Verkiezingsmozaïek rond een nieuw Stadhuis (1932)

Pierre Vantorre

In het vorig nummer van ons tijdschrift (82/3) hebben we een uitvoerige bijdrage geleverd naar aanleiding van het 50 jarig bestaan van het stadhuis van Heist.

Het stadhuis, met de marktplaats en aanpalende straten, werd gebouwd en ingehuldigd in volle verkiezingsstrijd. Wat voor de meerderheidsgroep van burgemeester Robert de Gheldere de bekroning betekende van zes jaar gemeentebeleid, was voor de politieke tegenstrevers extra-voer voor hun verkiezingscampagne.

We vinden het de moeite waard om zoals beloofd ons vorig artikel dat verscheen onder de titel “Het Heistse stadhuis een halve eeuw oud“ aan te vullen met enkele merkwaardige politieke publicaties waarvan we de bron terug vonden in het “Brugsch Handelsblad“ van 1932.

In feite deden zich na de aankoop van het Casino-Kursaal heel wat markante politieke verwikkelingen voor, die we de lezers niet willen onthouden. De politieke strijd tussen katholieken en liberalen zou immers niet luwen na de verkiezingen van 1926. Dit is in de periode dat het Casino-complex verkocht werd en een nieuw stadhuis met marktplein en omliggende straten gerealiseerd werd.

We zetten de feiten op een rijtje:

Met de eerste gemeenteraadsverkiezingen na de W.0. 14/18 behaalde de liberale partij met Henri Debra de meerderheid (6-5). In 1924 werd het stadhuis op de hoek van de Kursaal- en Pannestraat (nu huis Jean Dekoninck) verkocht en nog hetzelfde jaar (16.5.24) werd de eerste raadszitting gehouden in het Casino-Kursaal. Maar op het politiek vlak werd het nooit rustig in het Casino-stadhuis. Vooral onder de liberale mandatarissen boterde het niet, wat blijkt uit de gebeurtenissen die we in chronologische volgorde opsommen.

05.05.1925: Schepen Theo Degroote (lib) diende ontslag in, ook als raadslid. Hij werd opgevolgd als raadslid door Louis Neyts en Victor Coornaert (lib) werd tot schepen verkozen.

07.08.1925: A. Rahier (lib) nam ontslag als schepen en raadslid. In zijn plaats kwamen de liberalen Louis Huysseune als raadslid en Constant Vantorre als schepen.

31.12.1925: Dr.E.Leclercq (Kath) - waarvan we in de verkiezingsstrijd van 1932 nog zullen horen - nam als raadslid ontslag en werd opgevolgd door August Bailyu.

Intussen was raadslid Edg. Millecamps (lib) overleden en zijn plaats in de gemeenteraad werd ingenomen door Engelbert Dejonghe (lib).

12.06.1926: Wegens ziekte van burgemeester Henri Debra kwamen de liberalen niet opdagen naar de raadszitting. Bij de tweede bijeenroeping van de gemeenteraad een week later voegde Victor Coornaert (lib) zich bij de katholieke minderheid, zodat met 5+1 aanwezige raadsleden de dagorde kon afgewerkt worden. Op de agenda stond toen de veel besproken zaak van hoofdonderwijzer Camiel Devliegher, wat vele gissingen tot gevolg had omtrent de houding van de liberalen.

13.08.1926: Twee maanden vóór de raadsverkiezingen wordt akte genomen van het ontslag van burgemeester Henri Debra die zich duidelijk niet kon verzoenen met het doen en laten van zijn liberale partijgenoten. Raadslid Robert de Gheldere wordt burgemeester a.i. in afwachting van de verkiezingen van 10.10.26. Ook Constant Vantorre (lib) nam nog ontslag als schepen (niet als raadslid) en werd als dusdanig opgevolgd door de katholiek Henri Gheyle.

Zo gingen de katholieken, met lijstaanvoerder Robert de Gheldere, als feitelijke meerderheidsgroep naar de gemeenteraadsverkiezingen van 10 oktober 1926 en kwamen als onbetwistbare overwinnaars uit de verkiezingsstrijd met 9 zetels tegen 2 voor de liberalen.

Na deze zware nederlaag wisten de liberalen zich tijdens de komende zes jaar te hergroeperen rond de figuur van Felix Demyttenaere. De liberale Volksbond voelde zich geleidelijk weer politiek sterker worden naarmate de gemeenteraadsverkiezingen van 1932 naderden. In april 1932 werd door Engelbert Dejonghe zelfs een liberale vrouwenbond gesticht die een niet te onderschatten rol zou spelen in de verkiezingscampagne.

De verkoop van het casino-complex door de katholieken, was een grote doorn in de ogen van de blauwen, zodat het niet verwonderlijk was dat ze met de socialisten hun gal uitspuwden over al wat te maken had met het bouwen van een nieuw stadhuis. Al wat al eerder door de katholieke meerderheid te Heist verwezenlijkt was - en dat was niet gering - zat in de vergeetboek omwille van de meer actuele stadhuis-affaire. Men kan het folklore of dorpspolitiek noemen, maar we vinden het na 50 jaar nog interessant genoeg om enkele merkwaardige persartikels uit de “pennentwist“ van 1932 op te rakelen.

We beginnen met de periode vóór de inhuldiging van het huidig stadhuis van Heist.

Op 5 maart 1932 kwam vanuit een katholieke pen de volgende tekst :

"Het NIEUW STADHUIS“: Heyst wil met zijn tijd meegaan en in die geest werd er besloten tot het oprichten van een nieuw stadhuis. Het staat daar aan de uitkant te pronken, maar waar nu wel een nieuwe schone wijk zal verrijzen en men de dwangbuis niet voelt van die ongelukkig gelegen spoorlijn met statie, welke de stad in twee delen splitst. Het nieuw stadhuis zal een der schoonste gebouwen van de kust zijn. Een toren schiet vrolijk op uit de stijlvolle muren met hun talrijke ramen, die als glunderende ogen over de omtrek kijken. Toch zal het stadhuis zeer praktisch ingericht zijn voor de vele diensten van een gemeentebestuur. Vóór het gebouw is een uitgestrekt plein reeds geplaveid. Het wordt de nieuwe markt.

Men zit te Heyst niet bij de pakken neer. Het is crisis ..., en toch wil men vooruit, met het gelukkig optimisme, dat de bewoners van de zeekant doet zeggen:
“Een slecht jaar is immers geen slechte eeuw. De Heystenaars hebben van geslacht tot geslacht wel geleerd te werken en zich door moeilijkheden heen te slaan. Vraag er de vissers maar eens naar, wier stoerheid en vastberadenheid vermaard is.

Het nieuw stadhuis zal een symbool zijn van nieuwe bloed. Uit het eigen land heeft deze plaats hare schare getrouwen, maar ook in de vreemde telt het vele klanten.“

Nadat de uitbating van de marktplaats werd toegewezen aan Prosper Alleene uit Blankenberge en nog andere aanbestedingen waren uitgeschreven, o.a. voor kasseien en schilderwerken, verscheen in het B.H. op 16 april ‘32 het volgende artikel:

GEMEENTERAAD: “Het nieuw stadhuis zal aan de belastingbetalers van Heyst niets kosten, vermits gebouw, mobilair, verwarming, elektriciteit enz. gans betaald zullen worden door de verkoop van het casino.“

De aanbesteding voor de schilderwerken ging niet onbesproken voorbij en was aanleiding tot de eerste politieke schermutselingen. Er waren vier aanbiedingen ingekomen nl. Jos Debedts 22.140 fr, Henri Engelrelst 23.535 fr, Jos Deschepper 9.200 fr en Louis Gheselle 6.650 fr. De aanneming behelsde naast de gewone schilderwerken ook het in goud beleggen van de deuren. In verband met de grote verschillen tussen de aanbiedingsprijzen werd geschreven :
“Niemand begrijpt te Heyst hoe voor een zelfde werk zulk groot verschil kan bestaan of te ware dat het waar is wat men vertelt.”

Vanaf juli 1932 werd met grof geschut geschoten. Er werd geklaagd over de verlichting van de nieuwe marktplaats.

16.7.1932 - ONZE MARKTPLAATS. “Men klaagt - en met reden - over de verlichting die ontbreekt ter marktplaats. Op de statieplaats zijn er lichten te veel. Enkele dezer zouden ten goede komen op onze marktplaats. Zondag laatst was onze marktplaats als in een garage herschapen. We beklagen de neringdoeners en de personen die moeten verhuren. We hopen en steunen erop dat het stadsbestuur het nodige zal doen om in die toestanden te verhelpen.“

Zinspelend op het artikel van 16.4.1932, waarin gesteld dat het nieuw stadhuis aan de belastingbetalers van Heist niets zal kosten verscheen op 16.7.1932 het volgende:

"VERKEERDE BEZUINIGINGEN“: Tegen spotprijzen heeft men de gemeentelijke eigendommen verkocht om nieuwe te laten bouwen. Na verdubbeling der belastingen is men nu ten einde raad, gezien de blijvende crisis, inkomsten te scheppen, vandaar dat de nu ongelukkige werklozen de gebroken potten moeten helpen betalen daar hun vanaf 30 juni jl de gemeentelijke bijdrage (3 fr per dag) niet meer vergoed wordt.

Ware het niet eerlijker aan deze ongelukkigen steun te verlenen, dan op nieuw sommen te verspillen voor de inhuldiging van het nieuw stadhuis dat reeds genoeg heeft gekost.”

Vanwege de katholieke partij bleef de repliek niet op zich wachten. Reeds de volgende week (23.7.32) daags vóór de inhuldiging van het stadhuis kwam een dubbel antwoord:

“SCHANDELIJK: In ‘t land van Charleroi waren het de Communisten die de werknemers opjoegen, in ‘t land van Heyst is er iemand (?) die de grote moed heeft door een naamloos artikeltje de mensen trachten op te jagen met een verband te leggen tussen werklozensteun en het nieuwe stadhuis... Zoveel feiten dat hij aanhaalde, zoveel moedige leugens en zulks achter de schermen van een naamloos artikel.

Laat nu eens zien: de gemeentelijke werklozensteun was gestemd tot einde juni en in zijn juni-vergadering had de gemeenteraad wel beslist dat in de juli-vergadering de maatregelen wel zouden genomen worden voor de toekomst, omdat intussen het ministrieel besluit zou verschenen zijn die voor al de gemeenten van ‘t land dezelfde regels zou voorschrijven volgens getal kinderen, gehuwde werklozen of niet enz... De omzendbrief is dinsdagmorgend aangekomen en dinsdagavond nam de raad zijn beraadslaging, namelijk voortzetting der bestaande toelagen binst juli met terugwerkende kracht sedert 1 juli en vanaf 1 oogst toepassing der voorschriften van het ministrieel besluit. Ewel, en dan ???

INTERMEZZO : HEISTSE STUDENTEN IN DE (POLITIEKE) KIJKER

09 juli 1932:

Wij vernemen met voldoening dat Jan de Gheldere, zoon van de heer burgemeester, zijn eerste examen in de Hogeschool van Leuven met onderscheiding heeft afgelegd. Langs het B.H. sturen de Heystenaars hun hartelijke gelukwensen. De Katholieke Middenstandsbond heeft aan de jonge student een prachtige bloemenkorf gezonden.

15 juli 1932 : Veelbelovend student.

Donderdagavond werd, met veel belangstelling vanwege de bevolking de student Walter Dauw aan de statie afgehaald door de besturen van verscheidene maatschappijen. Walter Dauw, zoon van de heer René Dauw had immers de eerste prijs behaald in het Atheneum te Brugge. Niet alleen in eindexamens is hij de eerste geweest, maar reeds sedert 16 jaar telkenmale van al de klassen waar hij studeerde. Bloemen werden hem overhandigd door de hh. Dr. Leclercq, Pilet, Goetinck en Juff. Teirlinck. Na de erewandeling door de stad met het muziek “Willen is Kunnen", werd een hartelijk glaasje gedronken op de toekomst van de gevierde. Aan de gelukkige ouders, familie en aan Walter zelf, hartelijk proficiat en voorspoed voor de komende studiejaren ter verovering van het doktersdiploma.

30 juli 1932:

Deze week hebben enige Heystse vrienden met vreugde gevierd dat de Heer Jacques de Gheldere, zoon van de achtbare burgemeester zijn overgangsexamen van het 2e jaar naar het 3e jaar met onderscheiding heeft afgelegd aan het Hoger Land- en Tuinbouwinstituut te Vilvoorde.

We knopen terug aan bij de verkoop van het Kursaal-stadhuis:

“STADHUIS VERKOCHT VOOR EEN SPOTPRIJS. Twee miljoen en drie en dertig duizend frank zonder te spreken van het huis Buylaert die den eigendom der stad blijft.

LASTEN VERDUBBELD: een leugen of lastertaal, min of meer, dat komt er niet op aan bij zekere tegenstrevers. Met leugens is geen bespreking mogelijk. Het tegenwoordig bestuur heeft zijn prachtig programma verwezenlijkt van het eerste tot het laatste en in deze zes laatste jaren werden zo een reeks prachtige werken uitgevoerd dat ons steedje een geheel ander uitzicht er door heeft gekregen, dat ons bestuur langs alle kanten en in ontelbare dag- en weekbladen... zelfs liberale, aangemoedigd en gelukgewenst wordt, dat nogmaals de belgische pers zich gaat bezig houden met Heyst en zijn schoon nieuw stadhuis. Ter gelegenheid der inhuldiging van morgen zondag - en ja, ‘t zijn de katjes die dat al gedaan hebben - en dat kunnen zekere politiekers maar niet verkroppen, maar wij integendeel zullen met de overgrote meerderheid onzer Heystse mensen zondag ons knap bestuur en onze sympathieke en onvermoeibare burgemeester uit ganser harte toejuichen en proficiat wensen.

Na de inhuldigingsplechtigheden van het nieuw stadhuis, waarover we een uitvoering relaas hebben gebracht in het vorig nummer van ons tijdschrift, bleef deze realisatie van de katholieke partij van burgemeester Robert de Gheldere het voornaamste doelwit van de politieke tegenstrevers. Het artikel “schandelijk“ over de werklozensteun, lag zwaar op de maag van liberalen en socialisten, maar ook alles wat in verband stond met het stadhuis gaf aanleiding tot pittige en zelfs ironische persartikels en verkiezingspamfletten. We geven er een bloemlezing over.

30.7.1932 : KLAPS VAN MENSEN - MEN ZEGT:

  • Dat de pruik van Warmoes zondag meegevlogen is met de ballon.
  • Dat ieder vaandelstok van ‘t stadhuis duizend frank kost.
  • Dat de deurkrukken 100 fr kosten.

EN MEN VRAAGT

  • Of het waar is dat deze vaandelstokken van brons zijn?
  • Of het waar is dat A.E. dezelfde krukken voor ‘t stadhuis wilde leveren aan 9O fr.
  • Of het waar is dat de FAMILIERAAD zondag zóóveel champagne heeft gedronken? “

WEDERWOORD OP “SCHANDELIJK” VAN 23 JULI 1932

Dat er in Charleroi slechte communisten zijn is waar, maar te Heyst zijn ze fatsoenlijk, gezien deze een openbare ambt bekleden. Wat de werklozensteun aangaat, is het totaal te bewonderen, gezien ‘s morgens de raad reeds de voortzetting ervan heeft goedgekeurd. Dat de verkoop van het oud stadhuis zulke som opgebracht heeft, is bij iedereen bekend, te meer dat men bijna voor al de uitgevoerde werken particuliere leningen aangegaan heeft.

Dat de liberale dagbladen van Heyst een aanmoedigend woord deden is zeer vleiend voor de heren; maar voor de inhuldiging van zondag laatst was de mening van de inwoners niet zo schitterend als het vooruitzicht.

"WONDERLIJK“
Verleden zondag kreeg men een strooibriefje dat luidde als wederwoord op het ballonbriefje.
Deze dat het onderhoud van het oud stadhuis van 1927 tot 1929 (nota v.d. redactie = het Casino-Kursaal) ± 40.000 fr koste en dat het nieuw stadhuis niets zal kosten. Dus een toverslag.“

“NIEUWSGIERIGHEID"
Men sprak van het opstijgen van een ballon, velen waren nieuwsgierig zulks te zien in deze crisistijd. Cobus zegt: gaat naar de markt, daar zal het gebeuren, rond 5 uren.

Inderdaad, men was volop aan de gang met het opvullen en zelfs lagen reeds 2 sloepen klaar in zee om gebeurlijk de drenkelingen op te pikken. Tot overmaat, als men reeds tot 30.000 fr kosten had, kwam de wind zich ineens op zetten en alles vloog naar de maan. Had de wind ‘s morgens zo geweest, welke besparing ware het niet geweest?“

"BEDANKING"
De opstellers van het zo gezegde ballonbriefje hebben niet veel genoegen kunnen bestatigen met hun oproep. Ten volle werd beantwoord en zien het daarom als een plicht langs de krant iedereen te kunnen bedanken."

In hetzelfde nummer verscheen het relaas van de inhuldiging van het nieuw stadhuis.

Als aanhef schreef de redacteur:

“Daar is het gebeurd. Het nieuw stadhuis is ingehuldigd. Onze talrijke bezoekers die er een kijkje gingen nemen, zo één zo al, zonder uitzondering, hebben niets dan lof ten beste voor ‘t stadhuis en ten tweede voor het schoon veelbelovende marktplein dat er rond ligt. Nemen we nu nog aan dat over dit of dat er mogelijks iets te zeggen valt, waar staat er in de wereld iets dat volmaakt is?”

De verslaggever had een lyrisch moment toen hij het gebouw binnenstapte:

“De massale trap, gans met glanzend marmer bekleed, doet u een ogenblik aarzelen de indruk is machtig en als men die overkomen is, dan vindt men het overige in al zijn licht, ruimte en sobere sierlijkheid voortreffelijk, best en heel natuurlijk. Het moet zo, het mag niet anders.“

De slotparagraaf ging als volgt:

“‘s Avonds werd het stadhuis met schijnwerpers verlicht. De lichteffecten waren uiterst merkwaardig en het gebouw een bezoek overwaard. Het was opperbest gelukt en alleman tevreden. Wij wensen het gemeentebestuur hartelijk proficiat.”

De liberale volksbond herinnerde in een strooibrief aan het feit dat de aankoop van het casino-complex een goede bron aan inkomsten betekende en vreesde een toename van de schuldenlast na de bouw van het stadhuis langs de Vrièrestraat. Er werd te verstaan gegeven dat het Kursaal verkocht werd als “protest" tegen hun goed gemeentebeleid en voor deze en andere redenen onthielden de liberalen zich van de inhuldigingsfeesten.

Intussen ging de verkiezingsstrijd verder met het stadhuis als mikpunt.

"DE OUD-STRIJDERS VERGETEN"
De oud-strijders hadden geen toegang tot het Te Deum. Men vraagt waarom ?
Het antwoord verwachten wij van het inrichtingscomité.

6.8.1932 : ARMBESTUUR.
Donderdag had voor de eerste maal de uitdeling plaats in ‘t nieuw stadhuis. Wat een kontrast. De armen krijgen een aalmoes in zulk een prachtig gebouw en men dacht dat ze in ‘t nieuw stadhuis alles gingen krijgen wat hun hartje lustte.

Antwoord van de katholieken:

13.8.1932 : De vaders en moeders die naar de bedeling kwamen, voelden er zich weer thuis. Thans bezit het nieuw stadhuis een behoorlijk lokaal en vergaderzaal voor de C.0.0."

nu weer de andere klok:

3.9.1932 : NIEUW STADHUIS.
Men vraagt zich af wanneer de burelen van het nieuw stadhuis zullen klaar zijn ? Dagelijks worden er nog veranderingen gedaan, want niets was in de haak, noch de kassen, noch de boekenrekken passen voor de boeken van de bibliotheek, noch voor de burgerlijke stand. Hier is nu de vraag, kan de bouwkundige niet goed meten en wie zal de kosten van die fout betalen?”

Tijdens het bouwen van het stadhuis had men veel last om de kelderlokalen droog te houden. Dit mankement is trouwens een blijvende zorg gebleven, omdat telkens na langdurige regenval die vervelende situatie met het kwelwater zich herhaalde.

Anderzijds dachten de Heistenaars dat de toren van het stadhuis zou voorzien worden van een uurwerk, maar over deze veronderstelling hebben we nooit iets concreets gelezen of gehoord en kan tot vandaag op de stadhuistoren nog niet gezien worden hoe laat het is.
Hoe dan ook, deze twee onderwerpen kwamen al, zij het op een ludieke wijze, eveneens aan bod.

10.9.1932 : ZWEMKOM.
Voor de liefhebbers van baden wordt er deze winter ene overdekte zwemkom ingericht in de grote kelder van het stadhuis. Het water van die zwemplaats zal vernieuwd worden naarmate het veel regent en het personeel van het str...kasteel slaapt of met de duiven speelt"
 
“Dinsdag zal voor ‘t eerst het uurwerk van het nieuw stadhuis het officieel uur aanduiden. Dit uur zal toegepast worden voor de bedienden en voor het sluitingsuur van de herbergen.”

Niet zonder spanning werd door de Heistse bevolking uitgekeken naar de uitslagen van de raadsverkiezing van 1932. Een erg kleurrijke verkiezing met zes kandidatenlijsten

  1. Liberalen, Felix Depyttenaere
  2. Katholieken, Robert de Gheldere
  3. Socialisten, Alfred Hartony (Fredje Pauw)
  4. Afzonderlijke katholiek, Dr.Ernest Leclercq
  5. Onafhankelijk katholiek, Jules Serreyn
  6. Rooms-katholiek-nationalist, Ignace Ackx (Naastje)

De katholieken kregen geen loon naar werk en verloren 4 zetels. De liberalen kwamen van 2 op 5 zetels en vormden coalitie met de verkozen socialist Alfred Martony.

Het schepencollege werd gevormd door burgemeester Felix Demyttenaere, Alfred Martony, eerste schepen en Frans Degroote, tweede schepen. Waren verder tot gemeenteraadslid verkozen, de liberalen Constant Vantorre (Mayton), Hector Goetinck en Willem Dhauw. Bij de katholieken hadden we Robert de Gheldere, Victor Dhondt, August Bailyu, Edmond Daveloose en Sylvain Bulcke.

De strijd was gestreden en de stadhuis-story werd in de achtergrond geduwd, omdat de politieke partijen hun aandacht gingen toespitsen op het verleggen van de spoorlijn en de realisatie van een nieuw stationskwartier waarnaar sinds 1902 gestreefd werd.

---OOO--OOO--OOO---

Dit nummer 1983-01 werd gerealiseerd met:
Teksten: Pierre Vantorre, Georges Devent, Cyriel Vantorre en Dany Vantorre,
Fotoreproductie: pvba Eddy-Druk, Typo/Offset.
Stencilreproductie: Cyriel Vantorre.

Verkiezingsmozaïek rond een nieuw stadhuis (1932)

Pierre Vantorre

Heyst Leeft
1983
01
003-011
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:37:15