Knocke prentenboek - 1880-1900
Edgard Auguin 1880 - Verzameling Cnoc is ier
Edgard Auguin 1885
Edgard Auguin heeft de tijd gekend van de zondagsrijders die tussen 1885 en 1895 op de ezel gezeten vanuit Heist een eerder avontuurlijke uitstap naar Knokke maakten, tot bij de Chinees naast de vuurtoren.
De Fransman Auguin was schrijver en tekenaar en schreef verschillende studies, zo over de Belgische badplaatsen, het vierde en laatste deel geweid aan "Heist tot de Hollandse grens", verschenen in 1899, handelend over de oorsprong van Knokke met de eerste toeristen. Ook over de ezels, die een bijzondere aantrekkingskracht schenen uit te oefenen op Auguin.
Henry Cassiers 1884
Hij zat in de duinen toen bovenstaande "Luikse familie" opdaagde: "Niets is plezanter en meer verrassend. Men merkt eerst twee lange oren, dan twee ogen, de hals. Dan steken een vrouwen- of een kinderhoofd boven, dan benen. Geleidelijk uit de helmbossen, steeds groter wordend".
“De Grauwtjes lopen als op een tapijt; we horen niets dan schatergelach van onder de strooien kappen met blauwe of witte sluiers”. – Henry Cassiers zag de ezelrijders toen ze reeds op het strand van Knokke gearriveerd waren.
Henry Cassiers 1885
Henry Cassiers, tekenaar van vele merkwaardige steendrukaffiches, was met Jean d'Ardenne (Léon Lammertin - Spa 1839-1919) mee om de kust te tekenen van Duinkerken tot Domburg. Van Cassiers is dan dit panoramisch zicht (boven) dat het zowat toevallige strand met uitbatingen bij de vuurtoren in 1885 toonde. De gebroeders M. en A. Heins waren hen nog voor geweest voor de eerste gids en zij waren nader bij het Knocke-Bains in 1883 (onder). Toen was er de allereerste badkar verschenen, uit Heist ontleend.
A. Heins 1883
Edgard Auguin 1885
Zo was dan echt Knocke als eerste badplaats bij zee, op het strand de palen om de ezels vast te maken. Als aantrekkelijkheid was naar de vuurtoren toe een uitkijkpost, om nog beter Vlissingen te kunnen zien. Aansluitend stond een Chinees op een paal als windwijzer.
E. Wessel 1888
De naam van de Duitse tekenaar E. Wessel kan onthouden worden met het boek van pastoor Opdedrinck, waarvoor hij de illustratie maakte, in het bijzonder naar doeken van vuurtorenwachter Franz Lützenrath. Van Wessel, die zijn laatste oude werkjes in 1971 aan de gemeente schonk, zal men vooral de indrukwekkende affiche bij de inhuldiging van het stadhuis in 1913 onthouden. Het was ook het jaar van het boek van Opdedrinck.
De vuurtoren kwam op het duin in 1872. In de buurt stond de oude wachtpost van de Oostenrijkers, later van de Fransen. Hier bouwde Dries Verheye nog een verdieping op. Vooral toen hij in 1885 konkurrentie gekregen had van vuurtorenwachter Lützenrath en zijn barak in het teken van Kongo wat lager aaneengetimmerd. De loods met de reddingsboot vormde de overgang naar het barakje dat bakker Lievens de mooie naam van Marguerite meegaf.
"Knokke-Bad kon toen wel niet veel meer geweest zijn dan het doel voor een uitstap. Men maakte er een oponthoud in een der herbergen, om de ezels wat rust te gunnen en om de drijvers een druppel jenever te betalen. Dat wisten de ezels zelf ook best, want ze gingen als vanzelf plaatsnemen aan de balie, waar wat uitgedroogd gras lag".
E. Wessel 1888
De Pavillon du Phare (boven) werd reeds in 1880 door Dries verheye ingericht en twee jaar later bouwde Franz Lützenrath Au Congo (onder).
E. Wessel 1888
Charles Lievens, de bakker, zag ook brood in zand en zee en kwam als derde in 1885 La Marguerite (boven) uitbaten, een houten trap naar het strand. Tot dan Van Bunnen afgezakt is om tegen 1890 al deze gezelligheid weg te vegen. Reeds werden in de duinen de eerste villa's gebouwd.
Met Verwee en Dumortier werd in 1887 de eerste promotiemaatschappij opgericht.
't Begin van 't einde van het mooie duinenlandschap.
Henry Cassiers 1887
Edgard Auguin 1898
In 1888 werden de eerste villa's ook langs de Weg naar Zee gebouwd, de Fleur des Dunes van Verwee, de Marie, Louise en Napoléon van Louis Van Bunnen. En aan zee kwam de villa Ten Anker van de Antwerpse zeekapitein De Paepe, op pensioen en liefst aan zee. Het werd toen reeds 1890. Van Bunnen trok het eerste grote hotel op de duinen op, het Grand Hôtel dat in hetzelfde jaar kon openen. De oorspronkelijke eerste Knokse uitbaters rond de vuurtoren, kregen bevel hun barakken af te breken, zonder meer, want ze stonden op grond van de nieuwe eigenaars, Verwee-Van Bunnen-Dumortier, die 35 ha duinengrond aangekocht hadden voor 35.000 fr. Amper meer dan 10 centiem per vierkante mater. Om te dromen, - maar het was in 1887: de prijs van een pint.
Terwijl de ontzanding verder dreigde, diende dringend een stenen zeedijk aangelegd te worden. Deze werd dan in 1890 ook gebouwd over 500 m., op bovenstaande tekening van Auguin, duidelijk vanaf ter hoogte van de Leopoldlaan van nu, tot verderop oostwaarts. Op de dijk het Grand Hôtel de Knocke met de villa Ten Anker, voorbij het plein in 1898 reeds nieuwe konstrukties. De badkarren kwamen westwaarts van de dijk. Tien jaar later was het centrum (onder) weer voor de vuurtoren gekomen, maar het strand werd reeds op onrustwekkende wijze aangevreten door de zee.
E. Wessel 1910
E. Wessel 1885
Het schilderachtige dorp had een grote aantrekkingskracht uitgeoefend op de kunstenaars. Maar na hen, eens als de toeristen in het spoor volgden, zou het nooit meer zijn zoals voorheen. De oude dorpskerk zou nog lang de tijd overleven, maar meer dan het torentje is uiteindelijk niet overeind gebleven.
A. Heins 1880
Henry Cassiers 1885
Het was de weg naar de duinen, ook de Duineslag geheten, van de molen weg een pad in de richting van Heist (onder). Te Knokke kwam in het dorp de eerste villa op de hoogte van de Graaf Jansdijk, Duivekot, met zicht op de molen van Van Damme, beneden de gaaipers van St-Sebastiaan, op het einde van vorige eeuw.
E. Wessel 1886
E. Wessel 1900
Er is zo veel dat men zou kunnen vergeten, maar dan bewaard is gebleven met de tekeningen van enkele kunstenaars in het Prentenboek van Knokke. Zo het oude Zoekte beneden de duinen op de rand met de magere polder (boven), waar de Byls of Viaene's woonden als één grote familie. En verderop draaide in de Oosthoek de molen van Devos, die met Francisca Fincent trouwde. Zij zou er het eerste wafelhuis openen (onder). En toen de oude molen omverwaaide, liet moeder Siska met de winst van ’t seizoen er een nieuwe bouwen voor manlief. Hier was ook de kern van het floriserende Siska-bedrijf, van moeder op zoons en dochters, de Oosthoek rond.
Einde