Heist Karnaval
André Desmidt
Gaan we samen een “sliptje doen” ?
Eén keer per jaar mag men enkele dagen zichzelf zijn en onbekommerd en onbelemmerd feesten. Men vergeet dan zichzelf en zet een “muule” op. Eigenlijk is karnaval reeds zo oud dat men zelf niet goed weet wie er ooit mee begon. Het is zeker dat de volkeren in de oudheid reeds dergelijke “uitlaatklep-feesten” organiseerden.
Bij de Grieken was de wijnoogst het begin van grote optochten, dagenlange toneelopvoeringen en wildbrasserijen. Dit paste in de cultus voor de wijngod Dionysos. De Romeinen inspireerden zich wellicht hierop om oogstfeesten te organiseren genaamd Saturnalia.
In de landbouwstreken wordt om verschillende redenen gefeest, omdat de oogst zou lukken, omdat hij gelukt is, en ook omdat de mensen de lente wilden vieren. De komst van een nieuw seizoen, van de wedergeboorte van de natuur. Het Christendom kon die heidense feestgebruiken niet afschaffen, wel afremmen. De kerk gaf er een eigen dimensie aan. Het Paasfeest moest voorafgegaan worden door een boetetijd, een vastentijd. Voor het Concilie beperkte het vleesgebruik zich enorm tijdens die veertig dagen.
Vlees in het latijn is “carne” en wegnemen is in het latijn “levare”. Karnaval kon dus het feest zijn juist vóór het wegnemen van het vlees. Wanneer men beide latijnse woorden samenvoegt dan komt men met wat goede wil tot carne-levare...carne-vare..carneval.
Te Heist heeft karnaval iets heel speciaals
Ook hier deed men pogingen om het af te schaffen, maar ‘t zit de Heistenaars in het bloed. Vele nieuwe pastoors die van het binnenland kwamen, deden een poging om de karnavalvierders tot andere gedachten te brengen. Tevergeefs. Zowel bij de frères als bij de “nunnetjes” was dit heidens spektakel doodzonde. Op vastenavond mocht moeder wel koeken bakken, maar in alle geval moest iedereen de woensdagmorgen een “assekruisje” gaan halen.
Wanneer de kinderen vertelden dat hun ouders “gemuuld” hadden, riskeerden zij een berisping of straf.
Het is de grote verdienste van het Concilie én van ere-schepen Robert De Corte, dat hierin kentering kwam.
Omdat het nu eenmaal gemakkelijker is om te spreken met Robert De Corte dan met de paus, klopten we even aan in de Koudekerkelaan 11. Robert vertelde ons tijdens een gezellige babbel hoe hij in de tijd als schepen van financiën én als schepen van de leute geconfronteerd werd met karnaval.
Enkele tientallen jaren terug stond Heist steeds op zijn kop met karnaval, en het feest beperkte zich zeker niet tot de Visserij. De visserij zorgde er wél voor dat ze allen binnen waren, om drie dagen lang “een sliptje te doen”.
De Zeebrugse haven lag er nu trouwens ook nog overvol en meteen ook verlaten bij. De zondag viel er niet zoveel te beleven in Heist. Het was de dag van de “vuule jeannetten”. De kinderen die eventjes mee mochten, werden bang gemaakt door “Pietje de dood”, of maskers in apekleren of berenpelzen.. of van die echte “kieszakken” die gretig gebruik maakten van kinderdoeken, mostaard en zoetekoeke. Lap daar nog enkele konijnenpoten of ander materiaal van de beenhouwer bij en U begrijpt dat het niet altijd even appetijtelijk was.
De maandag was en is het bal van ”de Zeemeerminne” (gesticht in 1929). Er werd dan uiteraard ook een aardig glas bier verzet, en het was de ideale brug naar karnavaldag.
‘s Namiddags begon het al met de voetbalmatch met de vissers tegen de plakkers, met ambiance op en rond het plein. Met het vallen van de avond kwamen dan de eerste autobussen toe, want in Brugge en omstreken vierde men zelf nog geen karnaval en kwam men dus kijken naar die van Heist.
Heist Karnaval had immers een goede naam en er werd nooit gevochten. Een vijftal muziekkorpsen brachten sfeer in de gezellige binnenstad zodat allen en iedereen paraat waren voor de stoet. Heel wat groepen en families hadden maanden gewerkt aan hun kostuumptjes.
Het was immers een prestigezaak om in grote groepen met mooie zelf gemaakte kleren op sleep te gaan. Na de toespraak van de toenmalige feestleider Robert Dewispelaere, met grote hoed en pijp, de meute toe op het Heldenplein. Prins karnaval werd verbrand, men stak het vuurwerk aan .... en dan vlug de kinderen in bed stoppen en zelf gaan maskeren.
Robert De Corte werd schepen op 1 januari 1959 en werd als schepen van feesten geconfronteerd met afnemend succes van karnaval op dinsdag avond. In omliggende gemeenten begon men ook te maskeren, en men kreeg de kinderen niet meer zo vroeg in bed.... Er moest dus iets nieuws gevonden worden.
Vanuit het feestcomiteit werd een karnavalcomiteit opgericht met ondermeer Jan Ryheul, Oscar Groshart, Huib Gobert, Louis Vantorre, Triphon Leliaert, Vredeman Delille, Edgard Neyts, Fernand Herman....
Het is in het begin van de zestiger jaren dat men karnaval weer bond met de visserij door het organiseren van een vissersmis, door bij de realisatie van het vissersmonument ook te voorzien in een hulde- en vissersherdenking. Het was ook in die tijd dat men dacht dat het noodzakelijk was te mikken op de jeugd om in de continuïteit te voorzien.
Klaar gezien van De Corte
Er werd contact opgenomen met de directies van de scholen.. en plots was karnaval geen taboe meer. Integendeel, er werd een tekenwedstrijd ingericht via de scholen, met tentoonstelling van de bekroonde werkjes in de garage van Armand Everaert, later de zaal Ravelingen. Was de medewerking van de scholen goed en onvoorwaardelijk, kan dit zeker niet gezegd worden van de plaatselijke neringdoenders. Toen Triphon Leliaert in de tijd van het feestcomité rond ging met steunkaarten in de vorm van klevers, kwam hij van een kale reis terug. Heel wat cafébazen die nochtans “goed hun pluk” hadden op karnaval, weigerden de steunkaart.
Omdat karnaval in Heist het feest van iedereen is, wilde schepen De Corte in die tijd met bijzondere initiatieven een eigen sfeer scheppen.
Velen herinneren zich wellicht nog de etalagewedstrijden. Voor het vensterraam geen tentoonstelling van winkelwaar, maar levensgrote poppen met maskers . Ook in de herbergen deed men een inspanning en ging men over tot het versieren van de gelagzaal. Aan de muren of aan ‘t plafond kwamen visnetjes, grote maskers, linten., en natuurlijk ook de schilderijtjes op de ruiten, ondersteund door versjes of aangepaste teksten.
----------------------------------------------
Carnaval te Heist
Feestdagen voor de ‘Zeemeermin’
De Carnavaldagen - Het maskeren dat te Heist steeds veel nering medebrengt, kreeg dit jaar opnieuw zijn vooroorlogs karakter. Vooral Dinsdag was zeker ieder Heistenaar op de been. Het begon reeds 's namiddags met de match “Vissers” tegen de “Strandleeuwen”. Beide ploegen werden aan hun onderscheiden lokalen afgehaald en met muziek naar het plein geleid. Voor deze eerste match na de oorlog was er een overgrote belangstelling. Het werd ten andere een aangename namiddag. Onze vissers toonden zich van meet af de sterksten en wonnen dan ook verdiend met 6-3.
Door de heer Burgemeester de Gheldere, werd na de match aan de heer Creyf Oscar, kapitein van de winnende ploeg der Vissers, een beker overhandigd. Na de match werd door de spelers deze beker nog menigmaal leeggedronken. - 1948.
-----------------------------------------------
Met de realisatie van de zaal Ravelingen op het einde van de jaren zestig, konden de straatkarnavalders zich even opwarmen in de grote feestzaal, die elk jaar opnieuw weer uitgebaat wordt door de harmonie Sint Cecilia, waar er gezongen en gesprongen wordt, en waar de oudere Heistenaars komen schuilen, verpozen en genieten.
Is karnaval in grote steden als Aalst en Koln meer show en spektakel, dan is het te Heist een belevenis van de plaatselijke bevolking. Karnaval beperkt zich niet tot enkele zalen, neen, gans Heist is één grote zaal van zingende en springende mensen, van toeterende en ratelende en klakkerende pleziermakers. Van vandalisme was er toen nog geen sprake.
Inspecteur René Desmidt handhaafde er de orde, en op ‘t bureau was men diskreet aanwezig. De onopvallende aanwezigheid van de politie kon veel voorkomen, en de mensen luisterden ook nog. Elk jaar moesten er wel een paar hun “wandelstok” afgeven, werden er een aantal naar huis gevoerd, en moest men bijzonder aandringen bij sommigen opdat zij om half één hun ware gezicht zouden willen tonen, maar het bleef binnen de perken. Na de oorlog werd het ook mode om een prins te hebben. Heist startte hiermee onder impuls van de hoogstudentenbond moeder Coudekercke. Schepen De Corte herinnert zich nog zijn collega Manu Desutter, en Goerges van Boertjes, en Lucien Calus, en Jan Van Kerschaever en Ronny Engelrelst....
De Schepen was trouwens ook niet benauwd van de leute. Hij heeft zelfs nog meegespeeld in de karnavalvoetbal. Maar dat was niet naar de zin van wijlen burgemeester de Gheldere, die de jonge schepen De Corte de stille wenk gaf dit sportief gedrag niet meer te herhalen. De Gheldere hield niet van karnaval, en was elk jaar een drietal dagen vermist.
Het was één van de aangename plichten van de schepen van de leute om mee op te trekken met de prins karnaval en zijn gevolg naar Sluis en Zeebrugge. Zo trok men er eens op uit de woensdagmorgen met een Volkswagen 411, richting haven van Zeebrugge, want daar zou men trakteren.
De koffer van deze wagen was vooraan, en bevatte drie leden van het prinselijk gevolg. Er werd nog een goeie geute bier gedronken, toen men plots enig kabaal hoorde in de auto.. .tot overmaat van ramp was men vergeten dat er nog drie in de koffer zaten, en die hadden natuurlijk ook dorst.
Was de titel van prins karnaval in de begin jaren het plebiciet van de studenten, na enkele jaren zag men in dat het beter was om dit gebeuren toe te vertrouwen aan de jonge vissers.
Heist Karnaval, met kinderstoet, tekenwedstrijd, grote stoet met prachtige wagens, met vuurwerk en een prins, en nu nog met het uitwerpen van babelutten... maar vooral met heel veel bier en plezier. Na schepen De Corte nam schepen Karel De Grauwe deze edele taak over. Tot op heden is hij voorzitter van het plaatselijk karnavalkomité en samen met schepen Desutter verzamelde hij heel wat medailles en prinselijke orden.
Volledigheidshalve besluiten wij dit artikeltje over de gezonde Heistse leute met de Orde van de Bierlippen, onder leiding van André Desmidt uit café “Tussen land en zee”. Reeds jarenlang trekken zij in keurige uniformen mee op en geven zij het karnavalgebeuren een speciaal tintje. En tenslotte zijn er ook nog “De Zeesluffers”, die dit jaar voor de tweede maal met een karnavalhit opkwamen.
Karnaval Heist zit dus nog steeds op rozen, temeer daar er dit jaar niet minder dan 200.000 fr. uitgetrokken werd voor de realisatie van de zondagsstoet.
André Desmidt
Voor de karnavalviering van 1989 werd door onze stadsgenoot Aimé Thouet een nieuw embleem ontworpen en getekend. Het werd gratis aangeboden aan het Karnavalbestuur.
Wij dachten dat het wel even mocht onderlijnd worden en zeggen dan ook: Proficiat Aimé.
Aimé Thouet
Grafisch ontwerper
Knokkestraat 66
8390 Knokke-Heist
Tel. 050/51.50.01 na 18 u.