Verslagen en Mededelingen
1. Archeologisch onderzoek in Oostkerke. (1)
Kris Weymees
De Heemkundige King St.-Guthago hield een voordracht over het archeologisch onderzoek dat in de periode 1981-83 in Oostkerke werd verricht. Op deze zondag 29 april, te Westkapelle, was de Spreekster Mejuffrouw B. Hillewaert, van wie binnenkort een studie over dit onderwerp verschijnt.
Uit de vondsten blijkt dat Oostkerke een rijke geschiedenis heeft. Niet alleen de middeleeuwen waren belangrijk, maar ook vondsten van Romeinse scherven kunnen wijzen op een zekere bewoning ervoor.
Bij het eigenlijk onderzoek naar archeologische getuigen in Oostkerke, diende Mej. Hillewaert zich te beperken tot een oppervlaktestudie. Hierdoor kunnen de huidige vondsten slechts beschouwd worden als voorlopige aanwijzingen. Een verder onderzoek op sommige plaatsen dringt zich echter op, nu tal van sporen nog niet (helemaal) verdwenen zijn.
Voor haar studie maakte Mej. Hillewaert gebruik van luchtfoto's en oude kaarten. Het belangrijkste werk gebeurde echter "te velde”.
Kilometers lang doorkruiste zij akkers en weiden op zoek naar getuigen van het verleden. Het resultaat was dan ook enorm!
Duizenden scherven werden verzameld en geïnterpreteerd. Uit dit alles werden ook de eerste konklusies getrokken.
Wat de prehistorische vondsten betreft, waren de vondsten gering. Alleen enkele vuurstenen of afslagen daarvan werden gevonden. Dit beduidt niet dat er vroeger geen bewoning in Oostkerke was. Maar de talrijke overstromingen in de loop der eeuwen hebben de ondergrond echter volledig verstoord.
Uit de Romeinse tijd werden op twaalf verschillende plaatsen in de gemeente vondsten gedaan. Deze vondsten bleven wel beperkt tot 1 à 4 scherven per vindplaats, wat toch als belangrijk wordt ervaren. Het verspreidingsgebied van al deze vondsten kan erop wijzen dat de aanwezigheid van Romeinen niet geheel mag uitgesloten worden in de streek van Oostkerke.
De middeleeuwse periode is voor Oostkerke een belangrijke periode. Uit de vroege middeleeuwen werden geen sporen teruggevonden. Dit laatste is te verklaren door het feit dat de gemeente tijdens de 5de tot de 8ste eeuw grotendeels werd overstroomd. Vondsten uit de voile middeleeuwen (9de-12de eeuw) zijn er des te meer.
De eerste vermelding van Oostkerke dateert uit 1089. Waarschijnlijk is het ontstaan van de gemeente echter veel vroeger in de tijd terug te plaatsen. Wat de vondsten betreft werden ongeveer 25 belangrijke vindplaatsen teruggevonden. De vondsten op deze koncentraties schommelen van 150 tot meer dan 1.000 scherven op de grote plaatsen en van 50 tot 150 scherven op de kleinere. Talrijk waren ook de losse vondsten verspreid over de hele gemeente.
De grote koncentraties wijzen ontegensprekelijk op een bewoning ter plaatse. De vindplaatsen lagen grotendeels langs de oude wegen zoals de Hoekestraat, de Sabsweg, de Pompestraat, de Rondsaartstraat, enz.
Heel merkwaardig bij de archeologische vondsten is de grote aanwezigheid van ingevoerd aardewerk. Vooral aardewerk uit het Rijnland werd aangetroffen. Op sommige plaatsen bestonden de vondsten uit 30 tot 50 % Rijnlands aardewerk, tegenover 50 tot 70% lokaal aardewerk. Deze verhouding wordt als zeer belangrijk ervaren.
Materiaal werd ook gevonden op de motten. Dit zijn kunstmatige ophogingen die hier en daar nog te zien zijn in de weiden. Hierop werd in de middeleeuwen soms een hoeve neergezet
De belangrijkste motte in Oostkerke is deze van Ten Boele. Deze motte is ongeveer 3 meter hoog en heeft een diameter van 60 meter. Wat de eigenlijke betekenis was, is nog duister. Had de motte een defensief of een residentieel karakter?
Een andere belangrijke plaats was Mikhem. Vroeger was dit een gehucht. Bij het recente onderzoek werd op deze plaats veel materiaal gevonden dat gedateerd kan worden tussen de 10de en de 14de eeuw.
Uit de late middeleeuwen (I3de-15de eeuw) zijn heel wat terreinen met een omwalling bewaard. Sommige van deze omwallingen zijn in de loop der jaren gedempt, maar hebben sporen nagelaten. De belangrijkste zijn te vinden in de Hoekestraat, de Spegelsweg, de Eienbroekstraat, de Sabsweg, enz. Heel merkwaardig is de omwalling "Walland" aan de Westkepellesteenweg. Deze ronde omwalling werd eertijds misschien bewoond door de amman, een grafelijk onderdaan die instond voor o.a. het innen van de tienden. Ook het kasteel van Oostkerke en dit van Lembeke, dat in het begin van de 16de eeuw verdween, zijn nog belangrijke getuigen van het belang van Oostkerke in de middeleeuwen.
Van de meer recente periode (16de-20ste eeuw) bleef er meer bewaard. Belangrijk zijn hier wel de forten die in het begin van de 18de eeuw ontstonden naar aanleiding van de Spaanse Successieoorlogen. De belangrijkste waren het fort van Mikhem, dat van Bekaf en het fort gelegen aan de Damse Vaart. Deze forten bleven slechts enkele jaren bestaan en verloren hun funktie met het Barrièrestraktaat.
Tot zover de eerste bevindingen over de vondsten die in Oostkerke werden gedaan. Mejuffrouw B. Hillewaert hoopt in de toekomst met een verder onderzoek nog andere ophelderingen te kunnen brengen over Oostkerke en omgeving.
Voetnoot
1. Dit verslag van ons geacht Medelid verscheen in bet Nieuwsblad.