbarak geopend, omdat enkele mensen met kleine kinderen, een school hadden aangevraagd, aan burgemeeser Frans Desmidt. Deze grote volksvriend en stoer werker, is doodjammer genoeg, met zoveel andere, allerbeste Knokkenaren, ver van huis verdreven en er met verscheidene dorpsgenoten, overleden in het vijandelijke land. Onder het burgemeesterschap van Graaf Lippens, werd een reusachtige begrafenisuitvaart gehouden; waarin honderden bloemenkransen werden gedragen, en gans Knokke, oud en jong, stilzwijgend en rouwend er in meestapten.

De school ging open. Erin, stond niets. Noch banken, noch schoolgerief. Een paar jongens en meisjes kwamen bedeesd kijken. Meester, mogen wij hier ook naar school komen, a.u.b.?

Het was een zeer zonnige Septemberdag. Wij zetten ons onder de tronken in de schaduw, met onze voeten in de droge gracht. Ik vertelde over Roodkapje en Sneeuwwitje. Ze mochten het navertellen en spelen. Ook de djongens waren heel gaarne Roodkapje en Sneeuwwitje. 's Middags zond de door alle onderwijzers, zo geëerde en sympathieke directeur, Gaston van Steene, enkele banken en wat schoolgerief.

De barak was oud, versleten en vermolmd. Ze ha jarenlang aan het Yzerfront gestaan. Daarna in de stedelijke meisjesschool. Nu stond ze hier. In de Zomer trokken de planken open, en mieken overal reten en spleten. Als het waaide in September, kwam de wind zingend en soms huilend naar binnen, de kinderen en ik regelmatig een valling bezorgende. Eens bracht een kind wat watte mee, om in haar oren te steken. 's Anderendaags, zat de halve klas met watte in de oren, en het waaide niet meer. Miljoenen houtwormen vonden het blijkbaar een paradijs, om in het hout van de barak te wonen. Om het zich lekker en fijn en knusjes te maken, waren ze dag en nacht aan het knagen, tot groter ergernis van onze conciërge, Jef en Zulma, later Alida, die onvermoeid alles deden om de school net en proper te houden. Tevergeefs, want elke morgen lag er een laagje vermolmd hout, stof en poeder op banken en lessenaar. Eens stormde het geweldig. De steunbalken kraakten, de school begon te wiegen Er werden door de stadswerklieden stutbalken gezet. Nadien, bij iedere hevige wind, wreven planken en latten tegen elkaar, en veroorzaakten een boos en onheilspellend geluid, dat de kinderen ongedurig en zenuwachtig miek. Onze burgemeester Graaf Lippens, deed het bijna onmogelijke om te helpen. Hij ging verscheidene malen persoonlijk naar het Ministerie te Brussel, en besteedde er zijn kostbare tijd, om daar de heren te overtuigen, een nieuwe school te laten bouwen. Ook de heer Vermeulen, staatsinspecteur, als een zeer toegewijd, bezorgd en onvermoeid werker, vestigde vele malen de overheid, op het gevaar dat de leerlingen liepen in deze school. Hier begon nu de lange lijdensweg voor het bouwen of uitbreiden van een gemeenteschool.

2018 08 23 113448De barak voor de wijkschool van de Oosthoek werd in september 1931 geopend, een souvenier van het Ijzerfront.

Het duurde 4 tot 5 jaar, voor alles in orde kwam. Gelukkig, nu staat ze hier, deze schone, luchtige, klare school, te midden het groen, de bloemen, in de wijdse open lucht van de Vlaamse vlakte; bij bos en duin.

Onze collega, volksdichter Ward Vervarcke, bezong deze streek zo schoon.

Aan de voet der duinen, met hun hoge kruinen,
Is het leven wonderzoet.

Haasjes en konijntjes; grote, en vele kleintjes;
O, wat smaakt het peuzlen goed!

Aktiviteiten: toneel, muziek, reizen

Elk jaar deden de kinderen mede aan het schoolkerstfeest. Het peil stond wel niet hoog. Ze deden echter vlijtig wat ze konden. Met de medehulp van mijn collega's Borghijs en Cornelis, speelden we kleine stukjes, bij Moeder Siska. Later, met mevr Van Bouwel als onderwijzeres in onze school, en met haar man, een groot toneelacteur en kenner, gaven we heel plezierige werken ten beste. Velen, zelfs van uit Knokke, kwamen kijken. Ook burgemeester Desmidt en schepen Deckers waren er altijd.

Mr Bossuyt, een rijke villa bewoner; en groot kindervriend, gaf de school trommels en instrumenten. Een fanfare werd gesticht. Was het in het begin, een gebral van je welste. Weldra konden ze enkele eenvoudige, schone stukjes ten beste geven. Ze leerden ook de Brabançonne spelen. Op een dag trokken we, vele ouders vergezelden ons, naar Brussel. Al trommelend en spelend marcheerden we de Boulevard Botanique op, de rue Royale in, recht naar de onbekende soldaat. Een paar meisjes legden er een ruiker Zwinnebloemen neer, en de Brabançonne werd gespeeld. Om geen valse noten en wanklanken uit te balken hadden we, bij deze die geen of weinig gehoor hadden, een kurk in het instrument gestoken. Wij kwamen uit de crypte, de trappen op. De hoofdkommissaris van politie wachtte ons op. We kregen een proces. 1e We hadden geen toelating van de Burgemeester van Brussel aangevraagd. 2e Brussel was 6 maand in rouw, door het overlijden van onze zo geliefde koningin, Astrid. De kinderen trokken dan verder, hun instrument onder de arm, om het paleis van de koning te zien. Ze kregen een diner in het Restaurant de la Monnaie. Het was een onvergetelijke dag geweest. Weken lang spraken ze er nog over. Mr Bossuyt heeft nadien te Brussel, alles kunnen effen klappen.

2018 08 23 113508De klas van de kindertuin midden de stutbalken, die na een hevige storm aangebracht werden.

Schoolreizen: Ieder jaar gingen we met de klassen van Mr Borghys en Cornelis, te voet, langs de zee naar Kadzand. De kinderen aten en speelden er; en we kwamen langs de binnendijken terug. Van burgemeesters Lippens en Dr Mattelaer kregen we een reistoelage. De kinderen reden kosteloos, de ouders betaalden wat. Zo ging het naar Duinkerken, Calais, Boulogne. Ook eens rond het eiland Walcheren. Natuurlijk naar de dierentuin te Antwerpen. Er speelde een groot militair muziek. In de pauze kwam een der militaire muzikanten, naar ons. Het was André Sys uit onze Oosthoek, en oud lid van onze fanfare.

De school heeft bloeitijden gekend, als er op de wijk veel geboorten waren; en ook hele donkere jaren, met in de kindertuin eens 1 kind, en 5 bij mij.

Ere-burgemeester, Dr Mattelaer heeft gedicht “Nooit de moed opgeven”. Dat deed ik ook niet. Want: To be or not to be; that's the question.

En de school groeide naar het geluk

Gelukkig waren ook de “Ouden van Dagen” uit de Oosthoek toen ze allen te samen in de school, een aangename namiddag, in feeststemming, konden doorbrengen. Het was een opzet van burgemeester, Graaf Lippens, die een deel der onkosten betaalde. De schepenen Herman Aernoudts en Pierre Van de Velde, vertegenwoordigden met sekretaris Claeys; het gemeentebestuur. Schoolgebuur Charles Dumolijn en de in de Oosthoek zo populaire Jules Deschepper, hielpen het feest inrichten. Zulma de conciërge en mijn vrouw, zorgden voor de lekkere koffie. De koeken werden door schepen Van de Velde geleverd. De oudjes zongen, dronken en dansten, het hart boordevol, verblijd van vreugde.

2018 08 23 113529Dit was de klas voor alle leerjaren samen, van aap-vuur-peen tot abc, de tafels van vermenigvuldiging, Adam en Eva, van Napoleon, enzovoort, vooral van meester Retsin.

Enkele Anekdoten uit de school

Mevrouw de Gravin, bracht eens naar de school, een heel mooi prentenboek. Sprookjes van Andersen. Het laatste uurtje de Zaterdag, las ik erin voor. De kinderen mochten de plaatjes bekijken, en op hun manier er over spreken en navertellen. Het boek heeft meer dan 10 jaar meegegaan; de prenten waren letterlijk vaneen beduimeld. Mevrouw, had ook een grote, schone, prachtige hond die haar vergezelde. Een braaf dier. In het Engels werd hij aangemaand voor de deur te blijven zitten, terwijl Mevrouw de school bezocht. De kinderen bleven op eerbiedige afstand toekijken, een beetje bang, maar bewonderend. 2 – 3 weken nadien, was er les over het huisdier, de hond. Wij hebben een slimme hond, zegde er één. Hij liep mee met mijn broer naar het dorp, en kwam alleen naar huis terug. Een ander kind vond de hunnen de slimste. Meester, hij kwam naar huis, met een konijn in zijn muil. Het had een platte kop en de voorpoten hingen er nog half aan. Mijn vader zegde, hij is overreden van een auto. Meester, ik weet de slimste van al de honden, riep een kind. Die van Madame van onze burgemeester. Die grote hond kent Engels, en mijn vader zegt: Madame spreekt er altijd Engels tegen.

Kannunnik de Spot uit Brugge, was een edelman; zeer geleerd, altijd vriendelijk en gemoedelijk van omgang met de kinderen. Hij was inspecteur over de Godsdienst, en kwam ieder jaar ook naar onze school. Eens vroeg hij aan de kinders: maar wie heeft nu eigenljik de eerste zonde gedaan. Eva, mijnheer de pastoor, zei een kind. De inspecteur draaide zich naar mij, en zegde guitig. Voilà meester. Honneur aux dames.

De kinderen moesten elke maand naar de biecht. Ik had een lijstje opgemaakt van al de gruwelijke zonden, die ze zouden kunnen gedaan hebben. Vloeken, liegen, stelen, in hun bloot vel lopen, of kijken naar anderen die zo liepen. Smijten met stenen naar paarden of koeien in de weiden, lachen met oude mensen. In de rogge lopen. Patatten of rapen uittrekken. Naar de mis niet gaan de Zondag. Niet doen wat vader of moeder zegt, enz. Eens kwamen 2 – 3 meisjes 7 – 8 jaar me zeggen. Meester mijn moeder zegt dat ik naar de biecht niet moet gaan. Ik heb niets misdaan. Ik zei, hewel, zegt dat ge een suikertje gepakt hebt, dan zijt ge er van af. Twee weken nadien komt de onderpastoor in de klas, de kinderen ondervragen over de catechismus. Opeens zegde hij mij. Maar à propos, meester, uw kinderen doen hier niets anders dan suiker stelen. Ze biechten allemaal hetzelfde. In de andere klassen worden ze toch beter voorbereid, voor het sacrament van de biecht. Ik legde het hem uit, en voegde erbij. Die meisjes hebben het zeker rondverteld. Ik vroeg, en welke zonden biechten dan de andere kleine klassen. Ge weet toch dat ik uit de biecht niet mag klappen, antwoordde hij. Een tijdje daarna was het terug biecht. Na mijn zondenlijst te hebben besproken, zegde ik: als ge niet weet wat te biechten, niet allemaal hetzelfde zeggen, dat ge een stukje suiker gestolen hebt. Denk wat er in moeders keukenkast ligt, om op te eten. Biecht daar dan iets over. Teruggekomen uit Knokke-dorp vroeg ik hen. Hewel, allemaal suiker gepakt? De vinger ging omhoog. Ik niet meester. Ik pakte een appel; ik een stuk chocolade, ik een stuk zoetekoek, ik een koekestuit, ik een schep confituur. De laatste een jongen, een beetje deugniet zei: ik heb een haring gepakt, en de onderpastoor vroeg waar mijn moeder dan was. Hij zweeg. Hewel, waar was ze? Meester, ik heb gezegd: ze zat op het vertrek.

In '37 of '38 waren de kinderen eens rustig voetbal aan 't spelen gedurende de speeltijd. Opeens stonden ze stil en wezen luid roepend, met hun arm naar de zeekant. Een paar kwamen opgewonden mijn hand nemen en trokken me mede. Meester, kom rap kijken, er vliegt een grote worst boven de zee. Het is lijk een sigaar. Inderdaad, een Duitse Zeppelin, vloog tamelijk laag buiten de kustwateren Nederland toe en vandaar naar Duitsland. Het was voorzeker de “Hindenburg”. Boven Frankrijk en België mocht hij niet vliegen. In de klas wilden de kinderen er meer over weten. Ze kenden van op de kermis een ballon. Als ze hem loslieten ging hij direct omhoog de lucht in. In een Zeppelin zitten duizenden balonnen. Er zijn motoren aan, als bij een vliegtuig, daardoor vliegt hij waar bij wil. Ik vertelde hen dat madame Lippens, als ze nog jong was, mee gevlogen had naar Brazilie, ver, ver over de zee. Ik had in 27 of 28 de verslagen over de reis gelezen, in Het Laatste Nieuws.

2018 08 23 113553Op 10 september 1966, meester Retsin toegejuicht door Graaf en Gravin Lippens en ere-burg. Mattelaer. Met Nathalie Nellens, die in hem een grote steun vond voor haar actie voor melaatsen in Indië.

2018 08 23 113626Op 29 maart 1966 werd Joseph hulde gebracht op het stadhuis. Achteraan vlnr Leon Verheye, schepen Van Parys, burg. Lippens, secr. Claeys, sch. van de Velde, Fevery, Delannoit, sch. Mattelaer, Lierman, sch. Aernoudts, Cattrysse. Vooraan dir. Van Outryve, mevr. en J. Retsin, dir. Van Bouwel.

Gemeenteschool Oosthoek Knokke

Retsin Joseph, Geboren te Harelbeke op 13.3.1906. Studeerde aan de Rijksnormaalschool te Gent - behaalde er het diploma van onderwijzer in 1926.

Na te Vlissegem en te Westkerke, als plaatsvervanger gefungeerd te hebben, kwam hij in 1930 naar Knokke. Hij was plaatsvervanger voor Mr. Borghijs en Mr. Cornelis en gedurende de ganse militaire diensttijd van Mr. Van Outryve, de latere schooldirecteur.

Hij trok in september 1931, als schoolhoofd naar de gemeenteschool in de Oosthoek. Deze werd pas gesticht in een barak, die er zou blijven tot in 1953, toen het huidige gemeentebestuur er de mooiste en modernste school van heel de kust liet bouwen.

Bijna alle leerkrachten uit de Stedelijke meisjesschool hebben bij meester Retsin hun eerste schreden in het onderwijs gedaan. In totaal zijn het er 24 geweest die er allemaal even gaarne werkten.

Met de familie Van Bouwel-Poppe werd er aan volksontwikkeling gedaan, en in de winter bij "Moeder Siska" prachtige toneelopvoeringen gegeven, die zelfs door velen uit de randgemeenten van Nederland bijgewoond werden.

Een mecenas uit het Zoute, de Heer Bossuyt, stichtte in het kleine schooltje een scoutsfanfare. Dit muziekje stapte mee in de bloemenstoeten te Knokke en te Heist. Frans Vande Velde werd voorzitter van de scouts en René Gunst muziekleider.

De kinderen wilden weten; als men daarop kon eten, slapen, spelen, ver kon kijken, terug komen naar huis. De jongens wilden direkt mee, de meisjes durfden niet en werden uitgelachen. Het laatste uur de Vrijdag, was het altijd tekenen. De Zeppelin werd de grote vedette. Ze tekenden zichzelf erin, vader, moeder, broers en zusjes, madame Lippens stond er ook bij en Mijnheer ook. Verder nog een velo, een hondenkar en andere dingen waarvan ze hielden. Een kind had zelf hun geit boven op het dak getekend van de Zeppelin. Maar kind, ze zal er toch afvallen. 't Is geen waar Meester, want ik heb ze vast gebonden. Thuis doe ik dat ook altijd, want ze loopt overal in. Het idee had succes, seffens werden er bij eenieder nog een paar koeien of een paard bij getekend. Het werd de ark van Noë.

De kinderen waren met hun tekening zeer gelukkig; vooral als ze aan de muur mocht hangen ten toon.

De Zeppelin hebben we nog twee maal gezien.

2018 08 23 113643Een herinneringsgeschenk van burg. Leon Lippens voor de meester van de Oosthoek.2018 08 23 113656

Het doet mij altijd plezier, als ik iemand die nu al grootvader of grootmoeder is, hoor zeggen. Meester, van al de scholen waren we het liefst, in de barakke school.

Meester Retsin over de schoolbarak van de Oosthoek

Jos Retsin

Cnocke is Hier
1989
26
009-019
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:33:01