Kent u de Heistse Obligaties

André Desmidt

Terwijl ons gemeentebestuur nu honderd jaar later, grote geldoverschotten heeft, was dit in 1888 niet het geval.

De ontluikende toeristische gemeente Heist zag zich geplaatst voor heel wat onverwachte kosten en investeringen. Zo werd er in de gemeenteraad van 9 februari 1888 besloten volgende werken uit te voeren:

• Bouwen van een slachthuis           40.000
• Kalseyden der boulevards             40.000
• Kalseyde naar den Oosthoek         16.000
• Onteigeningen in ‘t Schuldhof         30.000

"Gemerkt dat voor den dienst van de afleg en voor de betaling der intresten berekend aan 31/2 % een leening, aflegbaar in 60 jaren, bij jaarvorderingen van minstens 2.750fr of 5 obligaties van 500fr. met verhoog van 10% bij de uitbetaling, het eerste jaar eene som zal noodig zijn van 8.000fr, welke jaarlijks zal verminderen.

“Overwegende dat door het menigvuldig bouwen en het aangroeien der gemeente tot den afleg dezer leening zullen kunnen besteed worden.

• de vermeerdering der additionele centiemen, der schoolgelden, der plaatselijke belasting op de nieuwe gebouwen en der badennijverheid welke volgens staat der Raad overlegd jaarlijks gezamelijk verhoogen van rond de 3.500fr.
• den opbrengst van het slachthuis geschat volgens opgave van de vleeshouwers thans alhier gevestigd, berekend aan dezelfde prijzen als het tarief-reglement der stad Blankenberghe 1000
• 11/2% intrest van 2400 nog blijvende op de leening van 36000 - 360
• 15 centiemen verhooging der badkaarten voor kinderen, thans aan 30 centiemen en waarvan slechts 5 centiemen voor de gemeente, dus op 15.000 kaarten 2.250
• vijf centiemen verhooging der gewoone badkaarten, thans gebracht aan 0,75 en waarvan slechts 0,25 voor de gemeente dus op 20.000 kaarten 1000 tesamen 8.110

“Overwegende dat de gemeente er het grootste belang bij heeft zelf hare leening uit te schrijven en dit voor volgende reden:

1. De gemeente moet den afstand niet doen, zoals bij de maatschappij van het Gemeente Krediet, eenen som gelijk aan 5% van het ontleende kapitaal of voor tegenwoordige leening van 7.500
2. De intresten en afleg moeten bij geene vervroeging betaald worden.
3. De gemeente behoudt zich het recht de leening gansch of gedeeltelijk af te leggen indien zij het genadig oordeelt.
4. De gemeente geniet al de voordeelen van de verloren obligatiën en de niet geëischte intresten.
5. Gezien het proces-verbaal van commodo en incommodo te dien einde geopend. Gelet op artikel 76 paragraaf 1 der gemeentewet.

BESLUIT

Met eenparigheid van stemmen:

artikel 1: De bemachtiging te vragen om eene geldleening aan te gaan van honderd vijftig duizend frank intrest gevende 31/2 % aflegbaar bij jaardoodingen van niet meer dan 2.750 frank, of vijf obligatiën van 500fr. verhoogd met 10% bij de uitbetaling.

artikel 2: Tot den afleg in de betaling der intresten te besteden de sommen hiervoor vermeld, belopende tot 8.110 frank dus meer dan voldoende om de aflossing te verzekeren.

artikel 3: Afschrift in drie dubbel aan de Hoogen Overheid te zenden.