Straatbenamingen - De Stadhuisstraat

André Desmidt

Soms vraagt men zich wel eens af, waarom noemt onze straat eigenlijk zo?

Voor een aantal straten is daar een kleine geschiedenis aan verbonden. Bij het doorwandelen van de Heistse straten kunnen we aan de hand van de benamingen eigenlijk een stukje plaatselijke geschiedenis samenstellen. Met de viering van 60 jaar stadhuis nog in ons achterhoofd, is het wel nuttig even na te gaan wat we weten voor de Stadhuisstraat, een van de nieuwere straten in Heist.

Met de snelle onwikkeling die Heist doormaakte rond de eeuwwisseling, kwam ook de noodzaak om alle gemeeenteljke diensten in één gebouw onder te brengen.

In 1896 kocht het Gemeentebestuur aan bankier Alphonse Demeester uit Brugge het huis op de hoek van de Kursaalstraat en de Pannestraat en onleende daarvoor aan het “Armbestuur” een kapitaal van 19.700 fr. tegen 3,5 %.

Op 8 februari 1897 kwam de gemeenteraad bijeen onder het voorzitterschap van burgemeester Desutter, en met schepenen Standaerd en Truffaert voor de inhuldiging.

Vele jaren later kwam er een liberale meerderheid met Henri Debra als burgemeester en met schepenen Degroote en Rahier. Zij besloten in 1922 om het Casino-Kursaal aan te kopen en een gedeelte ervan om te vormen tot stadhuis.

Op 26 juni 1923 werd de akte verleden op het Vredegrecht te Ukkel voor de notarissen Ro en Sahet.

Het gebouwencomplex behoorde toe aan mevrouw Lambiotte-Waeyenburghe en de heer Jules Waeyenburghe en het had een oppervlakte van 1850 m2. De instelprijs werd de verkoopprijs: 550.000 fr.

Na de aanpassingswerken werd de eindafrekening opgemaakt: 1.350.000 fr.

Dit was een zware financiële aderlating, die enigszins goedgemaakt kon worden door de verkoop van het vroegere stadhuis voor 550.000 fr aan de heer Maertens uit Brugge. De eerste raadszitting in het Casino-Kursaal had plaats op 16 mei 1924. Op 6 juli van hetzelfde jaar werd het plechtig ingehuldigd. Op 10 oktober 1926 trokken de Heistenaars naar de stembus en verkozen er een katholieke meerderheid (9 tegen 2) met als burgemeester Robert de Gheldere en schepenen Gheyle en Daveloose.

Op haar programma had de nieuwe ploeg ondermeer de bouw van een nieuw stadhuis en de aanleg van een nieuw marktplein, of anders uitgedrukt de uitbouw van Heist langs de zuidzijde. Op 18 april 1929 besloot de gemeenteraad het Casino-Kursaal te verkopen uit de hand aan de heer Davico voor 1.600.000 fr mits nog drie jaar vruchtgebruik voor de gemeente.

Op 9 september 1930 sloot de gemeenteraad een kontrakt af met “Traveaux et Entreprises” uit Beernem, houdende vernieuwing van de gronden voor de bouw van een stadhuis (oppervlakte 2.300 m2) en de aanleg van een marktplein (3.200 m2).

Architect Gustave Bailyu werd na een ideeënwedstrijd als bestuurder bouwkundige aangeduid.

De werken werden toegewezen aan aannemer Vanhoverbeke uit Middelkerke en aangevat op 31 augustus 1931.

Electriciteitswerken werden toegewezen aan Arthur Coppens en de centrale verwarming aan A. Manders uit Oostende. Louis Gheselle kreeg de schilderwerken toegewezen. In minder dan één jaar werden de werken uitgevoerd, zodat het pand op 24 juli 1932 plechtig ingehuldigd kon worden.

De inzegening gebeurde door onderpastoor Masschelein, dit wegens ziekte van pastoor Froidure.

Dit alles in afwezigheid van de liberalen, maar wel in aanwezigheid van Minister Carton. Bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen op 10 oktober 1932 verloren de katholieken vier zetels, en dus ook de meerderheid.

Tweemaal sneuvelde er dus een meerderheid over stadhuisproblemen. Op 12 december 1932 besloot het College om aan de Straat in het “Stadhuiskwartier” die de Kursaalstraat met de Hermans-Lybaertstaat verbindt, de naam Stadhuisstraat te geven. Met de fusie op 19 maart 1971 werd besloten het stadhuis te Heist als stadhuis te behouden. De administratieve diensten werden verdeeld over Heist en Knokke, telkens met onthaaldiensten. De gemeenteraadszittingen worden er om beurten gehouden en de huwelijken kunnen in beide gebouwen voltrokken worden.

De straat werd aangelegd ingevolge vraag van de heer de Vrière in 1893 en kreeg op 14 april van dit jaar de naar Baron Snoystraat. De straat bleef evenwel onbebouwd tot 1932, jaar van de bouw van het stadhuis en de aanleg van het marktplein.

***********************************

ELKE HEISTENAAR MOET EEN BEZOEK BRENGEN AAN DE DERDE GROTE HOBBYBEURS EN ONZE TENTOONSTELLING “VERKIEZINGEN IN HEIST”

OP DONDERDAG 21, VRIJDAG 22, ZATERDAG 23, ZONDAG 24 JULI EN MAANDAG 25 JULI 1994

GRATIS INKOM

Straatbenamingen: de stadhuisstraat

André Desmidt

Heyst Leeft
1994
02
011-012
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:38:19