Mensen maken de Geschiedenis - DEEL 16

Victor Depaepe

Vervolg van: Mensen maken de geschiedenis - Deel 15

Het is immers zo, dat in Engeland heel strenge reglementen bestaan voor de Engelse zeevissers zelf, dat te zware vissersboten zouden vissen in de onmiddellijke nabijheid van de Britse Kusten en dan wordt dat ook nog gekoppeld aan de grootte van de netmazen. Trouwens verschillen deze reglementen ook van gebied tot gebied.

Nu wordt Commander J.A. Douglas van de kustwachter “The Brave Swordsman”, die mij trouwens aangehouden heeft, op de getuigenbank geroepen om het verloop van de “Operatie King Charles The Second” te relateren.

Hij doet dat op een zeer kalme manier en met Britse waardigheid. Na zijn verslag over hetgeen er in “The Seaford Bay” gebeurd is, vraagt de Heer Voorzitter aan mij of ik akkoord ga met de verklaring van de Britse Officier. Daarop antwoord ik dat het inderdaad allemaal zo gebeurd is en dat ik er dus daadwerkelijk gevist heb.

De Heer Voorzitter van de Rechtbank verleent nu het woord aan de Heer Curnock, Vertegenwoordiger van het Ministerie van Landbouw en Zeevisserij. De Heer Curnock is bovendien in mijn aangelegenheid aangesteld door de Koningin als Openbare Aanklager. Hij staat op en hij houdt het hiernavolgend betoog:

“Edelachtbare, de Heer Victor Depaepe, die hier naast mij zit, is vandaag in onze kustwateren komen vissen en wel bepaald in “The Seaford Bay”. “Mister Depaepe is more eager to be prosecuted than the prosecution is to prosecute him!” (De Heer Depaepe is er meer op verlekkerd om vervolgd te worden dan de Openbare Aanklager om hem te vervolgen!)

Wij hebben zoëven van hem gehoord dat hij volledig akkoord gaat met het verslag van Commander J.A. Douglas, die hem aangehouden heeft.

Uit hoofde van mijn functies, waarbij ik hier in de Rechtbank van Lewes vertegenwoordigd ben, voel ik er niet al te veel voor om Victor Depaepe te vervolgen.

Maar vooraleer tot de kern van de zaak over te gaan, is het noodzakelijk een stukje Britse geschiedenis in herinnering te brengen, om de motieven van de Heer Depaepe te kunnen belichten.

Onze wijlen Koning Karel I werd door de Republikein Cromwell op het schavot vermoord. De troonopvolger Karel II is naar het vasteland kunnen vluchten met 400 hovelingen.

Wijlen Koning Karel II heeft aan verscheidene steden op het vasteland om asiel of hospitaliteit gevraagd, maar die verscheidene steden hebben dit aan Hem geweigerd, omdat zij vreesden geen wol meer te zullen krijgen uit Schotland, door de tussenkomst van Cromwell natuurlijk.

Uiteindelijk heeft wijlen Koning Karel II in verbanning, de hospitaliteit kunnen genieten, door de Stad Brugge verleend en dit gedurende vier jaar.

Gedurende deze vier jaren van verbanning is wijlen Koning Karel II erin geslaagd om huursoldaten in te lijven. Op het ogenblik dat de sympathie van Cromweli een flinke deuk had gekregen bij het Engelse volk, heeft wijlen Koning Karel II over Holland een invasie in Engeland gepland en uitgevoerd via de Teems, en samen met de hulp van het Engelse Volk is hij erin geslaagd de macht van Cromwell te breken.

Het Koninkrijk werd hersteld

Toen wijlen Koning Karel II op de troon gestegen was, heeft Hij twee Visserijprivilegiën uitgeschreven, ten voordele van de Stad Brugge, namelijk één voor Engeland en één voor Schotland.

Deze Visserijprivilegiën houden in, dat 50 Brugse vissersvaartuigen ten eeuwige dage in de kustwateren van Engeland en Schotland mogen vissen zolang dat er in Engeland en Schotland een Koninkrijk bestaat.

Dat is de dank van wijlen Koning Karel II ten overstaan van de Stad Brugge voor de vier jaar lange koninklijke hospitaliteit die Hij aldaar genoten heeft.

Er werd van deze Visserijprivilegiën zeer veel gebruik gemaakt door de Brugse zeevissers.

Maar dan is er gedurende een betrekkelijk lange tijd geen gebruik meer gemaakt geweest van deze privilegiën, wegens een crisis in het Brugs visserijbedrijf en zodoende zijn de Brugse Visserijprivilegiën min of meer in de vergeethoek geraakt.

In 1851 is er dan plots een Brugse zeevisser komen opdagen die in de Schotse kustwateren wilde gaan vissen op grond van dit Privilege, en na veel betwisting is dit geval uiteindelijk voorgekomen in “The House of Lords”.

Het is dan dat Lord Palmerston in 1851 besloten heeft dat de rechtsgeldigheid van de Brugse Visserijprivilegiën beslecht moest worden door de Britse Gerechtshoven.

Nu heeft onze Eerste Minister Macmillan aan de Heer Victor Depaepe in een schrijven van 12 juni 1963 laten weten dat er sedertdien niets veranderd is.

Lees verder: Mensen maken de geschiedenis - Deel 17

Mensen maken de geschiedenis - Deel 16

Victor Depaepe

Heyst Leeft
1992
02
014-015
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:38:19