Ward Bouten... ontmoeting met een hoofdman

In het rijke vlaamse verenigingsleven komt men voorzitters tegen van' elke slag. Voor sommigen is het leiderschap zwaar torsen en zij bezwijken vlug na enkele jaren dienst. Anderen koesteren zich met welbehagen in deze funktie, die ze dan vele jaren met toewijding uitoefenen. Hoeveel verenigingen echter worden meer dan 45 jaar door dezelfde man geleid ? Wie op hoge leeftijd hbg~aah het roer staat dankt dit natuurlijk aan een gelukkige samenloop van lichamelijke en geestelijke fitheid. Er zijn dus zeldzame voorbeelden van voorzitters waarop de tijd geen vat heeft. Ward 3outen, hoofdman van de Kon. Handbooggilde De Duinongalm, kan immers als SI-jarige terugblikken op een carrière van 46 jaar. Ward Bouten heeft de-reputatie dat hij moeilijk te benaderen is voor vreemden. Dit zou mij misschien afgeschrikt hebben, had ik niet de ruggesteun van Fernand De Backère gekregen. "Je moet de hoofdman weten aan te pakken", zei hij.

"Eens je zijn vertrouwen hebt gewonnen, loopt alles vlot". Hier sprak de on­dervinding van iemand die langs vaders zijde vertrouwd was met het schuttersmid- den. Inderdaad, toen-Ward Bouten vernam dat ik "de zoon van mijn vader was" die hij reeds jaren kent, behoorde ik tot de bevoorrechten die in villa Quiet met open armen worden ontvangen. ,        -.

natuurlijk kon ik vermoeden dat hij als kleine jongen reeds rond STgaaipere zwierf. De •schuttersmicrobe zat er zeer jong in. "Ik ben .schutter geboren. Van toen ik lopen kon, mocht ik mee met vader naar de schietingen. De gaaipers stond langs de Oude Kerkstraat-,èn het lokaal was bij Louis Gheselle, op de hoek van de Sint Antoniusstraat en ... natuurlijk ben ik als pijlenraper'begonnen.

Ik werd schutter op 18 jaar, zoals het strenge reglement het toen voorschreef.

De oorlog 14/I8 heeft mijn schuttersloopbaan wel geremd."

"Werd er tussendoor in de oorlog niet geschoten?" vroeg ik dubbelzinnig.

"Er werd wel geschoten, maar niet .door de boogschutters ! Alle bogen én pijlen moesten ihgeleverd worden bij de Duitsers en onze pers.werd afgebroken naar aanleiding van een eerder komisch misverstand op de dag van de begrafenis van griffier Charles Vandepitte, De zwarte rouwvlag op de gaaipers werd door de Duitsers aanzien als een signaal voor de geallieerde schepen. "

Vader Leon-Bouten was een meubelmaker die rond 1888 uit Jabbeke naar Heist ver­huisde. Eveneens schutter, in hart en nieren, was hij spoedig lid van Do Duinen- galm. Als aktief lid bekleedde hij vanaf 1898 de post van schatbewaarder. De foto's van vader en moeder Bouten staan nu nog op de kast bij "hun" zoon, die in 1896 werd geboren, l:.        .      ,        .

Vader Leon Was één imposante figuur met een fleurige, witte baard. .

"Ha de eerste wereldoorlog werkte ik eerst in Zeebrugge bij houthandelaar Samiel Bulcke, daarna bij aannemer Daveloose en begon in 1924 een eigen likeur­stokerij in de Kerkstraat", voegde Ward Bouten eraan toe.                                                                            .

"Hij was vooral bekend Vnr zijn zeemansborrel" verduidelijkte Fernand.

Vanaf 1937 baatte hij het welbekend hotel De Vuurtoren uit, dat in 1977 werd afgebroken. In do schoot van De Duinengalm werd hij zeer vlug betrokken bij het bestuur, Vanaf 1920 hielp hij vader als schatbewaarder. Was de intelli­gente en aktieve Ward niet voorbestemd om ooit hoofdman te worden ?

" In 1931 waren er Verkiezingen om een opvolger te vinden voor Edmond Vanbesien, Er volgde- een felle strijd; maar kom, de klassieke strubbelingen onder de kandi­daten zijn nooit te vermijden. Eens dit voorbij werd ik onmiddellijk door ie­dereen als nieuwe hoofdman aanvaard," vertelde hij verder. -                                                                 .

Fernand voegde hieraan toe dat een hoofdman niet zomaar een voorzitter is, dat hij door de leden van de gilde als een boegbeeld wordt aanzien.

"Van. de jongste tot de oudste schutter wordt hij aangesproken als 'hoofdman', nooit Ward, Eduard'of mijnheer de voorzitter. De hoofdman is niet noodzakelijk de beste schutter.,, maar Ward kon en kan goed zijn man staan !”

"Akkoord", replikeerde Ward "maar eon schutter moet tooh ook wat geluk hebben.

Ik heb ooit eens twee höófdgaaien geschoten op één schieting. Inderdaad, zó slecht moet ik ook niet geschoten hebben om in de nationale ploeg te belanden." Het leiderschap beperkte zich niet tot de Duinengalm. Hij lag aan de basis van de Oostkustfederatie,

"Deze is tot stand; gekomen na een diskussie. In 1933 hadden wij een beschrij­ving op de dag;van ICnokke-kermis, waar er natuurlijk, ook geschoten werd. Dit was een misverstand. Op een dag schoot ik in Knokke en hoofdman Louis Vermeire , zei zo langs zijn neus weg dat wij in Heist "ferme mannen" waren om een schie-i ting te organiseren op Knokke-kermis. Je moet weten dat de onze meer sukses had gekend. Dat kittelde hem. Wel, beste.collega, antwoordde ik, dat is alle­bei onze schuld. Ons initiatief werd oen samenwerking voor de oostkust.,, een Verbond. V/ij waren hiermee direkt akkoord. Ons idee werd goed ontvangen in Blankenberge en V/enduine zodat 5 gilden het Verbond van de Oostkust vormden.

In vergadering werd ik als voorzitter gekozen."

Schuttersgilden zijn bereisde kringen on de hoofdman vergezelt zijn mannen naar alle uithoeken van, het land.    '        .

" Ik herinner mij bijvoorbeeld nog de reis naar Brussel in 193°> ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan '.van Belgis. Gekleed in visserskostuum met zuidwes­ter stapte een delegatie,van 12 man op in de stoet die langs het fameuze graf van de onbekende soldaat zou passeren. Daar wij. geen vlag bezaten had Jef Beste een bord geschilderd met het schild van Heist en boog en pijl erop. Ik weet nog goed hoe zager Vanhoutte, net als een echte vlag, zijn bordje de groet deed uit-- voeren. V/ij wonnen zelfs de prijs voor de best geklede groep op het Kongres.

Itoning Albert schonk toen oolc een wisseltrofee, een zilveren Sint Sebastiaans- beeld, dat jaarlijks zou, toekomen aan de gilde die nationaal kamioen werd.

Op ons kongres in 1947 werd België verdeeld in 5 sektoren. In elke sektor strij­den peletons van 5 man uit verschillende gilden voor de titel. Be winnaars din­gen dan op nationaal vlak naar. de wisseltrofee. Be Buinengalm heeft nooit de eer gehad. Brie jaar geleden stonden wë 2 maanden 1° in onze sektor...• maar het mocht niet zijn. Baar de winnende ploeg in elke sektor het volgend jaar als gastheer optreedt voor.de anderen, is dit een winstgevend zaakje!" verduidelijk­te Ward. Het nationaal Kongres te Heist in 1947, werd voorgezeten door schrij­ver. Herman Teirlinck. Handboogsohieton en schrijven is een vreemde kombinatie, maar hij had nogal een boontje voor het Vlaamse verenigingsleven, zödus...

"Ik weet nog goed'dat Pasen toen vroeg viel en het een strenge winter was. Op zondag 2 maart lag er nog 20 cm sneeuw. Voor éénmaal prijkte het St Sebastiaans- beeldje in ons midden ! Bit jaar hebben we opnieuw de eer" zei hij fier.,, maar ook met spijt omdat de Buinengalm de trofee nog nooit won.

Ha de tweede wereldoorlog was de tijd ook rijp voor Ward Bouten om zijn intrede: te doen in het nationaal bestuur. Sedert 1945'is:hij er lid van en momenteel, als oudste van het bestuur, deken. Élke taak, die hij op zich nam, wis geen be­vlieging, maar een jaarlange toewijding ten dienste van de sohutterssport.

Als beleidsman wist hij de Buinengalm financieel gezond te houden.                 1

" Ik weet nog goed dat voor de oorlog de sprang - het vertakte, ijzerwerk waar de, gaaien opstaan - moest vervangen worden. Ik stelde voor een nieuwe te kopen. Naar al de leden ging ik een inleg vragen en in 8 dagen had ik 500 fr, juist ge­noeg voor deze sprang. Hetzelfde systeem werkte voor de aankoop van een beton­nen gaaipers en de nieuwe vlag werd betaald met de opbrengst van een tombola. Toen we in 1955 naar het gemeentelijk stadion verhuisden, kregen we in Oostende twee ijzeren palen van de trammaatschappij, die door Omar Vlietinok aan elkaar werden gelast voor onze eerste gaaipers op dit terrein. Voor grotere aankopen zoals de nieuwste gaaipers, hebben we akties verkocht onder de leden. U ziet dat wij onszelf wel redden.,," Zo illustreerde hij de solidariteit 'onder de schutters.         :

Hoofdman Ward Bouten denkt nog niet aan inbinden, noch als. hoofdman, noch als schutter. Voor vele jongeren is hij misschien een levende legende diode tij­den heeft beleefd die bij deze generatie een ver verleden oproepen. ''Wié'hem van nabij leert kennen ontdekt een energieke, vriendelijke man... die waardering en bewondering af dwingt als hoofdman en als mens. ..

Toen ik samen met Fernand naar huis ging, dacht ik nog eens, aan zijn wijze raaa: "Je moet eerst zijn vertrouwen winnen om de echte Ward Bouten te kennen !".

Ward Bouten... ontmoeting met een hoofdman

Fernand en Dany

Heyst Leeft
1978
01
017-019
2023-06-19 14:37:15