Het laatste gesprek met André Wittesaele

Anthony Wittesaele - André Desmidt

Wij herinneren ons nog allemaal die vijftiende augustus 1994. De processie ging uit, de zeewijding was gedaan en er werd nog wat nagepraat met vrienden en kennissen. André onderbrak het gezellig samen zijn met zijn vrienden, want plicht voor alles wilde hij nog iets doen voor de zaak. Helaas, hij werd gegrepen door een wagen en nam zo onverwacht afscheid van zijn dierbaren. Enkele weken voordien had ik nog gesproken met André en met zijn zoon Anthony om eens een interview te maken met de zaakvoerder van dit Heistse autocarbedrijf. Ik was al in het bezit van wat documentatie... en wij zouden eens afspreken om gezellig wat te babbelen bij hem thuis in de Koningslaan.

Het heeft niet mogen zijn. Anthony Wittesaele bezorgde me dan een tekst en foto's, wat wij als laatste hulde aan deze grote Heistse middenstander, graag opnemen in ons tijdschrift.

De vader van André, Alfred of Fred Wittesaele, werd op 30 januari 1898 in Brugge geboren, als zoon van een pasteibakker uit Oostende. Na het vroegtijdig overlijden van zijn vader kwam hij, nog voor de Eerste Wereldoorlog, met zijn familie naar Heist. Zijn eerste werk vond hij na de oorlog in Knokke, waar hij hielp in een garage in de Smedenstraat. Tijdens de zomer kwamen daar een viertal eigenaars met hun wagen voor onderhoud. Nog geen jaar later begon hij met personenvervoer.

Met zijn eerste bus, een oude omgebouwde legercamion met volle wielen, een aandrijving met kettingen en banken achteraan, bracht hij Engelsen naar de frontkerkhoven in de Westhoek. Omdat er eigenlijk niet zoveel werk was en hij vond dat het bedrijf een steviger basis diende te hebben, besloot hij naar Amerika te gaan om er mechaniek te leren (in Chicago). Met de kleine som die hij van een oom erfde kocht hij een ticket voor de boot waarmee hij in 1920 vertrok vanuit Amsterdam op het schip De Nieuw Amsterdam, richting Long Island, New York. Het enige wat hij op zak had was een contactadres in New York, gekregen van Primus, de baas van het Hotel des Bains.

Na een eerste job in New York bij de platenmaatschappij “His Masters Voice” (twee maanden) trok hij naar de hoofdstad van de automobiel: Detroit. Daar heerste echter de grote crisis van de jaren twintig en zo was hij al vlug genoodzaakt door te reizen naar Chicago. Chicago, waar in die periode van de grote drooglegging Al Capone en andere maffiabazen de plak zwaaiden. Alfred verbleef er vier jaar en verklaarde nooit een gangster te hebben gezien. Ondertussen was hij volleerd mechanieker, gespecialiseerd in de razend populaire Ford T. En de Engelse taal vormde toen ook al geen problemen meer. Dan maar terug naar het oude continent.

De voorsprong die hij had verworven op gebied van mechaniek vormde een goede basis voor het garage- en taxibedrijf dat hij in 1925 opstartte onder de benaming “Blue Cars”. Eerst langs de Graaf d’Ursellaan, waar zich nu de sportzaak Sportiva bevindt. Later kreeg het bedrijf de nieuwe benaming “Albion Tours”. Om te beantwoorden aan de vraag verlengde hij een aantal van zijn voertuigen en zo ontstonden vreemde tuigen met tien tot vijftien deuren. Het bedrijf werkte tot de Tweede Wereldoorlog praktisch uitsluitend met Britten die in Knokke en Heist verbleven en al gauw werd er in Knokke een bijkantoor geopend in de Zoutelaan, daarna in de Lippenslaan.

Heist alleen al telde in die periode 17 autocaruitbaters. Ondertussen was Alfred getrouwd met Julia Baes, en hadden ze samen zeven kinderen (drie zoons en vier dochters) André, Fernand, Irène, Gilberte, Julienne, Adolphe en Renée.

In 1940 werd het ganse wagenpark door de Duitsers opgeëist en werd Heist Sperrgebiet. Na de oorlog kon hij dus andermaal herbeginnen. Opnieuw werd de basis gelegd met een garageafdeling en opnieuw vooral gericht op het Britse publiek voor de autocars. In 1964 werd een P.V.B.A. opgericht en zetten de zoons André en Fernand de zaak verder. Meer en meer gaat men zich richten op binnenlands cliënteel. Gedurende de volgende tientallen jaren nam het bedrijf gestadig uitbreiding zodat er tijdens de zomer zelfs een bijkantoor in Blankenberge open was. Alfred overleed in 1976, nadat hij sedert het overlijden van zijn echtgenote in 1959 zelf zijn kinderen had grootgebracht.

Na een lange loopbaan verliet Fernand einde van de jaren tachtig de zaak, die eerst door André verder werd gezet, samen met zijn echtgenote en recentelijk twee van de kinderen Fabienne en Michèle met hun respectievelijke echtgenoten Stefaan Baeckelandt en Dirk Overstraete.

Ondertussen had de vrouw van André, Arlette Vrielinck, midden de jaren zeventig het oudste reisbureau van Blankenberge, Continental Tours, overgenomen met de bedoeling de eigen autocarreizen vanuit Knokke-Heist ook daarbuiten kenbaar te maken. Dit had onder meer ook voor gevolg dat men in de kantoren zich niet meer ging beperken tot autocarreizen, maar men ook boekingen deed voor vliegtuigreizen, treinreizen, cruises...

Enkele jaren later, in 1982, opende Continental Tours een kantoor in de Lippenslaan, waardoor de klanten van de Oostkust op hun wenken kunnen bediend worden van alle mogelijke reizen en vliegtuigticketten (door de vergunning als IATA-agent).

De garage langs de Graaf d’Ursellaan was al een hele tijd te klein geworden, waardoor ze vervangen werd door een garage in de ambachtelijke zone 't Walletje waar de autocars van Continental Tours én Albion Tours onderdak vinden.

Het laatste gesprek met André Wittesaele

Anthony Wittesaele en André Desmidt

Heyst Leeft
1994
05
002-005
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:38:19