Een roman wordt soms door... schilders geschreven

Emile Buysse

2018 06 22 164239E. Wessel

Roman van Knokke-Zoute”

Voor mij is Knokke een wonder.

Of, als dat een te groot woord is: een heel wonderlijk iets, in de vorm van een roman. Maar dan een roman waaraan door véle kunstenaars, met vereende krachten, geschreven is – en zij wisten 't niet eens. Het is een boek waarin ge ook lezen kunt, ècht lezen, maar niet al te veel. Voor de rest moet ge kijken, dromen, luisteren en geuren opsnuiven. Ge moet er voor gaan zwerven aan de “zelfkant” van Knokke, waar Westkapelle in de badstad overgaat, en waar het bittere parfum over hangt van gras èn kolensmoor, bij de steenovens, waar de brikken gebakken worden voor de villa's en de appartementen van zeekant en Zoute. Ge moet ook in het zand gaan liggen, met het gelaat op de handen en de ogen toe, om de melodie te vernemen die de tijd vergezelt, en die de adem is van gisteren, vandaag èn morgen. Ge moet eveneens gaan luisteren naar het barokke draaiorgel van een der allerlaatste caroussels, als ’t kermis is op de Markt, op een zomeravond, en de koelte van de zuivere nachtlucht moet wijken voor de penetrante reuken van gepoetst koper, mazout en oliebollen.

Van de roman van Knokke kende ik maar heel weinig, al voelde ik intuïtief wèl dat er iets innigs van uitging. Ik vòòrvoeIde het schone, – en toen de openbàring kwam, was ik wèl ontroerd, maar niet geslàgen van verrassing. Ik wist dàt het zo zijn moest, toen ik met een glimlach... “de schilders van Oud-Knokke” ontdekte, op de tentoonstelling van zomer 1951 in “La Réserve”. Er zijn van die tentoonstellingen die niet zouden mògen verdwijnen. Dit was er zo een. Want hier was het werk bijeen van hen, die Knokke niet alleen daadwerkelijk als eersten hebben bevolkt in de periode waarin de bàdplaats werd gevormd, maar die Knokke nààm en gestalte hebben gegeven – in België, in de wéreld.

Gij, die van Knokke houdt, gij kent Alfred Verwee en Paul Parmentier, Louis Artan. En Theo van Rysselberghe, in verband met wie men terecht zegt, geloof ik, dat nièt Verwee maar hij het is geweest, die de liefelijkheid, de wijdheid en de fèl-atmosferische ruimten van Knokke, anno 1880, misschien een jaar éérder zelfs, heeft ontdèkt. Maar kent gij nààm en werk van Louis de Burbure? En àls gij ook die kent van Franz Courtens, goed, maar kent gij die van Florimond van Caillie, Jean Claessens, Willy Schlobach, Adolf Dillens, Henri van der Hecht? En ik ga voort met het noemen van hen, die aan de roman van Knokke hebben geschreven, Auguste Musin, en Franz Charlet, Franz Binjé niet minder en Firmin Baes, maar ook Rodolphe Wytsman en Fernand Toussaint, Paul Hermanus, en die wonderlijke leerlinge van Blanc-Garin, die Marguérite Verboeckhoven is geweest.

Naar Félicien Rops heeft Knokke, begrijpelijk een pàd genoemd, maar wie denkt nog ooit aan Richard Baseleer, aan Maurice Wagemans of Geo Gernier? Ernest Blanc-Garin, jàwel, een van de oudste meesters onder hen die verliefd-gepassioneerd hun schildersdrift botvierden, met een rijke veelheid van kleuren op 't uitnodigend-blanke schilderslinnen. Maar kent gij Isidoor Verheyden’s werk, of dat van Leon Philippet, Leon Dardenne, Emile Duyvewaardt? Ik zie u het hoofd schudden, en neen, gij kent wellicht ook Henry Cassiers niet eens meer... en toch was hij dè man, die, naast zijn vele tableaux “over Knokke”,... de éérste waardevolle gids voor de Belgische kust, Knokke ruimschoots inbegrepen, geïllustreerd heeft: een boek van formaat van Jean d’Ardenne; 106 tekeningen van Henry Cassiers... èn al in 1888 uitgegeven. Lieve hemel, wat hebben zij gewèrkt, de pioniers van dierbaar Knokke, gewèrkt in hun enthousiasme ervoor,... al zouden zij zèlf misschien liever hebben gewild, dat nièt de mensenstroom daarheen was geleid, want die verdreef henzèlf, de schilders, de zorgeloze genieters van de éénzaamheid-in-kleuren. En toch is 't zo gegaan, en zijn zij gevlucht, de een na de ander, ook Cassiers, om het veelal verderop te zoeken, onder Zeeland’s hoge luchten, gelijk ook Baum, Dreidorf en Schlobach, die “schilderdorp Knokke” een uniek vervolg hebben gegeven: in Sint-Anna ter Muiden, even over de Nederlandse grens gelegen, Schlobach heeft er vele jaren gewoond, evenals de genoemde beide Duitsers, en ook nog een Knokse Parmentier, die er gestorven is zelfs...

Allemaal tussen 1904 en 1914, toen 't er nog helemaal kleurenweelde en goudgesponnen stilte in de zon was. Hoog gras en bijna manshoog koren rond oude boerderijen, en niets dat de stilte verbrak, dan 't dwaze schuifeltje van de tram, of als het middag was, het kleine klokje van de noen... Maar dàt is een andere historie.

Knokke! Cassiers dus, maar ook Jan Verhas, en Dolf Van Roy, Paul Verdussen en Ferdinand Coenraets. Een van de lààtsten, die zijn inspiratie zocht en vond, uit diè pioniers-periode bedoel ik natuurlijk, moet Jean Gallant geweest zijn, en nog Louis Ludwig, die er, meen ik, gestorven is, in Knokke,... Knokke waarvan ik zeggen kan, en moèt, dat er geen plààts is op 't Belgisch grondgebied, die zo hartstochtelijk is bezongen-beschreven, in een paradijs van kleuren, als Knokke. O, er zijn er nog zoveel andere – ik ben er van overtuigd, dat ik ze niet allemaal kèn zelfs. Ferdinand Deleval, Prevost,... van wie vrijwel nièmand iets weet, alsof hij werd opgenomen door een reusachtige hand, en geslingerd in de onmetelijkheid van ruimte en tijd. En toch: Prevost heeft de villa Duivekot van Theo van Rysselberghe geconterfijt en de molen aan 't kerkje, en zoveel meer...

En wat weten wij van een man die zich Toscano noemde, en van zoveel anderen die Knokke in het hàrt droegen? Straks zal ik nog schrijven over Dario de Regoyos. Ook hij is in Sint-Anna ter Muiden geweest, later – en... laat mij maar eindigen, met Fritz de Brouckère en mevrouw Mommen - Ithier, maar er zijn er nog. En naast hen zoveel schrijvers, dichters, geleerden... Wacht, wacht nog even, ik kom op hen terug! In wèrkelijkheld hebben zij allen geschreven, ààn 't boek dat Knokke heet. Zij ’t dan ook, dat zij in de meeste gevallen niet schreven over Knokke. Verhaeren zonder ik uit. In zijn journalistieke tijd, en die gaat terug tot ’t begin van zijn literaire loopbaan, heeft hij zelfs Knokke al een “naam in de krant” gegeven.

Het zou goed zijn, ééns... de héle galerij te doen verrijzen van kunstenaars, letterkundigen en mannen der historie of der wetenschap, die ik in mijn hart àlle ereburgers van Knokke noem.

En laat mij de nederigste van àllen toch ook niet vergeten: de vuurtorenwachter Lützenrath,... de énige, denk ik, die voor Knokke misschien vergeleken zou kunnen worden met wat “le douanier Rousseau” voor ’t Parijse Montparnasse is geweest.

2018 06 22 164311E. Wessel

Een roman wordt soms door schilders geschreven

Emile Buysse

Cnocke is Hier
1987
24
006-006
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:33:01